Spring naar inhoud

Deze tentoonstellingen bezocht ik afgelopen week: een glimp van een verborgen depot en de verbluffende veelzijdigheid van Jan Toorop

Iedere vrijdag bespreek ik op deze plek kort wat ik de voorgaande week allemaal zag: een openbaar notitieboekje dat hopelijk als inspiratie dient om er zelf op uit te gaan. Afgelopen week was ik onder meer in Den Haag, waar ik een prachtige tentoonstelling van Jan Toorop zag.

Ik hou van overzichtstentoonstellingen: ze bieden je de kans om je binnen pakweg een uur flink te verdiepen in het oeuvre van een kunstenaar. In het Gemeentemuseum Den Haag kwam ik afgelopen weekend zo’n tentoonstelling tegen, over de schilder Jan Toorop (1858-1928). Een bekende naam, maar ik wist nooit zo goed waar ik zijn werk nou aan kon herkennen. Nu kwam ik erachter waarom: hij schilderde in impressionisme, pointillisme, symbolisme, art nouveau en talloze andere stijlen. Alles van heel hoog niveau. Mijn favorieten: de mysterieuze, dromerige werken met heldere lijnen die hij in de jaren negentig maakte. Te zien tot en met 29 mei.

In hetzelfde museum zag ik een overzichtstentoonstelling van een andere beroemde en veelzijdige Nederlandse kunstenaar: Karel Appel. De meeste mensen hebben wel een beeld van hem: de woest expressieve kunstenaar, kopstuk van de CoBrA-beweging, die in heldere kleuren en een kinderlijk onbevangen stijl schilderde. Een van zijn bekendste uitspraken: ‘Ik rotzooi maar wat an.’ Dit retrospectief gaat voorbij de clichés. Ik kon het niet nalaten om me zo nu en dan af te vragen of er een verdwaalde Geert Jan Jansen tussen zou hangen (zie mijn essay over kunstvervalsers, dat afgelopen dinsdag werd gepubliceerd). Te zien tot en met 16 mei.

Verder ving ik in het Stedelijk Museum Amsterdam een glimp op van mijn lievelingsschilderij van Karel Appel: een drieënhalve meter hoog doek genaamd Mens en dieren uit 1949. Kunstenaar Saksia Noor van Imhoff, wier werk ik twee weken geleden ook al bij De Appel zag, zette de deuren tussen een museumzaal en het depot op een kier en biedt ons zo letterlijk een blik achter de schermen van het instituut. Het is een onderdeel van #+23.00, een kleine maar fijne tentoonstelling die nu in het Stedelijk te zien is. Er zijn ook stukken uit de muur gezaagd, waardoor je de ingebouwde klimaatinstallatie kan zien. Dat blootleggen van verborgen structuren is een actueel thema: Bij Stroom Den Haag zag ik vorige week bijvoorbeeld een kunstwerk van Gavin Wade. In de titel van het werk werden alle namen van technici genoemd (een stuk of dertien) die hadden meegeholpen aan de opbouw ervan. #+23.00 is te zien tot en met 8 mei.

Strikt genomen geen beeldende kunst, maar dat maakt niet uit: in het Joods Historisch Museum in Amsterdam is een tentoonstelling te zien over Benno Premsela (1920-1997) en Max Heymans (1917-1997). De één vormgever, de ander couturier. Allebei Joods, allebei homo en allebei invloedrijk op het gebied van mode en design in naoorlogs Nederland. Een interessante show, maar ik was eigenlijk meer onder de indruk van de tentoonstelling tegenover het museum, buiten op het Jonas Daniël Meijerplein. Daar staan grote zwart-witfoto’s van de razzia’s die in 1941 plaatsvonden op die plek. IJzingwekkend en belangrijk om niet te vergeten. Benno Premsela - Max Heymans. Mannen met lef en stijl is te zien tot en met 26 juni.

Ten slotte: als kind koesterde ik kort een diepe fascinatie voor schimmels, nadat we voor school een beschimmelde boterham moesten kweken. Wat had ik het fantastisch gevonden in Micropia, ’s werelds enige museum voor micro-organismen. Met team Artfest gingen we op bezoek, ter voorbereiding op de komende editie over kunst en natuur. Het is knap hoe ze zoiets gruwelijks als krioelende miniwurmpjes tussen je wimperharen toch aantrekkelijk hebben weten te maken. Dat komt door de samenwerking tussen wetenschappers en kunstenaars, die leidde tot fascinerende visualisaties van datgeen we -gelukkig maar- niet met het blote oog kunnen zien. Ook cool: in het museum is een lab waar laborantes in witte jassen de tentoongestelde schimmels kweken. Bijna een performance!

Gemeentemuseum Den Haag Saskia Noor van Imhoff: #+23.00 Joods Historisch Museum Micropia
Jan Toorop, Fatalisme, 1893. Collectie Kröller-Müller Museum, nu te zien in het Gemeentemuseum Den Haag.
Saskia Noor van Imhoff, #+23.00. Courtesy Galerie Fons Welters en de kunstenaar. Links van het midden is een klein stukje van Appels schilderij te zien. Foto: Gert Jan van Rooij.
Het laboratorium van Micropia. Foto: Maarten van der Wal.
Correspondent Beeldende kunst