Deze film laat zien wat de Nederlandse VN-soldaten écht doen in Mali

Maite Vermeulen
Correspondent Globalisering

De nieuwe documentaire van regisseur Robert Oey gaat over de Nederlandse bijdrage aan de vredesmissie in Mali. Het geeft een weergaloze inkijk in de tegenstellingen waar de missie mee te kampen heeft. Vanaf deze week in de bioscoop.

Dat er Nederlandse soldaten in Mali zitten, dat weet je waarschijnlijk. Daarover hoor je weleens op het journaal. 566 zijn het er, om precies te zijn, plus vier Apache-gevechtshelikopters en drie Chinook-transporthelikopters. Allemaal onderdeel van de vredesmissie van de Verenigde Naties. Afgelopen september besloot de Tweede Kamer de Nederlandse bijdrage met een jaar te verlengen.

Tot zover wat je weet. Want wat die Nederlanders precies doen in Mali - hoe en onder welke omstandigheden - dat weet je waarschijnlijk niet.

Maar daar gaat de nieuwe documentaire van Robert Oey verandering in brengen.

In De Missie volgen we kolonel Joost de Wolf, die in 2014 de leiding krijgt over alle militaire operaties van de VN-vredesmissie in Mali. Het land is verscheurd geraakt door een burgeroorlog tussen het Toearegvolk in het noorden en de regering in het zuiden. Er is een precair vredesakkoord als De Wolf aantreedt.

De Wolf is een militair die hard, gedreven en tegelijkertijd best charmant is. Door zijn ogen zien we de missie van binnenuit: de aansturing vanuit het VN-hoofdkantoor in New York, de bijsturing vanuit het ministerie in Den Haag en de uitvoering in de woestijn van Mali.

En door zijn ogen zien we ook de tegenstellingen die de missie plagen. Tegenstellingen die ervoor zorgen dat de missie steeds minder grip op de situatie in Mali lijkt te hebben.

Tegenstellingen in, om en over de missie

Om er een paar te noemen.

De tegenstellingen binnen Mali natuurlijk, waar de missie niks van begrijpt. In een geweldige scène bezoekt een Nederlandse soldaat de leider van de MNLA, de Toearegbeweging die strijdt voor een onafhankelijk Noord-Mali. Via een tolk hebben ze een stroef gesprek over wat de Nederlanders komen doen. De MNLA-leider richt zich na een tijdje wanhopig tot zijn eigen entourage. ‘Morgen gaat er een bom af in Timboektoe en deze man zal niks snappen van wie het heeft gedaan. Hij blijft maar praten over die helikopter! Hij snapt niks van wie wie is in Mali!’

De tegenstelling tussen VN-hoofdkwartier en de missie. Wanneer de hoogste VN-baas op het gebied van vredesmissies, Hervé Ladsous, in Mali op bezoek komt, zijn de verwachtingen hooggespannen. Er zijn in korte tijd meer dan veertig blauwhelmen gesneuveld en het Malinese leger heeft net het vredesakkoord geschonden. Het gaat de verkeerde kant op in Mali en De Wolf wil weten wat de plannen op het VN-hoofdkantoor zijn. Maar Ladsous draait om de hete brij heen. ‘De man heeft helemaal geen inzicht in wat er hier gebeurt,’ zegt De Wolf achteraf teleurgesteld.

De man heeft helemaal geen inzicht in wat er hier gebeurt

Of neem de tegenstelling tussen de verschillende onderdelen van de missie. De term ‘geïntegreerde aanpak’ valt om de haverklap. Dat wil zeggen: de militaire, politieke en ontwikkelingstak van MINUSMA moeten samen Mali weer op de rails proberen te krijgen. Maar de samenwerking is ver te zoeken: iedereen is vooral druk bezig op zijn eigen eilandje. In het luxe hotel waar het hoofdkwartier van de missie is gevestigd, spreekt De Wolf met een medewerker van Buitenlandse Zaken, die graag nog wat meer van De Wolfs militairen zou ‘lenen’ voor een project. De Wolf heeft daar geen zin in. Sterker nog: hij trekt ‘zijn’ militairen terug uit het samenwerkingsverband met de opmerking: ‘het moet flink pijn doen in de civiele organisatie.’

En dan de tegenstellingen tussen Afrikaanse en Nederlandse troepen. De Nederlandse blauwhelmen schort het aan niets. In Kamp Castor, de Nederlandse basis 1.200 kilometer ten noorden van hoofdstad Bamako, rijden grote vrachtwagens af en aan voor de bevoorrading. Groene legertenten staan in nette rijen opgesteld, de tafels zijn gedekt voor de lunch met potten jam en pindakaas, en de koelingen staan vol yoghurtjes met fruitsmaak. Er wordt geklaagd over de trage wifi. Ondertussen zijn er in het aangrenzende kamp van een Afrikaans contingent doden gevallen doordat tenten niet stormbestendig waren. Maandelijks deserteren er soldaten omdat de omstandigheden niet uit te houden zijn.

Misschien wel de grootste tegenstelling waar de film om draait, is die tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de missie. De straffe montage van beelden van de zanderige ellende in Mali en de steriele kantoren en computers op het ministerie zetten deze tegenstelling pijnlijk neer. In een tekenende scène kijken de directeur veiligheidsbeleid, zijn politiek adviseurs en hun stagiairs De Wolf met grote ogen aan als hij hen op de hoogte brengt van de situatie in Mali. Ze zitten rond een grote tafel, er wordt druk genotuleerd. ‘Jullie moeten zeker ook naar Kidal in het noorden reizen. Dan begrijp je alles,’ zegt De Wolf. De directeur schraapt zijn keel en verschuift op zijn stoel: ‘Er zijn natuurlijk wel wat veiligheidsoverwegingen...’ Er worden blikken uitgewisseld. De ambtenaren glimlachen beleefd. No way dat ze naar zo’n gevaarlijke plek gaan, is de suggestie. Liever vormen ze hun beleid hier, vanuit hun veilige kantoortuin.

Niemand lijkt te weten wat de missie doet

Regisseur Robert Oey krijgt toegang tot plekken die normaal voor buitenstaanders gesloten blijven: debriefs op het ministerie, een beraad tussen hoge officieren en wekelijkse overleggen van Nederlands burgerpersoneel in Mali.

Maar waar de Nederlanders en de andere blauwhelmen eigenlijk mee bezig zijn in Mali, daarover vertelt de film weinig. En dat ligt niet aan de volharding of het inzicht van de regisseur. Niemand lijkt namelijk helemaal te begrijpen wat de vredesmissie in Mali aan het doen is.

Oey schetst voor ons een wereld die vooral geregeerd wordt door onbegrip. Een wereld waarin niemand er knap vanaf komt. Het is dan ook geen wonder dat Buitenlandse Zaken not amused was over de film.

De Missie loopt voor De Wolf trouwens nogal treurig af. De documentaire suggereert dat zijn directheid - die de film zoveel goed doet - hogerop minder wordt gewaardeerd. En toegegeven, hij kan ook wat arrogant uit de hoek komen. Na tien maanden in Mali krijgt De Wolf niet de felbegeerde positie van militair attaché in Parijs, maar wordt hij geparkeerd op een onbelangrijke post in regenachtig Londen.

Dit artikel werd geschreven met onderzoeksassistent

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Trailer van De Missie.

Meer verhalen over vredesmissies