Spring naar inhoud

Turkse hoogmoed en Europese nederigheid

De deal is definitief. Vanaf 20 maart, komende zondag, zullen alle ‘irreguliere migranten’ die de oversteek maken van Turkije naar de Griekse eilanden teruggestuurd worden.

Na het sluiten van het akkoord gaven Ahmet Davutoglu (de Turkse premier), Donald Tusk (de voorzitter van de Europese Raad) en Jean-Claude Juncker (de voorzitter van de Europese Commissie) een surreële persconferentie.

De deal is volledig in overeenstemming met het asielrecht, claimde Tusk. Er is geen sprake van collectieve uitzettingen. Elke migrant die op de Griekse eilanden arriveert, zal de kans krijgen een asielaanvraag in te dienen.

Alleen wel met de garantie op een nee. Iedereen wordt immers teruggestuurd.

Hoe is dat nu toch mogelijk? De Europese asielprocedure schept de ruimte een aanvraag af te wijzen wanneer iemand via een ‘veilig derde land’ is gereisd. Griekenland kan dus iedereen terugsturen als het Turkije in die categorie indeelt.

Alleen staat er in de Europese richtlijn ook dat een lidstaat een ander land alleen als ‘veilig derde land’ kan bestempelen als daar de mogelijkheid bestaat om de vluchtelingenstatus aan te vragen. En bij succes bescherming te genieten overeenkomstig het Verdrag van Genève.

Die mogelijkheid bestaat in Turkije lang niet voor alle vluchtelingen. Het Verdrag van Genève is in Turkije alleen van toepassing voor burgers die komen uit landen die lid zijn van de Raad van Europa. Onder een nieuwe wet die in april 2014 van kracht is geworden, kunnen Syriërs wel tijdelijk bescherming krijgen.

Tijdens de persconferentie stelde Valentina Pop van TheWall Street Journal dé cruciale vraag aan Davutoglu: ‘Bent u bereid uw wetgeving aan te passen?’

Davutoglu ging er in het geheel niet op in. Wel zei hij dat Turkije nog nooit van enige internationale waarnemer kritiek heeft gekregen op de manier waarop Turkije vluchtelingen behandelt. Er is in Turkije ook in het geheel geen sprake van racisme. ‘Dit is onze cultuur,’ zei hij trots.

Het moet zijn dat hij alleen de door de overheid goedgekeurde kranten leest. Onafhankelijke bronnen rapporteren over discriminatie en exploitatie van Syrische vluchtelingen, die vaak geen toegang hebben tot gezondheidszorg en onderwijs.

Verder greep de Turkse premier de kans om de EU de les te lezen. Ongelooflijk dat dicht bij het gebouw waar hij nu achter het katheder staat sympathisanten van de terroristische organisatie PKK de kans kregen te demonstreren, foeterde hij.

Tusk en Juncker keken als boeren met kiespijn. Juncker perste er nog uit dat hij België een eerzaam land vond. Maar ze lieten het na de Turkse premier op hun beurt aan te spreken op de mensenrechtenschendingen in Turkije. Tusk meldde wel dat hij de dag tevoren had gesproken met de Oekraïense president over de noodzaak dat Rusland de gevangen Oekraïense piloot Nadia Savchenko onmiddellijk vrijlaat, maar zweeg in alle talen over gevangen journalisten in Turkije.

Het was een pijnlijk schouwspel. Maar in de wandelgangen zeiden voorstanders van de deal achteraf dat Davutoglu hier stoer mag lopen doen, maar dat Turkije écht de wetgeving zal moeten aanpassen. Anders krijgt het niet wat het wil: visumvrij reizen voor Turken naar EU-landen en voortgang in de onderhandelingen over het lidmaatschap van de Unie. Als deze deal werkt, zeiden de apologeten, kan dat het einde betekenen van het drama op de Egeïsche Zee en op de Griekse eilanden. Wanneer de nu zo troosteloze en oncontroleerbare stroom eenmaal ingedamd is, kunnen EU-landen vervolgens besluiten vluchtelingen - niet alleen één Syriër voor elke teruggestuurde Syriër - rechtstreeks uit Turkije op te nemen.

Ik help het ze hopen. Maar voorlopig ben ik geneigd een journaliste van de onlangs door de Turkse overheid overgenomen krant Zaman gelijk te geven. Nadat ze bij de persconferentie geen kans had gekregen een kritische vraag te stellen, riep ze: ‘Schande over Europa.’

Over de situatie van Syrische vluchtelingen in Turkije De Europese richtlijn over de asielprocedure De tekst van het akkoord tussen de EU en Turkije
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding