Het moet zeker een halfjaar zijn dat ik P. niet heb gezien. Ze was in Punta del Este, een plek in Uruguay die volgens haar het paradijs op aarde symboliseerde. Maar P. is, als het om het paradijs op aarde gaat, nogal wispelturig. Het bevindt zich dan weer daar en dan weer hier. Bijna altijd in Zuid-Amerika, dat wel.

P. leerde ik kennen toen ik niet lang na mijn verhuizing naar New York in 1995 in haar restaurant Tanti Baci begon te werken. Eerst at ik in haar restaurant, toen begon ik er te werken en vervolgens werd ik verliefd op haar dochter. Dat was de volgorde. Het was meer een kelder dan een restaurant, maar de prijzen waren navenant en het eten was goed.

P. was een overlever, zij het van de mystieke soort. Meer dan eens mailde ze: ‘Alleen God kent de geheimen van het menselijke hart.’ Hoe ik dit precies moest interpreteren, heb ik nooit nagevraagd. Er waren geheimen, er was een hart. Dat was genoeg. En volgens haar was er ook een God, die de geheimen kende.

Ook brandde ze regelmatig kaarsjes voor heiligen en doden, in haar restaurant, bij haar thuis en vermoedelijk op nog wel meer plaatsen.

Op donderdag nam ze me mee naar Tango La Nacional op 14th Street, een club die zich aanprees met de woorden ‘Take The Subway to Buenos Aires

Behalve de heiligen was er onroerend goed in haar leven, een gebouw in Brooklyn waar huurders aan vastzaten. Ze had het ooit met haar broer gekocht en ze beweerde al heel lang dat ze het wilde verkopen, maar het kwam er maar niet van. Een paar keer had ze het ook aan mij aangeboden, maar behalve dat ik het absoluut niet kon betalen, wilde ik niet opgescheept zitten met allemaal huurders in Brooklyn. Uit haar verhalen had ik begrepen dat huurders nog arbeidsintensiever waren dan kinderen. Dan was er een lekkage, dan was er geen warm water, dan was er geluidsoverlast.

Op donderdag nam ze me mee naar Tango La Nacional op 14th Street, een club die zich aanprees met de woorden ‘Take The Subway to Buenos Aires.’

Ook Buenos Aires is volgens P. een paradijs op aarde, maar dat kan ermee te maken hebben dat ze daar een minnaar heeft zitten. Hoewel ze zich al een paar jaar beklaagt over die minnaar, hij kan weinig goed doen, maar ik sluit niet uit dat sommige mensen geliefden nemen om zich eens goed te kunnen beklagen.

Of ze tango met me wilde dansen, wist ik niet. Ik kan geen tango dansen, hoewel ik ooit wel lessen heb genomen, maar ik wilde P. niets weigeren. Ze is een dominante vrouw en juist omdat ik haar zo weinig zie, kan ik goed met haar dominantie leven.

Tango La Nacional was niet alleen licht verlopen, de club had ook een buitengewoon filmisch karakter.

De laatste keer dat ik mensen de tango had zien dansen was in hotel Schatzalp in Davos. Iemand die de dansers ook had gezien zei terecht: ‘Dit zijn doden.’ Daar hadden ze veel van weg.

De tangodansers in Tango La Nacional waren niet dood, maar wel stervend. De gemiddelde leeftijd lag rond de zestig maar er waren ook negentigjarigen te bekennen. En de verlichting was betrekkelijk schaars, met beter licht waren veel tangodansers ongetwijfeld nog ouder uitgevallen.

Mijn geliefde was mee en die kon genade vinden in de ogen van P. ‘Ze is intelligent,’ zei ze, maar ook met haar wilde ze niet de tango dansen. P. bleek vooral naar club Tango la Nacional te zijn gegaan omdat ze zelf een tangoclub in New York wilde beginnen.

Er gaat misschien weinig boven de tango - ik kan daar niets over zeggen, ik ben een uitgesproken atheïst als het om tango gaat -, maar P. leek vastbesloten zich met tangodansers te omringen de laatste jaren van haar leven.

Een oude man, eind tachtig vermoedelijk, ging na het tango dansen rond met koekjes. ‘Die heb ik zelf gebakken,’ zei hij tegen iedereen met een bijzonder schorre stem en het was niet alleen die stem die hem op de Godfather deed lijken.

Ik liet het koekje liggen en toch, ondanks deze lafheid, drong de waarheid weer eens tot me door. Thuis ben je waar hoogbejaarde tangodansers rondgaan met zelfgebakken koekjes.

Lees mijn columns en hoogtepunten hier terug Iedere week opnieuw stel ik de vraag: waar ben je thuis? Ook deel ik iedere week een hoogtepunt uit mijn bestaan als hotelmens. Als de geheime diensten toch alles al van je weten, dan kun je maar beter je leven bij voorbaat met de wereld delen. Hier staan ruim twee jaar aan columns en hoogtepunten op een rij