Als Turkse journalist mag je blij zijn dat je niet doodgaat

Vorige week nam de Turkse overheid een krant en een persbureau over. Een incident waar terecht veel ophef over was. Maar achter dit incident gaan structurele problemen schuil. Waar lopen Turkse journalisten zoal tegen aan?
āTurkije kent een zeer dynamisch medialandschap, gebaseerd op stevige kritiek op de regering waar nodig.ā
Dat zei de Turkse premier Ahmet Davutoglu vorige week maandag op de persconferentie na de vluchtelingentop in Brussel. Enkele uren daarvoor had de Turkse rechter de overname van persbureau Cihan verordend. Een nieuwe bewindvoerder bracht de journalistieke koers vervolgens in lijn met die van andere regeringsmedia.
Voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk haastte zich om te zeggen dat de persvrijheid in Turkije nog altijd belangrijk was voor toetredingsonderhandelingen met de EU. Een uitspraak die tot nu toe zonder consequenties is gebleven.
In ieder geval stond met de overname van de Feza-mediagroep, waartoe naast persbureau Cihan ook de kranten Zaman en Todayās Zaman behoren, de persvrijheid in Turkije weer volop in de internationale belangstelling.
Maar de problemen zijn niet nieuw. Er gaat geen week voorbij zonder dat journalisten in Turkije hun baan verliezen en aangeklaagd of gevangengezet worden. De enorme polarisatie in de samenleving en de belangenverstrengeling van mediamagnaten hebben de situatie de laatste jaren snel en drastisch verslechterd.
Probleem 1. De repressie neemt toe
Terwijl politieagenten Zaman-journalisten naar buiten werkten en het archief in beslag namen, werden buiten het gebouw demonstranten met traangas op afstand gehouden. Internationale media presenteerden Zaman vervolgens als āde grootste kritische krantā van Turkije.
Daarbij bleef de omstreden rol van de aan de Gülenbeweging gelieerde krant tot drie jaar geleden vaak onvermeld. āZaman zelf heeft de persvrijheid in Turkije ongelooflijk veel schade berokkend,ā roept Asli Tunc, professor mediastudies aan de Bilgi Universiteit in Istanbul, niet voor niets in herinnering.
Tijdens de Geziparkprotesten en bij het proces van Ahmet Sik trok de krant met de regering ten strijde tegen het vrije woord
āTijdens de Geziparkprotesten en bij het proces van Ahmet Sik trok de krant mĆ©t de regering ten strijde tegen het vrije woord,ā vervolgt ze. Terwijl Geziparkdemonstranten - geheel in lijn met de regering - als onruststokers werden weggezet, voerde Zaman een persoonlijke campagne tegen Ahmet Sik, die werkte aan een boek over de Gülenbeweging.
De Gülenbeweging, die veel volgelingen had in het onderwijs en het politie- en justitieapparaat, vormde jarenlang een verstandshuwelijk met de AKP om gemeenschappelijke vijanden uit te schakelen. Toen Recep Tayyip Erdogan en Gülen in 2013 gebrouilleerd raakten, startte die eerste een heksenjacht. Gülenvolgelingen werden in alle geledingen van de samenleving uit hun functie ontheven en aangeklaagd.


Deze problematische geschiedenis neemt niet weg dat de overnames van Zaman en Cihan symbool staan voor een toenemende repressie van ieder medium dat het waagt kritiek te uiten op het bewind van de AKP en president Erdogan. Of, zoals Zeynep Karatas, verslaggever van Todayās Zaman, het verwoordt: āHet recht op vrije nieuwsgaring moet gewaarborgd worden, onafhankelijk van de achtergrond van de krant,ā aldus de journaliste die net als veel van haar collegaās geadviseerd werd vakantie op te nemen.
Probleem 2. De media zijn volledig gepolariseerd
Van vrije nieuwsgaring is al enige tijd nauwelijks meer sprake in Turkije, stelt Tunc. En dat heeft niet in de laatste plaats te maken met de polarisatie in de Turkse samenleving. āOf je bent voor, of je bent tegen de regering. En als je voor de regering bent, word je geacht je aan te passen aan het standaardverhaal van de mainstream media: namelijk dat van dappere Turkse soldaten die als martelaren hun leven offeren tegen kwade terroristen. Er bestaat in de mainstream media een grote angst om als pro-PKK gezien te worden,ā stelt Tunc.
Het conflict in het zuidoosten van het land, waarin het Turkse leger sinds afgelopen zomer slag levert met de YDG-H, een jeugdtak van de PKK, heeft de toch al diepe scheidslijnen in de Turkse samenleving op scherp gezet.
āVrede is een vies woord geworden,ā zegt Tunc. Dat bleek wel toen een groep van meer dan duizend academici die in januari in een petitie opriep tot vrede zich zag geconfronteerd met ontslagen en politieverhoren. āZo zaait men angst en durft niemand zich meer over dit onderwerp uit te spreken,ā aldus Tunc.
Probleem 3. Mediaconglomeraten hebben belangen
āHet is haast onmogelijk om menselijke verhalen uit het zuidoosten te lezen in de Turkse media. Wat is de impact van het conflict op de burgers daar? Zelfs als journalisten zoān verhaal zouden willen maken, dan wordt het niet gepubliceerd. Het moet allemaal in het heersende wij-zij-discours passen,ā stelt Tunc die Koerdische media aan de andere kant van het spectrum hetzelfde verwijt maakt. Beide kampen preken voor eigen parochie en geloven daarom bij voorbaat al niet wat de ander bericht.
Hoe kan je journalistiek bedrijven als je baas tegelijkertijd een oliebedrijf leidt dat goede banden met de regering moet hebben om opdrachten binnen te halen?
Dat de spaarzame pogingen de krant niet halen, heeft te maken met de dominante mediaconglomeraten die er naast belangen in de media ook belangen in andere ā veel winstgevender ā sectoren op nahouden. Veel mediamagnaten hebben alleen belangen in de media om de regering te plezieren. Tunc: āHoe kan je journalistiek bedrijven als je baas tegelijkertijd een oliebedrijf of een telecombedrijf leidt dat goede banden met de regering moet hebben om opdrachten binnen te halen?ā
Het gevolg is dat de mensen in Turkije propaganda voorgeschoteld krijgen in plaats van journalistiek. āWe zien nauwelijks meer journalisten die de juiste vragen kunnen stellen. Neem de persconferenties of tv-interviews van tegenwoordig. Die zijn vaak volledig geĆ«nsceneerd. De propagandamachine werkt op een heel effectieve manier,ā zegt Tunc, die benadrukt dat zelfcensuur vanwege de belangenverstrengeling en de propaganda een zeer wijdverbreid probleem is in het medialandschap in Turkije.
Probleem 4. De president voert een persoonlijke vendetta

Terwijl het overgrote deel van de journalisten zwicht voor de druk, duurt de campagne tegen hen die niet willen luisteren voort. Cumhuriyet-hoofdredacteur Can Dündar en verslaggever Erdem Gül zagen in januari van dit jaar voor een verhaal over Turkse wapenleveranties aan rebellen in Syrië meermaals levenslang tegen zich geëist worden.

Afgelopen maand werden ze na een beslissing van het Constitutioneel Hof voorlopig vrijgelaten. President Erdogan zei vervolgens dat hij de uitspraak van het Hof niet respecteerde. Het feit dat er nauwelijks kritiek klinkt vanuit de EU, is volgens Tunc niet bevorderlijk maar vanuit Europees perspectief eenvoudig te verklaren. āHet enige belang van de EU lijkt nu de vluchtelingencrisis stoppen. Omdat het Turkije daarvoor nodig heeft, is dat de bovenliggende partij in de onderhandelingen en daar maakt het handig gebruik van.ā
Ook Turkse burgers lijken zich over het algemeen niet al te veel zorgen te maken over de persvrijheid. āZolang er geen financiĆ«le crisis is, zal het onze tijd wel duren, is de mentaliteit. Helaas realiseert men zich niet hoe gevaarlijk de huidige situatie is,ā meent Tunc.
Probleem 5. De media zelf zijn verdeeld
Cameraman en fotograaf Refik Tekin is een andere journalist die zich niet door de intimidatie of zelfcensuur laat tegenhouden. Hij deed verslag van het uitgaansverbod in Cizre, waar het Turkse leger de afgelopen drie maanden operaties uitvoerde. Grote delen van de stad werden verwoest en volgens mensenrechtenorganisaties kwamen daarbij honderden mensen om het leven, waaronder journalist Rohat Aktas.
Dat ik blij mag zijn dat ik niet doodgegaan ben, typeert de situatie van de media in Turkije op dit moment
Ook Tekin moest zijn werkzaamheden bijna met zijn leven bekopen. Toen hij een groep burgers filmde die de lichamen van overleden familieleden van de straat probeerde te halen, werd de groep onder vuur genomen door het leger. Terwijl de camera draaide, raakte een kogel Tekins scheenbeen. āIk werd vervolgens het ziekenhuis binnengesleept, terwijl een haag politieagenten mij voor de ingang op het gezicht sloeg. Dat ik van de pers was, vonden ze niet interessant. Voor hen was ik een terrorist,ā vertelt hij.
Het probleem dat veel lokale journalisten in het zuidoosten hebben, in vergelijking met journalisten als Can Dündar, is dat ze internationaal weinig bekendheid genieten. Terwijl zij verslag deden in een vergeten uithoek van het land, schreef Dündar vanuit de gevangenis opiniestukken voor grote Europese media om aandacht te vragen voor zijn situatie. āAls Dündar niet naar de regio komt, had ik liever gezien dat hij niet vrijgelaten zou zijn,ā zegt Tekin. De uitspraak tekent het gebrek aan solidariteit onder collega-journalisten in Turkije.
Terwijl zijn neef Muhammed hem ontbijt voorzet in zijn huis in Diyarbakir hoort Tekin van een collega dat de rechter een bevel heeft gegeven zijn werkgever IMC TV uit de lucht te halen. Enkele uren later is het zover. Tekin schudt het hoofd: āIk heb geluk gehad dat ik nog leef,ā realiseert hij zich. āEn dat ik blij mag zijn dat ik niet doodgegaan ben, typeert de situatie van de media in Turkije op dit moment.ā