‘Vrij’ in Bulgarije?

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie

Gisteren schreef ik over Malalai uit Afghanistan, die zit opgesloten in een asielzoekerskamp in Bulgarije. Maar wat gebeurt er met de asielzoekers die het kamp wel weten uit te komen? Ik ontmoette Mohammed uit Syrië, die nergens een flat kan huren.

Voor de ijzeren poort van het detentiecentrum in Harmanli, Bulgarije, staat Mohammed. Hij staat op zijn tenen, steekt zijn hand op. Twee agenten duwen hem een stukje naar achteren. Hij roept een Arabische groet, een oude man zwaait vanaf de andere kant van het hek naar hem, ogen en neus net zichtbaar boven het metaal. 

Tot een paar weken geleden zat Mohammed zelf nog binnen, twee weken lang. ‘Als een wild dier,’ antwoordt hij op de vraag hoe het leven daarbinnen was. Mohammed had genoeg geld - enkele honderden euro’s - om zich met een advocaat naar buiten te kopen. Die advocaat staat nu “garant” voor hem, zodat hij zijn asielprocedure in vrijheid kan afwachten.

‘Maar wat moeten al die arme mensen die zich niet naar buiten kunnen kopen?’ Hij is hier om te kijken hoe het met zijn vrienden gaat die nog binnen zitten.

Zodra de Bulgaren zien dat ik uit Syrië kom, gaan alle deuren dicht. Ze denken dat we terroristen zijn, of dat we ziektes hebben

In Syrië was Mohammed chirurg. Nog altijd gaat hij goed gekleed, in pantalon en gestreept overhemd. Hij toont op zijn smartphone foto’s van zijn wat ooit zijn huis in Syrië was. Het is nu niet meer dan een hoop stenen en zand.

Met zijn hoogzwangere vrouw en twee kinderen vluchtte hij voor de oorlog naar Turkije. ‘Ik heb in Turkije bij de Duitse ambassade om een visum gevraagd. Ik had alle gevraagde documenten, zelfs een werkcontract in Duitsland, maar toch ben ik tot vijf keer toe afgewezen. Zonder reden. Wat moest ik doen? Er zat niks anders op dan illegaal met een mensensmokkelaar de grens over te steken om asiel aan te vragen.’ Zijn gezin is nog in een vluchtelingenkamp in Turkije. Zijn vrouw kan elk moment bevallen.

Hoe lang Mohammed nog op de beslissing over zijn asielaanvraag moet wachten, weet hij niet. Zijn advocaat heeft hem om 1000 dollar gevraagd, om een Bulgaarse ambtenaar om te kopen, om zo zijn procedure te versnellen. ‘Ik ben niet dom, ik heb dat geweigerd,’ zegt Mohammed. ‘Nu zegt mijn advocaat dat mijn aanvraag onder op de stapel ligt, het kan nog wel twee of drie jaar duren.’

Syrisch kampioen bodybuilding

In de tussentijd moet Mohammed op eigen houtje overleven in Bulgarije. ‘Ik kan nergens een flat huren,’ vertelt hij. ‘Zodra de Bulgaren zien dat ik uit Syrië kom, gaan alle deuren dicht. Ze denken dat we terroristen zijn, of dat we ziektes hebben.’ Nu huurt hij, samen met twee Syrische gezinnen, een vervallen villa in een piepklein dorp, 25 kilometer van Harmanli. In totaal wonen ze er met twintig man. ‘Ik heb het geluk dat ik wat Russisch spreek,’ zegt Mohammed. ‘Daardoor vertrouwen de dorpsbewoners me steeds meer.’

Eén van zijn huisgenoten is John. In 2010 Syrisch kampioen bodybuilding. Zijn visitekaartje toont hem op zijn best: een tandpasta-lach en een geolied bruin lichaam. De foto op het kaartje lijkt in niets op de man die hier in Harmanli staat, bleek en klein, met verdriet rond zijn mondhoeken. Hij heeft vijf kinderen, en wil hen bij zijn broer in Duitsland krijgen. Hij opent de schuifdeur van zijn auto. ‘Kijk, daar zitten ze.’ Vijf paar ogen kijkt terug. 

‘Het wachten is het moeilijkst,’ zegt Mohammed. ‘Je weet niet hoe lang je moet wachten, je weet niet waarop. Het maakt je kapot. Als je me nu iets over medicijnen vraagt weet ik geen antwoord, ik ben zo verward.’