Hoe zit het toch met ooievaars en baby’s?

Jullie stuurden veel waardevolle tips over correlatie en causaliteit. Een regelmatig terugkerend voorbeeld: ooievaars en geboortes.

Al in de Griekse mythologie werd een verband gelegd tussen vruchtbaarheid en de zwart-witte vogels. Het woord ‘ooievaar’ komt niet voor niets van het Oergermaanse woord voor schatdrager.

Data lijken die mythe te bevestigen. In 1911 liet statisticus George Udny Yule al zien dat Elzasser dorpen met meer ooievaars óók een hoger geboorte-aantal hadden. In 1988 toonde Helmut Sies aan dat in Duitsland de ooievaarspopulatie en het geboortecijfer tegelijkertijd daalden. En Robert Matthews liet zien dat er ook op nationaal niveau een verband is.

En toch (en nu hoop ik niemand te kwetsen): ooievaars brengen geen baby’s. Typisch gevalletje van correlatie en geen causaliteit. Want er mist een factor. Een ‘derde factor,’ die zowel het aantal ooievaars als het geboortecijfer beïnvloedt.

Wat zou die factor kunnen zijn? De verklaringen lopen uiteen.

* Dorpsgrootte: grotere dorpen hebben meer schoorstenen voor ooievaars om in te nestelen én meer mensen (dus meer geboortes). Ditzelfde geldt op nationaal niveau: grotere landen hebben meer plek voor ooievaars én meer baby’s.

* Platteland: op het platteland zijn meer ooievaars én grotere gezinnen.

* Ontwikkeling: door economische ontwikkeling is er meer vervuiling en stedenbouw én krijgen ouders minder kinderen.

Nu maar hopen dat je kinderen niet weten wat causaliteit betekent, de volgende keer dat ze vragen waar kindjes toch vandaan komen.

Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief. Hier lees je een ingezonden brief over het onderwerp van Helmut Sies. Hier lees je meer over de bevindingen van Robert Matthews.