Kunstnotities: een blik in het depot en achter de schermen van een tentoonstelling
Afgelopen week bezocht ik een nieuw museum aan het Museumplein en een paar heel interessante tentoonstellingen in Den Haag.
Kunstwerken die je normaal nooit ziet
De meeste musea kunnen maar een fractie van hun collectie tonen: de rest staat opgeborgen in het depot. Deze kunstwerken verkeren in slechte conditie, sluiten niet goed aan bij de rest of zijn simpelweg niet bijzonder genoeg. In het Mauritshuis is nu een tentoonstelling met alleen maar depotstukken. Steeds wordt uitgelegd waarom ervoor gekozen is om de werken niet in de museumzalen te tonen. De presentatie is overzichtelijk (en grappig) en sluit aan bij een trend: er is steeds meer aandacht voor de wereld achter de schermen van musea. Een goede ontwikkeling!
Rondlopen tussen de ingepakte kunstwerken en het installatieteam
De opbouwperiode tussen twee tentoonstellingen in heeft altijd iets magisch: kunstwerken arriveren in transportkisten en langzaam maar zeker transformeert de ruimte. Normaal gesproken blijven de zalen gesloten voor bezoekers, maar bij Stroom in Den Haag besloten ze om de ruimte tijdens de dynamische installatieperiode juist eens open te stellen voor bezoekers. Dat vind ik dus heel leuk: rondlopen tussen de ingepakte kunstwerken en het installatieteam is bijna interessanter dan een tentoonstelling bezoeken die helemaal af is.
Er is trouwens wel rekening gehouden met het publiek. Je hebt niet het gevoel dat je in de weg loopt en er zijn steeds kunstwerken en video’s te zien (er is zelfs een performance speciaal gemaakt voor de installatieperiode). Maar de combinatie van kisten, stickers, karretjes en gereedschappen heeft een eigen esthetiek die ook leuk is. Weer die achter-de-schermentrend dus.
Een eigentijdse memento mori
Bij galerie Dürst Britt & Mayhew, ook in Den Haag, zag ik een tentoonstelling met mooie, ingetogen kunstwerken. De video Elective Affinities (Stanley) van Sybren Renema bijvoorbeeld: je ziet een dinoskelet in een natuurhistorisch museum. Aan zijn staart een touwtje met een ballon, die heel langzaam leegloopt en naar de grond zakt. Een soort eigentijdse memento mori.
De video Solitary Company van Puck Verkade gaat over de inwoners van een stil, afgelegen eiland bij de kust van IJsland. En kunstenaar Pieter Paul Pothoven liet Lapis Lazuli, een blauwe edelsteen die wordt gewonnen in Afghanistan, in zulke dunne plakjes snijden dat het materiaal licht doorlaat en als dia functie kan doen. De tentoonstelling stemt een beetje melancholisch, maar op een niet-onprettige manier.
Een nieuw museum waar vooral het plafond mooi is
Vorige week opende een nieuw museum haar deuren aan het Museumplein in Amsterdam: het Modern Contemporary Museum Amsterdam (MOCO). Die naam schept, in combinatie met de twee grote kunstenaars waarmee het museum opent – Warhol en Banksy – hoge verwachtingen. Veel te hoge. De villa waar het museum in zit is zeker een bezoekje waard, de rest eerlijk gezegd niet.
Van Warhol zijn een paar overbekende prenten te zien en van Banksy een verzameling totaal tandeloze kitschwerken. Het is bijna pijnlijk om te zien hoe de ooit zo kritische straatkunst is getransformeerd tot hapklare luxeartikelen (de suggestie wordt gewekt dat de werken op straat zijn gemaakt, maar daarvoor zijn het net te handzame consumptiegoederen). Dat Warhol de consumptiemaatschappij ook omarmde, is een te dunne verdediging. En - oh ellende - je Museumkaart is er niet geldig. Maar het plafond is wel heel mooi.