Geen groter voorbeeld én voorvechtster van maakbaarheid dan deze vrouw

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Petra De Sutter. Foto: Dimitri van Zeebroeck

Gynaecoloog, groen politica en transvrouw Petra De Sutter is een absolute voorstander van de maakbare mens. Een gesprek over de mogelijkheid jezelf heruit te vinden, het einde van de onvruchtbaarheid en het begin van een nieuw Europa.

‘Niet mijn eicel, helemaal mijn dochter.’ Dat staat op de poster naast de deur van Petra De Sutter, hoofd van de afdeling voortplantingsgeneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Gent.

Het is een zinnetje dat mij als adoptievader raakt. Hoe vaak vragen mensen me niet, als ze daar na enkele glaasjes de moed toe hebben gevat, naar de echte vader, alsof ik een stand-in ben.

Dat de mens maakbaar is en zijn eigen keuzes moet maken, zonder vrees voor het oordeel van anderen, is iets wat De Sutter door schade en schande heeft geleerd. In haar onlangs verschenen (Over)leven. Mijn strijd als arts, politica en transvrouw doet ze daar op indrukwekkende wijze verslag van.

In haar volle agenda is nog tijd voor een interview in de auto onderweg van Gent naar Brussel. Terwijl ze haar oude Saab door het drukke verkeer laveert, vertelt ze over hoe ze zichzelf heeft heruitgevonden, over haar geloof in de maakbaarheid van mens en maatschappij en over hoe Europa zichzelf kan heruitvinden.

Een persoonlijke strijd

Eén ding wil ze wel meteen gezegd hebben: in interviews die enkel gaan over haar verleden als man heeft ze geen trek. ‘Ik heb wel meer te bieden dan de transgender van dienst te zijn,’ zegt ze. ‘Ik wil dit thema als springplank gebruiken om mensen over andere dingen aan het denken te zetten.’

Die kwesties waar het haar echt om gaat, zijn de mogelijkheden en grenzen van de maakbare mens en de vraag hoe de balans te vinden tussen de opdracht je leven en de wereld te verbeteren en de noodzaak los te laten en je neer te leggen bij het onvermijdelijke.

Daar heeft ze het liever over dan over haar eigen geschiedenis. ‘Dat transgenderthema ben ik beu als koude pap,’ zegt ze. ‘Het heeft dertig jaar mijn leven beheerst, ik heb dat twaalf jaar geleden afgesloten. Het is alsof je een ziekte hebt waar je van bent genezen. Twaalf jaar na je genezing definieer je jezelf ook niet meer als ex-kankerpatiënt. Ik heb dat probleem opgelost en ik ben een vrouw.’

Toch gaat een belangrijk deel van haar boek over de bange jaren waarin ze het gevoel een vrouw in een verkeerd lichaam te zijn probeerde te onderdrukken. In het katholieke milieu waaruit ze kwam, was ‘wat gaan de mensen zeggen?’ de standaardvraag bij de kleinste afwijking van de norm. Homoseksuelen en transgenders golden als mensen met een ziekelijke afwijking.

Zou je dat vandaag de dag nog over een homoseksueel zeggen? Hier hebben we Elio Di Rupo, onze minister-president en bekendste homo van het land

In een poging ‘normaal’ te zijn, trouwde De Sutter, kreeg een zoon, maakte carrière. Maar achter de façade van succesvol wetenschapper met honderden publicaties ging een diep ongelukkig mens schuil. Pas toen ze met doodsgedachten bij de psychiater belandde en die officieel vaststelde dat ze had, aanvaardde ze dat er geen andere keuze was dan de oversteek te wagen.

Het was een schok voor haar ouders. Maar de liefde voor hun kind bleek een voldoende basis om zichzelf heruit te vinden. Nu is de relatie zelfs warmer dan vroeger. Ook maatschappelijk raakt transseksualiteit stilletjesaan geaccepteerd, denkt De Sutter. ‘In België, Nederland en de Scandinavische landen is het thema in de laatste jaren veel bespreekbaarder geworden,’ constateert ze. heeft in december de transgender tot persoon van het jaar uitgeroepen. Dat heeft te maken met en met Frankie die Kaat is geworden in de soap Thuis. Het is bespreekbaarder. Daarmee is het natuurlijk niet meteen aanvaard.’

Daar heeft ze nog wel een wrang voorbeeld van. ‘Dinsdag zat ik in een veelbekeken talkshow. Ik werd aangekondigd als ‘de bekendste transgender van Vlaanderen.’ Zou je dat vandaag de dag nog over een homoseksueel zeggen? Hier hebben we Elio Di Rupo, onze minister-president en bekendste homo van het land.’

Een politieke strijd

De strijd voor de rechten van transgenders voert De Sutter ook in de als politica voor de partij De Raad heeft in haar ogen ‘grote morele invloed,’ schrijft ze in haar boek. Als de Raad zich uitspreekt over gelijke kansen voor lgbt’s ‘wordt er in de 47 landen die lid zijn geluisterd.’

In de auto is ze een stuk relativerender. ‘Het is een beetje de vraag wie naar die resoluties en uitspraken luistert,’ zegt ze. ‘Maar bij de landen die niet in de Europese Unie zitten, leeft wat in de Raad van Europa wordt gezegd soms wel heel erg. Het is het enige Europa dat ze hebben. Ik denk aan Oekraïne.’

In 2015 sprak ze over haar eigen ervaringen bij een bijeenkomst van de waarin over de discriminatie van transgenders werd aangenomen. Daarin riep de Raad van Europa alle regeringen op de discriminatie van transgenders tegen te gaan en eenvoudige procedures te maken voor de erkenning van geslachtkeuze op basis van het zelfbeschikkingsrecht. Geen overbodige luxe: in veel Europese landen zijn transseksuelen afhankelijk van als ze hun geslacht erkend willen krijgen. In de ergste gevallen ondergaan ze gedwongen sterilisatie of krijgen ze de diagnose geestesziek.

Die resolutie is dan ook meer dan wat mooie woorden op papier, vindt De Sutter. ‘Het is een instrument dat in de internationale diplomatie en in de mogelijkheden die lokale activisten hebben zeker een rol speelt. Zij kunnen dat gebruiken in hun debatten, in hun pogingen om wetgeving te veranderen. Nee, het is niet bindend, maar het geeft wel een internationale solidariteit die lokale groeperingen energie geeft. In de laatste twintig jaar treedt er een langzame evolutie op naar meer gelijkheid en minder discriminatie in alle landen. Misschien binnen twintig jaar ook in Azerbeidzjan. Ik ben een optimist.’

Een wetenschappelijke strijd

Het is een karaktereigenschap die ze nodig zal hebben. De Sutter heeft momenteel voor de Raad van Europa een rapport over draagmoederschap onder haar hoede. De vraag is of en onder welke condities het geoorloofd is dat een vrouw de vrucht van een andere vrouw draagt, om die na de geboorte aan de beoogde ouders af te staan. Het verzet dat ze ontmoet, is ongemeen fel.

‘Als er zoveel tegenstand komt, vinden bepaalde mensen het toch wel belangrijk wat die Raad van Europa doet,’ zegt ze. ‘Ik heb een neutraal rapport willen schrijven, maar wat men wil, is dat ik het veroordeel. Dat vind ik niet neutraal. Men verwijt mij dat ik het promoot. Maar ik sta er heel terughoudend tegenover. Het kan voor heel veel ethische, juridische en psychologische problemen zorgen. In Gent doen we het. Maar we leggen de lat verdorie heel hoog. We doen er drie per jaar. Mensen moeten heel veel screenings doorlopen en het moet in een strikt altruïstische setting. Twee zussen die elkaar helpen, dat kan. Iemand die via het internet is gevonden niet, laat staan commercieel draagmoederschap in India of Californië.’

Op Twitter en in katholieke kranten verschijnen evenwel valse berichten met koppen als

Ik word beschuldigd van belangenconflicten en het promoten van commercieel draagmoederschap

‘Ik word beschuldigd van belangenconflicten en het promoten van commercieel draagmoederschap,’ vertelt ze terwijl we de afbrokkelende tunnels van Brussel binnenrijden. ‘Dat is framing, hè. Zo ging het ook bij de Men zei eerst dat de rapporteur gehuwd was met de directeur van een abortuskliniek. Dat was makkelijk te ontkennen. Toen werd het verhaal dat ze maîtresse was van de directeur. Dat is al moeilijker: bewijzen dat je niet de maîtresse bent. Nu worden dergelijke geruchten over mij verspreid. Dat is bij mij natuurlijk gemakkelijk. Draagmoederschap wordt uitgevoerd in mijn kliniek. Het laatste waar ze mee zijn aangekomen, is dat ik banden heb met waar draagmoederschap wordt uitgevoerd.’

Inderdaad heeft De Sutter afspraken gemaakt over wetenschappelijke samenwerking met de instelling die is geopend door iemand die bij haar in opleiding is geweest. Maar ze heeft er geen commerciële belangen bij. Als ze in India is, doet ze er juist alles aan, zegt ze, om overheidsfunctionarissen attent te maken op het belang te strijden tegen de commercialisering en privatisering van vruchtbaarheidsbehandelingen in India.

Leden van de Parlementaire Assemblee stelden eind vorig jaar de vermeende belangenverstrengeling van De Sutter aan de kaak en eisten uitstel van het rapport over het draagmoederschap. In januari werd er - o, wonderlijke logica van het politieke gekonkel - gestemd over de vraag of het nodig was te stemmen over het belangenconflict. Nee, vond een meerderheid. Waarmee de weg voor behandeling van het rapport weer openligt. Maar De Sutter bereidt zich voor op een felle strijd. ‘We verwachten dat de conservatieve krachten alle middelen zullen inzetten om te zorgen dat het er niet komt of dat het zodanig wordt geamendeerd dat er niets van overblijft. Op zich hebben de voorstanders van mijn rapport denk ik een kleine meerderheid.’

De maakbare mens

Draagmoederschap is voor De Sutter, onder strikte voorwaarden, een uiterste mogelijkheid om mensen met een diepe kinderwens te helpen. De drang je voort te planten, zit diep in onze biologie verankerd, schrijft ze in (Over)leven. ‘Die aangeboren drang verklaart waarom mensen met vruchtbaarheidsproblemen overvallen kunnen worden door existentiële angst en diepe teleurstelling.’

Misschien komt er een dag dat dit problemen uit het verleden zijn. In haar boek bespreekt De Sutter de mogelijkheid baby’s te maken uit huidcellen. Hoe reëel is dat? ‘Er is een groep die het voor elkaar heeft gekregen om bij de muis nakomelingen te krijgen uit stamcellen. De stap naar de mens is de volgende. Wij werken hier aan. Maar met de middelen die we hier in België hebben, kunnen we niet concurreren met de Amerikaanse, Japanse en Chinese teams die daarmee bezig zijn. Ik verwacht elk ogenblik een publicatie die zegt dat het gelukt is via stamcellen functionele ei- en zaadcellen bij de mens te maken.’

Een van de ethische kwesties die ze dan ziet opdoemen, is de betaalbaarheid en toegankelijkheid. ‘Als het alleen voor de rijke oliesjeiks uit Saoedi-Arabië is, hoeft het voor mij niet,’ zegt ze. Maar het allerbelangrijkste is de veiligheid. ‘Bij de muis zijn het levende en normale nakomelingen. Is dat genoeg om te zeggen: nu gaan we het bij de mens doen? Ik denk het niet. Er zal heel, heel veel onderzoek gedaan moeten worden. Het zal nog wel tien jaar duren, voor we een eicel terugplaatsen in de mens. Als het nooit zal gebeuren, zal het zijn omdat het niet veilig is, omdat die kinderen afwijkingen hebben, die ze tot in de oneindigheid doorgeven.’

Stel nu dat het veilig en toegankelijk is, is dit dan iets wat we moeten willen? ‘Je kunt dan zonder probleem bij 75-jarige vrouwen nog een zwangerschap krijgen. Dat is een ethisch dilemma,’ zegt De Sutter. En er openen zich nog wel meer mogelijkheden die bij sommigen moeilijk zullen liggen. ‘Als wij zaadcellen kunnen maken uit een vrouwelijke stamcel of eicellen uit een mannelijke, dan hebben homoseksuele koppels de mogelijkheid een genetisch eigen kind te krijgen. Homokoppels zullen nog wel een draagmoeder nodig hebben, maar lesbische koppels kunnen perfect een eigen kind krijgen. Ik zou niet weten wat daar onethisch aan is.’

Boeddhistische aanvaarding

Het zijn tot de verbeelding sprekende vergezichten. Maar intussen zul je soms gewoon moeten aanvaarden dat het er niet in zit.

In (Over)leven beschrijft De Sutter haar kennismaking met het boeddhisme. De belangrijkste les die zij daaruit leerde: ‘Stel al die waaromvragen niet, laat verlangens die je nooit zult kunnen invullen los en je zult gelukkig zijn.’

Ik heb heel mijn leven geprobeerd het een plaats te geven, het te verbergen, te verdringen, gedacht: het gaat wel over

Wijze woorden. Maar waarom zegt de arts dan tegen al die mensen die bij haar in de kliniek in Gent komen niet: laat het los? ‘Het boeddhisme zegt niet dat je niets meer mag verlangen,’ legt ze uit. ‘Dan kun je beter in een grot gaan zitten en daar levenslang mediteren. Het is echt een filosofie om in het leven te staan. Je mag verlangen. Maar als het een onmogelijk of obsessief verlangen wordt dat niet ingevuld kan worden, dan moet je het loslaten. Sommigen willen eindeloos doorgaan en gaan er kapot aan. Dan probeer ik toch de boodschap te brengen dat ze moeten loslaten. Er staat een Boeddhabeeldje op mijn bureau.’

Onvermijdelijk dringt zich de vraag op of dat ook niet gold voor haar eigen verlangen een vrouw te zijn. ‘Ik heb het boeddhisme pas naderhand opgepikt,’ antwoordt De Sutter. ‘Ik denk dat er zaken zijn die zo sterk zijn, dat je niet openstaat voor dat soort inzichten. Ik heb heel mijn leven geprobeerd het een plaats te geven, het te verbergen, te verdringen, gedacht: het gaat wel over. Maar het voedt zichzelf, het wordt alsmaar erger, tot je het point of no return bereikt. Zou ik, als ik vanaf mijn twaalfde als boeddhist was opgevoed en doordrongen was van die ideologie, niet in de problemen zijn gekomen? Zou ik dat dan niet hebben gehad? Het is een vraag die ik niet kan beantwoorden.’

Een maakbaar Europa

Zeker is dat De Sutter de stap heeft gezet, en dat het nieuwe leven haar smaakt. Als we op onze autorit in de hoofdstad van Europa zijn aangekomen, heeft ze dat advies ook voor de Europese Unie.

‘Ik denk dat we moeten herbeginnen,’ zegt ze met een zucht. ‘Als we een politieke en een sociale unie willen, dan zullen we die moeten opzetten met een aantal landen dat dat wel wil. We zijn nu geblokkeerd door uitbreidingen die allemaal te begrijpen waren, maar die de spirit van integratie helemaal onderuitgehaald hebben. Nu hebben we een paar majeure crises en valt de boel uit elkaar. We hebben een munt, maar allemaal verschillende economische systemen. We hebben een Schengenzone, maar allemaal landen die het op hun eentje willen doen. Solidariteit is er helemaal niet. Klaar, het verhaal is over. Europa werkt niet, er is geen draagvlak voor, het is helemaal verkeerd aan het lopen.’

Zoals haar eigen leven vastliep, is Europa vastgelopen. ‘Dit Europa willen mensen niet meer. We moeten opnieuw beginnen met een Europa waarbij we wel de gedachte van Europese identiteit en integratie vormgeven. Met de landen die dat willen.’

Maar welke landen verlangen nog naar verdere integratie? In Nederland krijgen we daar de handen niet voor op elkaar, werp ik tegen. ‘Als we opnieuw beginnen met een echt Europa waarbij we wel de gedachte van Europese identiteit en integratie vormgeven, dan gaat Nederland toch niet thuisblijven?’ zegt De Sutter. ‘De founding fathers - de Benelux, Frankrijk, Duitsland, Italië - kwamen niet voor niets onlangs samen in Rome. Misschien wil Spanje zich ook aansluiten. Ik hoor niet alleen vanuit maar ook hoek die boodschap: het idee dat we met twee cirkels, met twee snelheden moeten werken, waarbij diegenen die willen integreren verder moeten gaan, en anderen niet. Geopolitiek gezien is het natuurlijk een mislukking. We kunnen alleen maar hopen dat er over dertig jaar ook bij dat nieuwe Europa nieuwe lidstaten zich willen aansluiten.’

Een reset voor Europa. Uithuilen en herbeginnen. Bouwen aan een groen, sociaal en tolerant Europa. Misschien moet je een optimist als De Sutter zijn om erin te geloven. Maar haar eigen leven bewijst dat een positieve wending soms echt mogelijk is als we daar de moed toe hebben.

Meer over de (on)mogelijkheid jezelf heruit te vinden:

Meer over de (on)mogelijkheid Europa heruit te vinden: