Daarover gaat een razend interessant journalistiek onderzoek van IRIN, dat deze week gepubliceerd werd.
In een notendop gaat het verhaal over Palantir - een start-up met CIA-banden, die software levert waarmee patronen in grote datasets ontdekt kunnen worden. Handig voor overheden en bedrijven, maar ook voor humanitaire hulporganisaties die willen weten of hun hulp goed terechtkomt. Of voor non-profits die mensensmokkel in kaart willen brengen. Of voor de dokters die tegen ebola vechten.
Handig ja. Maar het stuk legt allerlei dilemma’s bloot, die ik ook vaak ben tegengekomen in mijn werk over noodhulp.
- Noodhulp is in principe neutraal. Hoe blijf je dat, als je samenwerkt met een bedrijf dat door de CIA gefinancierd is?
- Wat mag technologie kosten als je een non-profit bent? Moet dat geld niet aan hulp worden besteed?
- Werkt betere data meer samenwerking tussen hulporganisaties in de hand of juist tegen?
- En wie krijgt dan de beschikking over de data?
Ik raad iedereen die interesse heeft in de humanitaire sector dit artikel van harte aan.