Hij zou het je wel even vertellen, Wim Brands
Gisteren werd bekend dat dichter en presentator Wim Brands (57) is overleden. We zullen een bevlogen, deskundig en helder interviewer moeten missen. Een herinnering.
‘Wij delen een kwelling,’ zei Joost Zwagerman in 2013 tegen Wim Brands.
De generatiegenoten spraken over Zwagersmans Amerikaliefde, naar aanleiding van zijn boek Americana. Zwagerman sprak veel en snel over de grootse kunstwerken, grootse obsessies en titanische ambities van zijn Amerikaanse helden. In Hun Great American Novels, zei hij, durfden zij het alledaagse leven met het eeuwige leven te verenigen. Hij betreurde het dat je in Nederland wordt uitgelachen als je dromen te groot zijn. In Brands herkende hij een lotgenoot, een mededromer.
Brands leidde het gesprek, kalm en met minimale ingrepen, naar de schaduwzijde van het grote dromen: destructie. Ze hadden het over de zelfdestructie van dromers als Rothko, ,Kerouac Elvis en Salinger.
Voordat ik Wim Brands voor het eerst ontmoette, dacht ik dat hij streng en een beetje dwingend was. Maar toen hij me een tijd geleden interviewde over mijn debuutroman, merkte ik dat het speelsheid was.
Het was op een festival. Ik was nerveus. Hij trok een scheve grijns toen hij mijn microfoon met ervaren handen verstelde en zei stellig: ‘We gaan het zo doen. Jij leest eerst voor, en dan heb ik een klein gedachte-experimentje voor je.’
Fijn, dacht ik, deze man weet wat hij doet.
Dat hij de helderheid niet heeft kunnen behouden, is te verdrietig om er iets zinnigs over te zeggen
Zo stelde hij zijn gasten dus gerust, met ontspannen beslistheid. Als schrijver was je in goede handen bij Brands en dat gold ook voor je boek.
Al jaren komt er op de Nederlandse televisie niets ook maar in de buurt van VPRO Boeken. Brands had de inspiratiefactor van De Wereld Draait Door, maar voegde daar rust, diepgang en deskundigheid aan toe. Zijn gulle interesse manifesteerde zich fysiek: als zijn gast sprak leunde hij vaak een beetje naar voren, fronsend. Hoorde hij iets wat hem beviel, dan veerde hij plots naar achteren en hing breed grijnzend in zijn rugleuning.
Nu zie ik hem op mijn scherm tegenover Joost Zwagerman zitten. Van voor naar achter, van dat gecontroleerde enthousiasme. Ze lijken allebei te koken vanbinnen, van fascinatie en verlangen en ongeduld.
Ik krijg er buikpijn van dat het alleen nog een filmpje is. Tegelijkertijd ben ik blij dat dit gesprek, en al die andere gesprekken, er nog zijn. Ik kan begrijpen dat Zwagerman en Brands een kwelling deelden. Tegelijkertijd kan ik er niet bij dat zo veel bevlogenheid daar niet tegenop kon.
Hoe in dat water haar armen nauwelijks
bewogen. Eenvoudig. Achteraf is alles
altijd eenvoudig.
Zo dichtte Brands in zijn laatste bundel ’s Middags zwem ik in de Noordzee. Hij hield wel van eenvoud, getuige ook de herinneringen die sinds gisteren overal opduiken. ‘Het is heel eenvoudig,’ zei hij meermaals tegen een jonge Micha Wertheim. ‘Kijk, ik zal je vertellen wat er aan de hand is.’ En dan legde hij iets uit. En zijn vaderlijke adviezen aan Jamal Ouariachi gingen gepaard met een even monter ‘Zo simpel is het. Niks aan!’
Hij zou het je wel even vertellen, Wim Brands. Dat was meer behulpzaam dan belerend. Brands stond klaar om helderheid te scheppen. In zijn gesprekken, in zijn dichtregels.
Dat ook hij de helderheid niet heeft kunnen behouden, is simpelweg te verdrietig om er iets zinnigs over te zeggen.
Ik ga de zondagochtend missen, met Brands en boeken. Ik ga de tedere kordaatheid missen waarmee hij zijn gasten en zijn publiek aanspoorde om te lezen. Vooruit, lees. Lees maar.