Maak kennis met de mensen achter je meterkast

Sanne Blauw
Correspondent Ouderschap
Foto: Getty Images

Je snelheidsovertreding, je taxirit, je elektriciteitsverbruik: alles wordt bijgehouden en gemeten. Maar wie zijn toch die mensen die ervoor zorgen dat meetinstrumenten goed werken? De roman Dijk - een vergelijking van H.M. van den Brink stelt ze - en al hun dilemma’s - aan je voor.

De benzinepomp. De weegschaal bij de supermarkt. Je meterkast. Overal om je heen bepalen meetinstrumenten hoeveel je ergens voor moet betalen. Maar denk je er ooit over na of die metingen wel kloppen? En wie regelt dat ze kloppen?

Tot twee weken terug had ik daar nooit bij stilgestaan. Ik vertrouwde er blindelings op dat mijn ons kaas bij de Albert Heijn ook echt 100 gram was. En dat de naheffing voor mijn waterrekening werd veroorzaakt door mijn winterse verslaving aan hete douches. Want meters, die doen het gewoon. Dat zijn objectieve berichtgevers van snelheid, gewicht of volume.

Maar toen las ik de roman Dijk van Hij schrijft over de mensen die de wereld achter de meters bevolken. Over controleurs en gecontroleerden. Over specialisten en managers. En over uitstervende ambachten: ijkmeesters, kruideniers, boeren.

Waar gaat het boek over?

Het boek draait om een naamloze hoofdpersoon en zijn collega Karl Dijk. In 1961 begonnen ze tegelijkertijd aan hun baan bij de Dienst van het IJkwezen. Tweemaal daags kwam er een koffiejuffrouw langs, collega’s droegen zonder uitzondering een stropdas en jaarlijks was er een spelletjesavond met echtgenotes, sigaretten en sinaasappellimonade.

Met Dijk controleerde de verteller de weegschalen van middenstanders. Met opgepoetste gewichten stelden ze vast of de meter het juiste gewicht aanwees.

Nu, meer dan veertig jaar later, neemt Dijk afscheid.

Er is veel veranderd in die tijd. Eerst verdwenen de weegschalen, omdat goederen steeds vaker werden voorverpakt. Al snel volgden de kruideniers, slagers, visboeren, groenteboeren en kaasverkopers.

Eerst verdwenen de weegschalen, omdat goederen steeds vaker werden voorverpakt. Al snel volgden de kruideniers, slagers, visboeren, groenteboeren en kaasverkopers

En de Dienst van IJkwezen veranderde van een overheidsorganisatie in BV Metrifact, ‘een service-gericht bedrijf dat meedenkt met de klant.’ Het kantoor verhuisde van de Amsterdamse Brouwersgracht naar een ‘een voorstad die vroeger een dorp was geweest, op een industrieterrein dat vroeger een weiland was.’

Alleen Dijk veranderde niet. Ooit was hij een gerespecteerd vakman, later werd hij naar een afgelegen kantoortje verhuisd. Hij vervulde ‘bijzondere opdrachten,’ maar niemand wist wat dat inhield. ‘Hij was [...] een museumstuk geworden - nee, erger nog: een aandenken uit de museumshop.’

Toen ik het prachtig uitgegeven boek opensloeg, zag ik pas de volledige titel: Dijk - een vergelijking. Vergelijken is dan ook het centrale thema van het verhaal en is nauw verweven met het ijkvak: ‘[w]egen en meten, dat is vergelijken. En om te vergelijken moeten er verschillen zijn.’

Zo vergelijkt de hoofdpersoon zich met zijn collega. Maar er worden nog andere vergelijkingen gemaakt, die bovendien raken aan thema’s die me fascineren als correspondent Ontcijferen:

  • De vergelijking tussen specialist en manager.
  • Die tussen controle en vertrouwen.
  • En die tussen objectiviteit en subjectiviteit.

Twee andere vergelijkingen uit het boek bleven me in het bijzonder bij.

Vergelijking 1. Vorm versus inhoud

Met correspondent Jesse Frederik schreef ik een artikel over de cijferdictatuur in de publieke sector. Artsen, agenten en andere vakmensen komen steeds vaker in het nauw omdat hun werk steeds meer wordt gereduceerd tot cijfers en categorieën. De verpersoonlijking van die obsessie met kwantificering: de manager die niet weet wat er speelt op de werkvloer.

Die spanning wordt feilloos gevangen in een passage in het kantoor van de directrice van BV Metrifact. Ze is een kordate vrouw, ‘een behoorlijk geoefende spreker’, maar vakinhoudelijk slaat ze geen deuk in een pakje boter.

Terwijl ze tegen de hoofdpersoon praat, dwaalt zijn blik af naar ‘dat nutteloze plekje achter de telefoon.’ Daar staat een ‘in vrolijke kleuren opgeschilderd miniatuurbalansje [...], waarvan in een oogopslag duidelijk werd dat het onmogelijk zou kunnen functioneren; de balans was in het midden aan het frame vastgesoldeerd.’

Zijn collega Dijk had het vast afschuwelijk gevonden, denkt hij. Dijk en de directrice vormen twee uitersten: de een volledig inhoud, de ander volledig vorm. ‘Het lijkt of ze nooit aan zichzelf twijfelen. Dijk niet, en zij ook niet. Dat is de overeenkomst tussen die twee. En toch zijn ze onvergelijkbaar, ze leven in twee verschillende stelsels.’

Vergelijking 2: Gewicht versus geweten

De cijferdictatuur gaat samen met een doorgeslagen focus op regels, targets en protocollen. Dat geeft zekerheid, want - zoals in Dijk wordt geschreven - ‘[r]egels en protocollen waren onpartijdig.’

Zeker in het ijkvak. Kilo’s, liters, meters: objectiever kan bijna niet. Dat idee sterkt de hoofdpersoon in zijn werk. ‘[Ik] ontleende mijn zekerheid aan het idee dat ik het nu eenmaal niet zelf was die een oordeel velde. Dat deed het standaardgewicht voor mij.’

Ik ontleende mijn zekerheid aan het idee dat ik het nu eenmaal niet zelf was die een oordeel velde. Dat deed het standaardgewicht voor mij

Maar blind varen op bureaucratische afspraken is óók een keuze. Dat wordt pijnlijk duidelijk als de hoofdpersoon een plattelandswinkeltje binnenstapt. De broer en zus die de uitspanning bestieren leven in gruwelijke armoede. ‘Er hing schaamte in de lucht, die lucht die toch al zo zwaar was van zure melk en schimmelende kaas.’

Zoals verwacht, voldeed hun weegtoestel niet aan de eisen - een strafbaar feit. Later vertelt de hoofdpersoon aan Dijk hoe hij met ze meeleefde om hun hopeloze strijd tegen de plaatselijke supermarkt.

‘Dijk keek me meewarig aan. “Maar je hebt ze wel genoteerd.”’ Ja, hij had ze wel genoteerd. En ze hadden zwijgend naar zijn instructies geluisterd, ‘de blikken neergeslagen.’ Maar dat vertelde hij al niet meer aan Dijk, de ‘verpersoonlijking van een veel groter onwrikbaar gelijk.’

De balans

De twee scènes blijven me bij omdat ze extremen verkennen. Onherroepelijk doemt de vraag op: welke kant is beter? De vastgeroeste vakman Dijk of de snelle servicegerichte directrice?

Lees dit prachtige boek vooral zelf om de afweging te maken. Mijn conclusie is in ieder geval: zoek het niet in de uitersten, maar in de balans.

In de verantwoording schrijft Van den Brink: ‘Dijk is een verzinsel. Zowel de man als het verhaal.’ Toch lijken er parallellen te bestaan met de voormalige Dienst van het IJkwezen. In 1998 werd de Dienst geprivatiseerd, waarna het werd opgesplitst in onder andere Verispect BV. Verispect is sinds 1 januari 2016 weer

Lees verder: