Nieuw voor leden: makkelijker kennis delen en terugvinden onder de stukken van De Correspondent

Rob Wijnberg
Oprichter

Jullie, onze leden, delen dagelijks heel veel waardevolle kennis, expertise en ervaring onder de stukken op De Correspondent. Om die bijdragen nog beter uit de verf te laten komen, hebben we zeven verbeteringen aan onze bijdragensectie doorgevoerd. Suggesties voor nieuwe verbeteringen blijven zeer welkom.

Dat jullie, onze leden, belangrijk zijn voor De Correspondent, is genoeglijk bekend. Zonder jullie financiële steun bestonden we immers niet.

Maar onze leden zijn ook om andere redenen cruciaal voor onze journalistiek. Want jullie vormen de grootste bron van kennis, expertise en ervaring die wij, journalisten, tot onze beschikking hebben.

De belofte van interactie, is die ooit ingelost?

Die bron van kennis is er altijd al, maar wordt door de journalistiek nauwelijks benut. Al anderhalve eeuw is journalistiek vooral een kwestie van zenden. In de krant, op de radio of op televisie: er is nauwelijks interactie mogelijk tussen journalist en publiek.

Door de komst van internet is dit radicaal veranderd. Online is de drempel om te reageren drastisch verlaagd. Opeens kan de lezer, kijker of luisteraar (direct) meepraten. Die mogelijkheid wordt vaak een heuse revolutie genoemd: een transformatieve democratisering van de

Maar als je kijkt naar hoe de journalistiek anno 2016 opereert, kun je betwisten of het wel zo’n revolutie is geworden. Natuurlijk, de ‘stem van de burger’ klinkt luider dan ooit - via nieuwssites, fora en sociale media. Maar, die stem is niet altijd even constructief, informatief of representatief. Met als gevolg dat mensen met waardevolle kennis en expertise zich minder of zelfs helemaal niet geroepen voelen hun inzichten te delen.

De belofte van online interactie tussen journalist en publiek wordt dan ook vaak niet ingelost. Integendeel, steeds meer (traditionele) media nemen juist afscheid van hun reactiemogelijkheden. Zeven grote Amerikaanse nieuwssites, waaronder Reuters en The Verge, hebben hun comment section En ook in Nederland zie je dezelfde ontwikkeling: bij de Volkskrant kun je op de meeste artikelen niet reageren, de site van NRC Handelsblad heeft vorig jaar de reacties helemaal uitgezet en onlangs deed weekblad Elsevier hetzelfde. Volgens plaatsvervangend hoofdredacteur René van Rijckevorsel voelde de beslissing om geen reacties meer toe te laten ‘alsof we na twaalf jaar strijd toch hebben verloren van de

Maar het ligt ook aan de journalisten zelf

Op het eerste gezicht is dat misschien een logisch sentiment. Maar is er door journalisten wel echt een ‘strijd’ geleverd? Hebben ze er wel alles aan gedaan betere reacties te krijgen?

Mijn antwoord zou zijn: allesbehalve. De belangrijkste tekortkoming? Journalisten mengen zich zelden tot nooit in de gesprekken onder hun werk. Hoewel de eenentwintigste eeuw interactieve journalistiek mogelijk maakt, is het de negentiende-eeuwse status quo die nog altijd regeert: stuk schrijven, publiceren en naar huis.

Hoewel de 21ste eeuw interactieve journalistiek mogelijk maakt, is het de 19e eeuwse status quo die nog altijd regeert: stuk schrijven, publiceren en naar huis

Bovendien spreken journalisten ook zelden hun verwachtingen uit. Wat hopen ze dat lezers bijdragen in de reactievelden? Welke vragen hebben ze? Aan wat voor reacties hebben ze het meest?

Bij De Correspondent proberen we daar iets aan te veranderen. Door zo veel mogelijk terug te praten, en naar aanleiding van jullie bijdragen. En ook: door duidelijker te zijn over wat we uit de bijdragen

In een notendop is dat: via de bijdragen hopen we kennis, expertise en ervaring naar boven te halen over de onderwerpen waarover we schrijven. We hopen dat jullie onze journalistiek verrijken met ervaringen, nieuwe bronnen, onderzoeken en, natuurlijk, kritische tegenwerpingen of scherpe commentaren. Op die manier stopt de journalistiek niet aan het einde van een stuk, maar gaat ze eronder gewoon door. Bovendien komen we op die manier op ideeën voor nieuwe stukken.

Zo hebben we onze bijdragensectie verbeterd

Om die kennis en ervaring nog beter uit de verf te laten komen, hebben we een aantal verbeteringen aan onze bijdragensectie doorgevoerd.

De belangrijkste is dat de auteur van een stuk nu bijdragen kan uitlichtenen bovenaan kan zetten. Zo ontstaat er meer ordening in de (vaak tientallen) bijdragen en kun je als lid sneller de meest journalistiek relevante terugvinden. Onder de uitgelichte bijdrage vind je de knop Bekijk in context: daarmee ga je automatisch naar de plek en het eventuele gesprek waar de bijdrage zich bevindt.

Daarnaast kunnen ook andere (gast)correspondenten waardevolle bijdragen markeren en zo beter vindbaar maken. Stel dat correspondent Economie Jesse Frederik een stuk schrijft over het rendementsdenken en in de bijdragen geven een leraar, een politieagent en een dokter daar treffende voorbeelden van. Onze correspondenten Onderwijs (Johannes Visser), Politie (Bart de Koning) of Zorg (Sander Heijne) kunnen deze bijdragen dan markeren, waarna ze sneller vindbaar zijn door het vaantje aan de zijkant.

Wordt een bijdrage van jou uitgelicht? Dan ontvang je daar een mailtje over. Bijdragen blijven overigens niet zichtbaar voor niet-leden.

Ook kun je vanaf nu direct linken naar een goede bijdrage. In het uitklapmenu kun je met de knop ‘Kopieer link naar deze bijdrage’ de link kopieren en delen via sociale media of e-mail. Leden van De Correspondent komen via die link direct uit op de bijdrage in kwestie.

Daarnaast hebben we nog een aantal subtiele visuele verbeteringen aan de bijdragesectie doorgevoerd. Zo kun je je eigen bijdragen nu beter herkennen aan de omgekeerde kleurstelling in je avatar links van je bijdrage:

Ook worden gastcorrespondenten nu met een rood expertiselabel en een foto getoond:

Daarnaast kun je de nieuwe bijdragen sinds je laatste bezoek nu herkennen aan het rode bolletje links van de bijdrage. Zo weet je direct welke bijdragen je al hebt gezien en welke niet.

Met deze verbeteringen hopen we weer een belangrijke stap te hebben gezet in de richting van wat we willen zijn: geen medium dat alleen maar zendt, maar een platform waar journalisten en leden structureel kennis en ervaring met elkaar uitwisselen.