De werkelijke kosten van kernenergie - een verantwoording

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie

De discussie over kernenergie is erg gepolariseerd. Daarom een verantwoording over hoe ik mijn weg heb gevonden door dit mijnenveld.

In mijn verhaal over de werkelijke kosten van kernenergie vraag ik aandacht voor het fenomeen dat de nucleaire industrie haar eigen risico’s niet hoeft te dragen en daardoor in feite gesubsidieerd wordt. Ik probeer aan te tonen dat dit een actueel probleem is omdat de risico’s van kernenergie groter zijn dan we tot voor kort dachten. Daarnaast komt de Europese Commissie binnenkort met een voorstel om de aansprakelijkheid van de nucleaire industrie in Europa te harmoniseren met mogelijk als gevolg dat eigenaars van kerncentrales voor hogere schade aansprakelijk zijn. 

Ik ben geen nucleair expert en heb dit artikel geschreven als onderdeel van een serie over voorspellen (hoe Fukushima de kans op een kernramp heeft veranderd). Gaandeweg leek me deze invalshoek het meest informatief.

Het schrijven was voor mij ook een eye opener. Ik heb nooit een sterke mening gehad over kernenergie. Onder bepaalde voorwaarden lijkt het me een aantrekkelijke vorm van energieopwekking die een rol kan spelen in de transitie naar hernieuwbare energie.

Ik heb tientallen rapporten, wetenschappelijke artikelen, jaarverslagen, studies, blogposts, factreports gelezen, enkele deskundigen gesproken en een aantal documentaires bekeken. Maar de twijfel blijft. De literatuur is gepolariseerd. Het is erg moeilijk om betrouwbare informatie te vinden. Gespin is nooit ver weg, zowel voor als tegen kernenergie. Ik heb gaandeweg voor mezelf een lijn proberen te ontdekken, maar ik heb wel de behoefte een aantal keuzes toe te lichten. Zie het maar als een verantwoording. Als u gerichte kritiek heeft, dan hoor ik dat graag. 

Gebrek aan feitelijke informatie

Hoewel er aan belangstelling voor kernrampen geen gebrek is, is er weinig betrouwbare informatie over de omvang van deze rampen. De schattingen van de geldelijke schade van Tsjernobyl loopt uiteen van 10 tot 500 miljard dollar. Over de schade van Fukushima doen de meest wilde verhalen de ronde. Verschillende media en rapporten hanteren bijvoorbeeld een verschillend bedrag dat Bank of America zou hebben berekend over de omvang van de schadeclaims. Sommige media spreken van 92 tot ruim 100 miljard euro. Anderen van 59 miljard dollar. Ik heb uiteindelijk gekozen voor een bericht van financieel persbureau Bloomberg direct naar aanleiding van de uitspraken van Bank of America waarin wordt gesproken over een schade van 80 miljard euro. 

Eenzelfde probleem ondervond ik bij het in kaart brengen van de nucleaire ongelukken. Verschillende instanties houden er verschillende methodologie op na. De op het oog meest betrouwbare, die van het internationaal atoomagentschap, heeft echter als nadeel dat de aard en omvang van incidenten en ongelukken moeilijk te vinden zijn. Veel databases zijn niet voor gewoon publiek toegankelijk. In de wetenschappelijke literatuur gaan ook veel verschillende cijfers rond. 

Spin

Ik heb de indruk, maar ik kan het niet hard maken, dat deze internationale organisaties de risico’s continu proberen te verkleinen. Ik vond bijvoorbeeld op de site WANO, de internationale belangenbehartiger voor de nucleaire industrie, de volgende passage. Sprekend over Fukushima en Tsjernobyl dat ‘these are the only major accidents ot have occured in over 14.500 cumulative reactor-years of commercial nuclear power operation in 32 years.’ Als je aan juridische haarkloverij doet, klopt dit, maar het miskent al die zeer ernstige voorvallen die niet in de categorie major accident vallen. Three Mile Island, Biblis, Greifswald, Waterford waren allemaal bijna-rampen die voor het gemak maar even niet genoemd worden. 

Maar het werkt ook de andere kant op. Ik vond bijvoorbeeld de artikelen van energieveiligheids-deskundige Benjamin Sovacool verhelderend, maar betrapte hem ook een aantal keren op selectief citeren. Hij haalde bijvoorbeeld een invloedrijk rapport aan van het Massachussetts Institute of Technology (MIT) uit 2003 om het gevaar van kernenergie te benadrukken. Dit rapport is echter tamelijk positief over de mogelijkheden van kernenergie. 

Ook heb ik getwijfeld of ik het rapport van Versicherungsforen Leipzig zou gebruiken. Het is geschreven in opdracht van een maatschappelijke organisatie voor hernieuwbare energie. In dit geval heb ik ervoor gekozen het rapport wel mee te nemen, juist omdat de onderzoekers zelf zo duidelijk de beperkingen van hun onderzoek voor het voetlicht brengen en omdat ze zo voorzichtig zijn in hun conclusies.

Als u nog vragen heeft over keuzes die zijn gemaakt, of opmerkingen over de kwaliteit van de gebruikte bronnen (of mijn interpretatie) dan hoor ik het graag.

Voor de volledigheid geef ik een overzicht van gebruikte bronnen. De mediaberichten laat ik erbuiten, want dat zijn er te veel. Lees de lijst in de