Wat als Turkije wél EU-lid was geworden?

Tien jaar geleden hield de droom op. Turkije kon hoog of laag springen, maar de Europeanen lieten merken het islamitische land liever buiten de boot te willen houden. De gevolgen van die ‘allergie’ voor de Turken bleken groter dan men had kunnen voorspellen: een vluchtelingenstroom van jewelste richting de EU-landen en een Turkije in de wurggreep bij een nieuwe sultan.
Het is een kleine robot die zeshonderd jaar eenzaamheid trotseert. Op een verlaten aarde ruimt hij vuilnis en viezigheid op, opdat het leven naar de planeet terugkeert. Dat leven komt, maar in de vorm van een kleine plant. WALL•E, want zo heet onze vuilnisman, en zijn robotvriendinnetje Eve dragen zorg voor de plant geven hand in hand de start voor een nieuw begin.


Ik ben bepaald geen weekhartige, maar het verhaal van WALL•E raakte me. De sympathieke robot deed me denken aan mensen die op deze aarde leven. Zoals WALL•E waren ook zij een en al vastberadenheid. Zoals WALL•E gingen ook zij regelmatig kapot maar knapten zichzelf op om door te kunnen gaan met hun strijd.
Akin Birdal sprak ik ooit in zijn huis. De toenmalige voorzitter van de Turkse mensenrechtenorganisatie die op zijn kantoor was beschoten en in zijn ziektebed journalisten ontving. Of neem journalist en schrijver Ahmet Sik, hem zag ik bij de Geziparkrellen van 2013 met een bebloed voorhoofd verslag doen van de gebeurtenissen. Een verslaggever, die een jaar vast had gezeten vanwege een boek dat nog niet gepubliceerd was en net voor de Gezirellen uit de gevangenis ontslagen was.
Waarom ik dit allemaal vertel: dit stuk gaat over de Turkse democraten die generatie op generatie hebben gestreden voor aansluiting bij het Westen. En aangezien de grote meerderheid van het land uit moslims bestaat en in landen waar de islam domineert nooit volledige democratie heeft kunnen aarden, leek deze strijd een die gedoemd was tot mislukken.
Of had Turkije toch een kans kunnen hebben? Wat als de Europese Unie dit moslimland het voordeel van de twijfel had gegund?

Waarom falen landen?
In het monumentale boek Why Nations Fail van Daron Acemoglu en James A. Robinson wordt het vraagstuk over waarom in sommige landen sprake is van welvaart en in andere landen niet uitvoerig behandeld. Volgens de twee economiehoogleraren gaat het bij de ontwikkeling van welvaart niet altijd om de historische en religieuze achtergronden van de natie. Het gaat er veel eerder om dat een land zijn volk de mogelijkheid geeft deel te nemen aan de economische ontwikkeling. Door onafhankelijke democratische instituties te stichten, die in stand te houden en te laten controleren.
Toevallig verkiest de leiding van een land soms het belang van het volk boven dat van zichzelf
De bekendste voorbeelden van ‘niet-westerse’ landen die dat deden en zich hebben vastgeklampt aan de rijdende wagon van democratie zijn Japan en Zuid-Korea. Acemoglu en Robinson kunnen er echter niet de vinger op leggen wat het geheim is van hun democratisering. Waarom lukt het bij de een wel en bij een ander niet? De twee economen geven het voorbeeld van twee Afrikaanse rivierdorpen. Terwijl aan de ene kant van de rivier een democratisch stelsel hoogtij viert, gaan de bewoners van het dorp aan de andere kant gebukt onder tirannie en schaarste.
Een stel factoren, zoals de geografische ligging en de historie, verklaart de verwezenlijking van een open maatschappij. Maar de grootste factor is misschien wel het toeval. Toevallig verkiest de leiding van een land soms het belang van het volk boven dat van zichzelf (Zuid-Korea). Een andere keer wordt het land op sleeptouw genomen door het juiste instinct van het volk en schuift het meer dan alle andere buurlanden richting die westerse waarden (Tunesië).


En Turkije?
Wat Turkije betreft; een droomscenario had zich aangediend voor dat land. Het kon in 2005 eindelijk om de tafel gaan zitten met de Europese Unie om serieuze gesprekken te voeren over volledig lidmaatschap. We spreken over een land dat sinds de jaren vijftig NAVO-lid is. Dat al meer dan een halve eeuw EEG-lid is en later EU-lid wil worden. Het is alsof een begenadigde rechtsbuiten alle tegenstanders had uitgekapt, de keeper had omzeild en in een snelle blik had gezien dat de Turkse spits vrij voor het doel stond.
Maar zeer spijtig voor de academici die in hun strijd voor meer democratie doodgeschoten zijn, voor dichters die voor hetzelfde doel hebben gestreden, verbannen zijn en in den vreemde hun laatste adem hebben uitgeblazen. Ook triest voor schrijvers en politici die slachtoffer zijn geworden van aanslagen omdat ze meer vrijheid wilden.
De rauwe werkelijkheid is namelijk dat de Turkse spits die vrij voor het doel stond die bal niet aangespeeld heeft gekregen. Een jaar na de start van de officiële gesprekken voor volledig EU-lidmaatschap deden Nicola Sarkozy en Angela Merkel al koeltjes tegen de Turken. Een paar jaar later was de geboorte van het dode kind de waarheid als een koe.

Wat als dat toch EU-lid was geweest?
Maar hoe men ook zijn best doet om Turkije buiten Europa te houden, het lukt van geen kant. Gaat de Europese democratie niet naar het Turkse grondgebied, dan komt de ellende van het Midden-Oosten via Turkije wel naar Europa.


De export van Turks ‘gif’ richting Europa werd een week geleden ook door Kemal Kilicdaroglu, leider van de grootste Turkse oppositiepartij CHP, beaamd. Na de aanslagen in Brussel wees hij met de beschuldigende vinger naar de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. ‘Hij lokte de burgeroorlog in Syrië uit. Als hij zich niet in de binnenlandse aangelegenheden van ons buurland had gemengd en geen wapens had gestuurd naar radicale groeperingen die van hem Bashar al-Assad moesten afzetten, dan had je geen miljoenen vluchtelingen gehad. Ook waren de Europese moslims niet zodanig geradicaliseerd als ze nu zijn. Erdogan heeft de hele regio vergiftigd,’ zei Kilicdaroglu.
Hoewel deze weinig charismatische seculier bij elke verkiezingen het onderspit delft en niet bepaald bekendstaat om zijn overtuigingskracht, heeft hij in deze kwestie wel een punt. Het was het regime van Erdogan dat toestond dat het land een ‘snelweg’ werd voor jihadisten die vanuit de Europese landen kwamen en zo snel mogelijk Syrië in wilden gaan. Erdogan en de zijnen maakten er geen geheim van dat ze een achtertuin wilden maken van Syrië. ‘Binnen een paar maanden zullen we het vrijdaggebed in de moskee in Damascus doen,’ zeiden ze glunderend van blijheid en optimisme.


Als Assad eenmaal weg was, was de rest kinderspel. De nieuwe regering zou er een van soennieten zijn, een die altijd oren had naar het advies van de Turken. De Turkse islamisten begonnen te dagdromen in hun kranten: het Ottomaanse Rijk diende zich weer aan, de invloed van de Turken zou zich weer uitbreiden. De mooie, glorieuze tijden kwamen weer terug. En ja, het kon geen kwaad om voor dat haast heilige doel wapens te leveren aan jihadisten.
Als een boer in Afrika zijn geit kwijtraakt is het volgens Kilicdaroglu ook de schuld van Erdogan
Maar we zijn nu vijf jaar verder. Erdogan heeft het genot van het bidden in Damascus niet mogen beleven. Geen opleving van de grootmacht van voorheen. In plaats daarvan is het volledig verstrikt geraakt in de Syrische burgeroorlog die tot de komst van meer dan twee miljoen vluchtelingen en regelmatige bomaanslagen in de Turkse steden leidde. Bovendien beleven de Turkse democraten de zwaarste tijd van hun levens. De president die ze rond 2005 steunden vanwege diens pro-EU-beleid, blijkt een ware Janus te zijn, de Romeinse god met de twee gezichten. De eerste ‘moslim-democraat’ van de islamitische wereld van voorheen toonde na de afwijzing door de Europeanen zijn andere gezicht: een despoot die er niet voor terugdeinst om dissidenten in de gevangenis te laten gooien en hele Koerdische wijken kapot te laten schieten.
Op sociale media is de afgelopen dagen vooral lacherig gedaan over de woorden van de Turkse oppositieleider: ‘Als een boer in Afrika zijn geit kwijtraakt is het volgens Kilicdaroglu ook de schuld van Erdogan.’ Ondanks de hoon van het internetvolk is het wellicht verstandig om even stil te staan bij die uitspraken van de eeuwige verliezer Kilicdaroglu. Hij zegt namelijk iets wat de Europese leiders nu liever niet ter sprake willen brengen. Europa heeft het te druk met het handjeklappen met Erdogan om de vluchtelingen terug te sturen. Een debat over de rol van de Turkse president bij het ontstaan van de hele vluchtelingenstroom heeft nu werkelijk geen prioriteit.


Helaas, de droom is over
Maar die spits die de bal niet kreeg. In 2005 was zelfs een zacht briesje van de EU genoeg om Turkije in rap tempo te transformeren. Ik woonde er. Met veel andere democraten zetten we in een van de mooiste landen van de wereld als hongerige kinderen onze tanden in vruchten die voor de bewoners van dit grondgebied ongekend heerlijk smaakten. De mensenrechten werden beter nageleefd, de vrijheid van meningsuiting leek gewoon te worden, de een na de andere nieuwe hervorming, die de natie een stuk dichterbij het Westen moest brengen, werd ingevoerd. De etnische minderheden kregen meer culturele rechten, de christelijke minderheden kregen hun bezittingen terug, de overheid plaatste camera’s in politiebureaus om martelpraktijken in de ban te doen, het politieke overwicht van de militairen werd uit de wet geschrapt enzovoort. Dankzij deze nieuwe sfeer stroomden buitenlandse investeringen als nooit tevoren naar Turkije en veerde de economie op een spectaculaire wijze op. Het leek erop dat de islam prima kon samengaan met een volwaardige democratie.


En toen gingen de Europeanen op de rem staan. Wellicht geschrokken door het feit dat de Turken zo snel aan de Kopenhagencriteria wisten te voldoen. Bang geworden voor het vooruitzicht dat miljoenen moslims weldra aan hedendaagse, denkbeeldige poorten van Wenen zouden staan, hebben ze deze bijzondere ontwikkeling in de kiem gesmoord. Verlaten door de Europese gesprekspartners gingen de Turken op zoek naar andere avonturen en belandden al snel in de hun bekende wereld van fantasieën en grootheidswaanzin. Hoe meer ze de baas van het Midden-Oosten wilden worden hoe slechter het daar ging.
Had Erdogan ook ondanks een springlevend EU-proces deze gevaarlijke paden kunnen bewandelen? Het antwoord is een klinkklaar nee. De praktijk leerde namelijk dat het Turkse volk een grote voorstander was van EU-lidmaatschap. Pas toen ze door begonnen te krijgen dat ze niet gewild waren door de Europeanen, draaiden ze de Europeanen de rug toe. Wat Erdogan deed, was niet veel anders. Een toetredingsproces had hem in toom gehouden. En anders was hij weggestemd omdat de altijd pragmatische Turken heel goed doorhadden wat EU-lidmaatschap hun te bieden had.
Helaas, de droom is over. Het Westen maalt er niet meer om. Europa vertrouwt op grote muren die de niet gewenste vreemdelingen moeten tegenhouden. Eve, het vriendinnetje van WALL•E, komt slechts in tekenfilms voor. Ze kwam uit de ruimte om WALL•E te helpen bij het redden van de aarde. In het echte leven zijn de Europeanen niet te hulp geschoten. De Turkse WALL•E’s zitten in de gevangenis weg te rotten, ze zijn dood of gaan binnenkort dood van verdriet.
