Wat gaat er verloren als een gletsjer smelt of een liefde uitdooft? Daarover gaat dit mooie toneelstuk
In september 2015 reisden vier theatermakers naar Groenland om op een smeltende gletsjer een zelfgemaakt requiem te spelen voor alles wat verdwijnt. Nu staan ze in de theaters met Heimat 2, de grappige, indringende weerslag van hun reis. Ga kijken!
Zijn wij, geïnformeerde mensen van de eenentwintigste eeuw, alwetend en onmachtig? Of weten we niet zoveel, maar bepalen we bijna alles?
Het is een van de vele prikkelende vragen in de nieuwe theatervoorstelling Heimat 2. In september 2015 reisden Freek Vielen, Suzanne Grotenhuis, Harald Austbø en Tim David naar Groenland. De groep theatermakers - die elkaar leerde kennen op het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen en eerder de voorstelling Heimat maakte - ging via Denemarken met de boot naar IJsland, en van daaruit per vliegtuig naar Nuuk, de hoofdstad van Groenland. Onderweg oefenden ze op het requiem dat een van hen schreef, en dat ze bij aankomst staand op een gletsjer speelden. Afscheidsmuziek voor een smeltende ijswereld.
Heimat 2 is het verslag van hun reis. Het is een ongelofelijk slimme voorstelling: geestig, veelzijdig, muzikaal. De makers gingen op reis omdat ze ‘voelden dat het tijd was om ergens afscheid van te nemen,’ zo schrijven ze in de aankondiging. ‘Al wisten ze niet precies waarvan.’
Nu, in het theater, maken ze direct duidelijk dat er iets groots op het spel staat. Onze beschaving, misschien wel? Aan het begin laten ze Ovidius aan het woord, die rond het jaar nul dichtte over een complot van de goden om de mensheid uit te roeien. De aarde en de zee zouden één worden, nergens meer een kuststrook, de daken van villa’s onder water, iemand zou vanuit een roeiboot een vis vangen in het topje van een beuk.
Wie Ovidius’ verzen nu hoort, denkt aan de opwarming van de aarde - en daarover gaat inderdaad een groot deel van de voorstelling. Geëngageerd theater dus, maar dankzij de rake grappen en persoonlijke anekdotes niet te zwaar.
Waar moeten we afscheid van nemen?
De spelers vertellen in de voorstelling zelf over de talloze keuzes die ze maakten in de vertaling van de reis naar het theater. Ze kozen voor een eenvoudig decor, ze kozen kostuums van eenvoudig katoen, ‘maar met epauletten.’
Zo delen ze wel vaker details en beslommeringen, tot het absurd wordt, tot je als toeschouwer zeker weet dat ze het eigenlijk ergens anders over hebben
Zo delen ze wel vaker details en beslommeringen, tot het absurd wordt, tot je als toeschouwer zeker weet dat ze het eigenlijk ergens anders over hebben. Dat ze ons willen confronteren met ons eigen wonderlijke vermogen om altijd maar met dingen bezig te zijn die op dat moment heel belangrijk lijken - iedereen druk en bezorgd over zijn eigen vierkante centimeter, zijn eigen slaaptekort, de oorspronkelijkheid van zijn eigen ideeën - terwijl we ondertussen met z’n allen de planeet verwoesten.
Geprojecteerd op een oud achterdoek zien we beelden van de reis. We zien ze oefenen op het requiem en op hun fanfare-instrumenten, die ze onderweg leerden bespelen. We zien verschillende koren delen van het requiem zingen (in een kerk, in een grot).
We zien fragmenten uit de interviews die ze onderweg maakten. Aan onder meer een bioloog, een filmproducent en de oud-burgemeester van Reykjavik (tevens ex-punker en ex-comedian) vroegen ze: Waar moeten we afscheid van nemen? Waar maak je je zorgen over? De filmproducent maakt zich nergens zorgen over: de wereld is nu zo verbonden dat het alleen maar beter kan worden. De bioloog vertelt over de opwarming, de kou van min 40 Celsius die zeldzaam is geworden. De oud-burgemeester, Jón Gnarr, trekt zich het leed van de hele wereld aan, en als hij dat doet, schieten de tranen hem in de ogen. Hij denkt dat we nog deze eeuw beginnen met het koloniseren van Mars.
Het verlangen naar een idee om onder te schuilen
Dit stuk gaat over wat er verloren gaat als je je wereld te klein maakt, maar ook over wat er op het spel staat als je hem niet groot genoeg maakt. ‘Ik had het gisteren met iemand over klimaatverandering,’ schrijft Rebekka de Wit, de ex-vriendin van Freek Vielen die aanvankelijk mee zou gaan op reis maar toch thuisbleef toen het uit ging - een terugkerend thema. Hij leest op het toneel haar brief voor. Ze schrijft dat het een totaal frustrerend gesprek was, vol van ‘ja maar, en jij dan, en iedereen, en wat als mijn vakantie en wat als China.’ Ze beschrijft haar verlangen naar een nieuw idee, ‘zo groot dat je er onder kunt schuilen’:
iets waardoor we ons weer als optelsom kunnen zien gezamenlijk afhankelijk van een dun laagje atmosfeer een dun laagje aardkorst drijvend op een balletje lava en afhankelijk van een vader een moeder die ooit geboren werden uit een vader en een moeder afhankelijk van elkaar op zo’n manier dat ik niet ben noch jij
Ze suggereert dat de groep daar iets over schrijft, als ze Groenland hebben gezien, ‘het verlangen je eigen weg te gaan / het verlangen samen te zijn.’
Heimat 2 gaat over onze plek in systemen die groter zijn dan wijzelf. Over het wanhopige gevoel dat je krijgt als je de krant leest. Over rijden op een hondenslee en over de keuzes die mensen maken, in de geschiedenis, in relaties, als ze midden in de nacht op een cruiseschip staan en niet weten welke gang ze in moeten lopen. Over het verliezen van je lief, over hoe walvissen slapen en hoe ze verdwalen. Over unnanaaanikotoq, een woord uit het Inuït dat zoiets betekent als ‘ik zal je nooit vergeten omdat je door me heen bent gegaan en ik daarom nu voor altijd een beetje anders ben.’ Over stilstaan, je plek vinden, voelen hoe de aarde draait. Over machteloosheid, rouw, afscheid nemen, hoopvol blijven.
Als je je afvraagt hoe de voorstelling dit allemaal kan dragen, dan moet je zeker zelf gaan kijken. Ik kan het hier niet helemaal navertellen (en zou dat ook niet willen). Beter zie je het met eigen ogen, dit stuk dat steeds prikkelend maar nergens topzwaar is. Er is ook heus wel iets op aan te merken. Het spel stroomt niet overal zo lekker dat je denkt: ja, iedere scène is onontkoombaar. Maar dat soort noten laat ik verder aan de toneelcritici. Wat mij vooral bijblijft, is dat het de makers is gelukt om grappig, openhartig en uitnodigend theater te maken over de opwarming van de aarde en alles wat daardoor op het spel staat. Ja, eindelijk: kunst over klimaatverandering.