‘O, dat lijkt me heel erg leuk!’ reageert escort Roos Schippers enthousiast op de uitnodiging mee te gaan naar het Van Gogh Museum. Daar is de tentoonstelling Lichte Zeden te zien, over prostitutie in de Franse kunst in de periode Schippers: ‘Dat is een heel boeiende periode. Toen was de urbanisatie van Parijs. Ze hadden daar een

Schippers’ enthousiasme is niet gek, als je bedenkt dat ze ooit zelf de kunstacademie deed. En ze komt uit een kunstenaarsfamilie. ‘Mijn overgrootvader was schilder. Hij werkte samen met de Domburgse schildersgroep, waarvan de spil was.’

Met haar studie leek ze in zijn voetsporen te treden. Maar ze begon met sekswerk om wat bij te verdienen. Ze vond het zo leuk, dat ze het is blijven doen. Inmiddels al 32 jaar.

Conservator Nienke Bakker van het Van Gogh Museum leidt Schippers, correspondent Actuele Beeldende Kunst Marian Cousijn en ondergetekende langs werken van schilders als en We bekijken de werken en zoeken naar parallellen en verschillen met sekswerk anno

Dubbelzinnigheid

In de eerste zaal vinden we een schilderij van Als je niet oplet, zie je gewoon een vrouw op straat. Maar volgens Bakker deed men destijds heel dubbelzinnig over prostitutie. ‘Het was niet altijd duidelijk of iemand een keurige dame was of een prostituee. Je moet goed kijken.’

Louis Anquetin, Vrouw op de Champs-Elysées bij nacht, 1890-1891,olieverf op doek, 83,2 x 100 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam, verworven met steun van de BankGiro Loterij en de Vereniging Rembrandt.

In de schaduw van de vrouw zien we nu een man. Hij buigt licht voorover, alsof hij haar aan wil spreken. Het gezicht van de vrouw blijkt bij nadere inspectie bedekt met een dikke laag make-up. Bovendien loopt ze op de Champs-Élysées, een bekende tippelzone destijds. ‘Een vrouw alleen op straat was verdacht, zeker ‘s avonds,’ licht Bakker toe. ‘Tippelen was slechts toegestaan vanaf het moment dat de gaslantaarns ontstoken waren.’

‘De meeste sekswerkers leiden een dubbelleven. Ze vertellen hun omgeving niet welk werk ze doen’

Die dubbelzinnigheid is er nog steeds, meent Schippers. ‘De meeste sekswerkers leiden een dubbelleven. Ze vertellen hun omgeving niet welk werk ze doen.’

We lopen verder naar een zweepje dat Madame Valtesse de La Bigne in een wandelstok liet verwerken. ‘Goed zo, altijd paraat,’ luidt het commentaar van Schippers. Net zoals het zweepje was zijn eigenaresse berucht. Courtisanes hadden een zekere status in het Parijs van eind negentiende eeuw. Sommige waren ronduit beroemd.

Dat is een verschil met nu. Schippers: ‘Natuurlijk is er nog steeds behoefte aan exclusief vermaak. Alleen dat speelt zich altijd in discretie af, vanwege de kwetsbare positie van klanten. Die beroemdheid kan niet meer.’

Controle

Bakker loopt naar een vitrine. Ze wijst op een dik boekwerk met pasfoto’s en aantekeningen. Het is het politieregister waar alle courtisanes in werden opgenomen.

Bakker: ‘De Franse overheid zag prostitutie als een noodzakelijk kwaad, door al die jonge vrijgezelle mannen die van het platteland naar de stad Maar ze wilden het wel aan banden leggen, in het kader van de goede zeden. En om de verspreiding van geslachtsziektes als syfilis tegen te gaan.’ Het register was hier een gevolg net als de verplichte soa-controles voor

Schippers ziet een parallel met het heden. ‘Die registratieplicht wilden ze in Nederland een paar jaar geleden ook Alleen dan niet onder het mom van het beschermen van de goede zeden, maar met het doel kwetsbare vrouwen te beschermen.’ Het effect zou hetzelfde zijn, vindt Schippers. ‘Er moesten allemaal privézaken in dat register komen. Gelukkig is het voorstel afgeschoten door de Dat neemt niet weg dat sommige gemeentes gewoon alsnog een registratieplicht Utrecht, bijvoorbeeld.’

Een andere Parijse maatregel om prostitutie in te dammen, was dat bordelen alleen mochten worden gehouden in daartoe aangewezen Een beetje zoals het bestemmingsplan van nu: dat wijst ook aan of op een bepaald adres een prostitutiebestemming

Schippers weet er alles van: ‘Acht jaar geleden verhuisde ik naar een appartement twee deuren verderop. Werd mijn vergunning Het kostte een juridische procedure van bijna een jaar om de gemeente zover te krijgen om mijn nieuwe adres een prostitutiebestemming te

Het werk zelf

Een schilderij van toont vier dames op rode pluche banken. Ze zitten duidelijk ergens op te wachten. ‘Die verveling, jeetje zeg, wat herkenbaar,’ zegt Schippers. ‘Het kan echt heel saai worden als je zo lang moet zitten wachten tot er een keer een klant binnenkomt. En ik spreek uit ervaring, want ik heb vroeger ook in een bordeeltje gewerkt.’

Henri de Toulouse-Lautrec, In de salon: de divan, c. 1893, olieverf en peinture à l’essence op karton, 60 x 80 cm, Museu de Arte de São Paulo Assis Chateaubriand, São Paulo
‘Kijk nou, een naakte man!’

In een vitrine liggen de eerste condooms. ‘Of ze veel gebruikt werden, weten we niet,’ zegt Bakker. Dat is tegenwoordig wel anders. Schippers: ‘Sinds de hiv-/aids-epidemie van de jaren tachtig gebruiken de meeste sekswerkers condooms. Voor die tijd was het in privéhuizen heel gewoon om zonder condoom te werken. Vanaf het moment dat de pil was uitgevonden, dan.’

Ook in een vitrine ligt de ouderwetse versie van een reisgids met aanbevelingen voor goede prostitutieadressen in Parijs. Schippers buigt voorover om de lichtblauwe jarretels die ernaast liggen beter te bekijken. ‘Prachtig. Toen werden die dingen nog echt ambachtelijk gemaakt. Zie het geplooide en gestikte zijde, en goudkleurig Dat is wel iets anders dan die plastic gevalletjes van tegenwoordig.’

Dan krijgt Schippers de eerste pornografische foto’s in het vizier. ‘Kijk nou, een naakte man!’ Het is de eerste deze tentoonstelling. Op alle schilderijen was de man gekleed, meestal een toeschouwer van het vrouwelijk naakt elders op het doek.

Kameraadschap

Deze taakverdeling zien we ook op een schilderij van Henri Een naakte vrouw ligt op bed. Als in een Amerikaanse speelfilm worden enkel haar edele delen met een stuk laken bedekt. En net als in de film is het duidelijk dat deze scène zich afspeelt vlak na de daad.

Henri Gervex, Rolla (1878), Musée d’Orsay, Parijs (in permanente bruikleen aan Musée de Beaux-Arts, Bordeaux)

Bij het raam staat een man in tweedelig pak. Bakker wijst op de man: ‘Deze man is Jacques Rolla, nogal een big spender. Hij had zijn hele fortuin erdoorheen gejaagd en zat aan de grond. Nog één avond wilde hij met zijn favoriete courtisane doorbrengen. De dag erna zou hij zich van kant maken. De courtisane bood hem een van haar kettingen aan, zodat hij zijn schulden af kon lossen. Maar hij weigerde en voerde zijn plan

Schippers zucht bij zoveel tragiek. Zo ver als het aanbieden van haar sieraden zou zij niet gaan. Maar de kameraadschap herkent ze wel. ‘Je gaat toch een zekere intimiteit met klanten aan. Natuurlijk draait het om het seksuele contact, maar daar houdt het niet op. Ik heb heel verschillende klanten in mijn bestand, sommigen al meer dan dertig jaar. Van een politicus tot een AOW’er. Sta ik op een keukentrapje een lamp in de plafonnière te schroeven bij zo iemand. Of zitten we op de bank RTL Boulevard te kijken. En daarna nog even tien minuten seks. Maar soms betekent een hand op je knie ook al heel veel voor zo iemand.’

De lente die nooit zomer werd

We komen aan bij een van Schippers’ favorieten van de tentoonstelling. Het meisje van Gallien, van ‘Wat een trotse vrouw. Ze kijkt een beetje op je neer. Ze heeft duidelijk de touwtjes in handen.’

© František Kupka, Het meisje van Gallien, 1909-1910.

Voor Schippers is dit schilderij een illustratie van beroepstrots en zelfrespect. Het zelfbeschikkingsrecht van sekswerkers staat bij haar voorop. ‘Ik ben een kind van de tweede feministische Ik wil kunnen beschikken over mijn eigen lichaam, mijn eigen seksuele verkeer. Of ik er nou geld voor wil vragen, promiscue wil zijn, of het wil houden bij één iemand, dat is allemaal aan mij.’

‘Even dacht ik de lente in de prostitutie mee te maken, toen de emancipatie van sekswerkers voorop kwam te staan.’ Schippers refereert aan de opheffing van het bordeelverbod in en de tijd die daaraan voorafging.’ Maar werd het zomer? ‘Nee, niet echt. Je ziet toch dat de maatschappij weer conservatiever is geworden.’

Schippers observeert dat de regelgeving in Nederland steeds wordt, veelal met het doel uitbuiting te bestrijden. Terwijl je in Schippers’ ogen beter kunt inzetten op het emanciperen van sekswerkers, door regels te En door het stigma aan te pakken dat zij als sekswerker nog steeds ervaart: ‘De algemene gedachte is toch dat je een beetje dubieus moet zijn als je dit werk doet.’

Schippers’ eigen schilderij

Eenmaal weer buiten, in de vrieskou voor de dienstingang van het Van Gogh, nog een laatste vraag aan Schippers: welk schilderij zou zij maken, als ze een beeld zou willen scheppen van sekswerk?

‘Eens even kijken,’ bibbert Schippers, ‘ik zou mijn liefde voor het vak tot uiting willen brengen. Het kunnen kijken in allemaal verschillende werelden van mannen waarmee je toch een beetje intimiteit aangaat. Verhalen die je van hen hoort, over hoe het hun kinderen vergaat, of een wens die nooit is uitgekomen. In een chic huis of een flatje driehoog achter.’

Dat beeld van Schippers op een trapje, met gloeilamp richting het plafond? ‘Ja, die, misschien.’

Eerder in deze reeks:

Sekswerker worden: hoe werkt dat? Sekswerker is een legaal beroep in Nederland. Sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2000 wordt er gestreefd naar normalisering van de sector. Hoe normaal is het om dit beroep uit te oefenen? Ik nam de proef op de som en onderzocht wat mij te doen staat als ik de prostitutie in wil. Lees het verhaal hier terug Wat een vuilnisman en een prostituee (niet) gemeen hebben Vorige week vroeg ik jullie mee te denken of prostitutie ooit een normaal beroep kan worden. Hier een overzicht van jullie reacties en de mensen die zich meldden. Plus wat ik daarmee wil doen in toekomstige stukken. Lees het verhaal hier terug Hoe zou je een Amerikaanse toerist ons prostitutiebeleid uitleggen? Het is sinds 2000 legaal om een bordeel te houden in Nederland. Prostitutie moest een normaal beroep worden. We zijn nu vijftien jaar verder en dat is nog altijd niet het geval. Ik vraag me af: kan het ooit een normaal beroep worden? In een fictief gesprek verken ik vragen als deze, als aftrap van een serie over dit onderwerp. Lees het verhaal hier terug