Lees deze boeken en leer het mythische Braziliaanse achterland kennen
De sertão: oneindig steppegebied dat zich uitstrekt van de Atlantische Oceaan tot diep in het noordoostelijke binnenland van Brazilië. Op deze vlakte van schurend zand en doornstruiken is het enige vruchtbare de verbeelding van haar bewoners. Lees deze boeken er maar op na.
Hoewel bijna geen buitenlander het gebied kent en de Brazilianen er het liefst ver van blijven, zijn de sertão en haar geschiedenis van onderscheidend belang voor het land. Op dit strijdtoneel van de elementen hebben de bewoners zich altijd beperkt tot het elementaire: leven en dood, moed en angst, eenzaamheid en verlangen, God en de duivel.
Er is bovendien geen plek waar het lot van mens en dier zozeer verweven is. Een bedrieglijke eenvoud die veelal voor achterlijkheid werd aangezien, maar de mythes, ontberingen en conflicten van de sertão bieden inspiratie voor de belangrijkste films en literatuur die het land tot op de dag van vandaag voortbrengt. Literatuur die ik graag aan jullie voorstel, omdat ze lessen bevat die een groter publiek verdienen. Zeker nu Brazilië zich voorbereidt op de Olympische Spelen en de sertão wederom vergeten dreigt te worden.
Een korte geschiedenis van de sertão
Dat de sertão zoveel inspiratie biedt, heeft veel met de geschiedenis van het gebied te maken. In de zeventiende en achttiende eeuw was de sertão thuisbasis van de suikerrietplantages van de Portugese bezetter. Eerst in het kustgebied, maar met het uitputten van de grond door de suikerteelt trokken de kolonisten steeds verder het binnenland in. Het enige waartoe de gortdroge aardkorst verder nog diende was veeteelt. Kuddes koeien, schapen en geiten onderhielden zichzelf door over het achterland te zwerven, op zoek naar caatinga: een woestijngewas waarvan de bladeren verstopt zitten tussen verraderlijke doornen. De boerderijen voorzagen de plantages van vlees, huiden en pakdieren en waren zo cruciaal voor de welvaart van koloniaal Brazilië.
Het leger en de bandieten
Maar toen de Portugezen begin negentiende eeuw vertrokken, lieten ze een broodarm gebied van 110 miljoen hectare achterland achter, waar niemand wilde leven behalve de meest geharde sertanejos.
Een ruige tijd die treffend wordt beschreven in Os Sertões (De binnenlanden) uit 1902 van Euclides da Cunha: een reconstructie van de Oorlog van Canudos die ook wel het grootste boek uit de Braziliaanse literatuur wordt genoemd. Het epos beschrijft een opstand geleid door een religieuze fanaticus, middenin de sertão in het plaatsje Canudos. Steeds opnieuw worden legerexpedities naar het gebied gestuurd, die door de barre omstandigheden van het achterland en de keiharde jagunços, de bandieten van de sertão, verpletterd worden. Een waanzinnige climax beschrijft uiteindelijk de moordpartij op de laatste opstandelingen en de overwinning van het leger.
Beschaving en traditie
Nobelprijswinnaar voor Literatuur Mario Vargas Llosa baseert op het verhaal van Da Cunha zijn bekende roman De oorlog van het einde van de wereld uit 1981. Waar het boek begint als een zwart-witte botsing tussen vooruitgang en onontwikkeldheid, beginnen de scheidslijnen letterlijk te vervagen als de journalist in het verhaal - een verwijzing naar Da Cunha - zijn bril verliest. Beschaving versus traditie, het door hem veronderstelde goed versus kwaad: steeds minder scherp ziet hij de superioriteit van het een boven het ander. Een discussie die vandaag de dag actueler is dan ooit, wereldwijd.
De angsten en de verlangens
Mijn absolute favoriet, en een boek dat op vele lijsten van beste wereldliteratuur figureert, is Diepe wildernis: de wegen, van João Guimarães Rosa uit 1956. De oude boer Riobaldo kijkt terug op zijn vroegere leven als jagunço, de bloedige gevechten die hij streed en zijn vriendschap met Diadorim. Het boek is een hallucinerende trip langs alle angsten en verlangens van het leven, zonder hoofdstukken of onderbrekingen, in experimenteel taalgebruik waardoor je het niet zozeer moet lezen, als wel ondergaan.
In veel opzichten is dit meesterwerk een metafoor voor het leven, en de sertão voor de wereld. Op enig moment valt de lezer samen met Riobaldo en wordt zijn eigen wereld de sertão, voert hij zélf een strijd om het bestaan en met de demonen die in hem huizen. De tocht over de vlakte waarbij kameraden sneuvelen en uitgeteerde paarden door hun hoeven zakken, is één grote verwijzing naar de doortocht van het leven zelf: niet weten waar je uit zult komen, de ogenschijnlijke leegte die voor je ligt en de behoefte, soms, een duivelspact te sluiten om iets tastbaars te bereiken. Het terugkerende metafysische dilemma - wat is werkelijkheid en wat is perceptie? – wordt prachtig verwoord door een oude man die Riobaldo op zijn pad kruist: ‘De sertão neemt of geeft, is u welgevallig of bitter, al naar gelang u zelf bent.’
De boeren en de dieren
De sertão dwingt mensen het leven terug naar de essentie te brengen. Dat brengt een zekere hardheid met zich mee – door de buitenwereld als onbeschaafd gezien – , maar net zo goed een mate van rechtvaardigheid waarvan wij nog kunnen leren.
Neem de traditionele vaqueiros: cowboys die voor de rijke landeigenaar de veestapel beheren. Ruige mannen wier gelooide huid overvloeit in hun klederdracht. Als bescherming tegen de doornen van de caatinga-begroeiing, dragen zij leren broeken, gilets, jassen en een specifiek gevouwen pet, alles handgemaakt en prachtig gedecoreerd. De vaqueiros ‘breken’ hun paarden nog ouderwets (een brute manier om aan een ruiter te wennen), iets wat in de ontwikkelde samenleving als barbaars wordt gezien, en vangen de koeien niet met een lasso, maar door ze aan hun staart te grijpen en mee te sleuren.
De sertão dwingt mensen het leven terug naar de essentie te brengen
Dieren staan hier ondubbelzinnig in dienst van de mens. Tegelijkertijd zijn de vaqueiros rechtstreeks afhankelijk van hun welzijn. De paarden dragen leren borstbeschermers zodat ze zich niet openhalen als ze door de struiken galopperen, en ook de kuddes die de vaqueiros hoeden, met soms tienduizenden koeien of geiten, verzorgen ze alsof het hun kinderen zijn. Dit komt door een verdeelsysteem dat ‘quarteação,’ vierendelen, wordt genoemd. Eens in de zoveel tijd betaalt de landeigenaar zijn mannen uit, door hen één vierde van zijn veestapel te geven. De dieren, ook de paarden, worden gebrandmerkt en de nummers willekeurig getrokken; je weet niet wat je krijgt. De vaqueiro kan de aan hem toegewezen beesten verkopen, of bij de kudde laten tot hij op enig moment zelf een kleine boerderij kan beginnen.
Tijdens hun zwerftochten over de vlakte, geteisterd door hitte, droogte en roofdieren, ontfermen de vaqueiros zich dus met zorg over hun omgeving en over de beesten - ook de zwakke, zieke en gewonde. Ze verzorgen huidinfecties en melken honderden dieren met de hand, om te voorkomen dat de jongen zich dooddrinken. De achterliggende gedachte is gebaseerd op simpele wederkerigheid: als je voor alles goed zorgt, weet je zeker dat je iets goeds terugkrijgt.
Het staat in schril contrast met een economisch model dat in de ontwikkelde wereld meer gangbaar is en lijkt op het in 1833 omschreven Tragedy of the Commons. In dit systeem prevaleert het belang van de enkeling, waardoor het algemeen belang uiteindelijk schade lijdt. Bijvoorbeeld: een visser kan maximaal vis binnenhalen, een grotere boot kopen en zijn winst gestaag zien toenemen; het resultaat op lange termijn is een lege rivier met armoede voor de hele regio. Een vrijbuitersmentaliteit, misschien wel hardvochtiger dan die waarvan de vaqueiros vaak worden beschuldigd.
En nu?
Brazilië kijkt terug op een decennium van voorspoed. Een periode van groei en mega-investeringen om het land op het WK en de Olympische Spelen voor te bereiden. De bewoners van het achterland hebben niet meegeprofiteerd van deze moderniseerslag – hun onderwijs en infrastructuur zijn vergeten, genegeerd of uitgesteld. En terwijl de rest van het land in jubelstemming verkeerde, werd de sertão getroffen door de ergste droogte in tijden. Tussen 2011 en 2012 stierven twee miljoen stuks vee en in 2014 veroorzaakte de natuurramp een geschatte schade van 9 miljard dollar.
Nu de Braziliaanse economie stagneert, worden de bredere effecten van de droogte opeens pijnlijk voelbaar. Het zuidoosten kampt met een ernstig watertekort, megastad São Paulo zat vorig jaar bijna helemaal zonder en door leegstaande reservoirs stokt de hydro-elektrische energie, waardoor overheidsuitgaven oplopen. Het is de Tragedy of the Commons in praktijk. Misschien valt er dan toch nog wat te leren van het achterland.