Malawi roept de noodtoestand uit, een halfjaar te laat

Dick Wittenberg
Correspondent Wereldverbeteraars
Een jongen ligt op zakken maïsmeel, hij is geëvacueerd na de overstromingen in Chikwawa, januari 2015. Foto: Erico Waga/ANP

De president van Malawi riep deze week dan toch eindelijk de noodtoestand uit. Vijf maanden nadat ik mijn kroniek schreef van een aangekondigde hongersnood. Schoolkinderen bereiden zich intussen voor op hun examens. Op een lege maag.

Waar we zo lang op hebben gewacht, is gisteren gebeurd: de president heeft de noodtoestand afgekondigd in Malawi.

Dat mailde Margriet Sacranie mij gisteren. Sacranie is voormalig Nederlands honorair consul in Malawi. Ze woont in het zuiden van het land en beschouwt Malawi als haar thuis. Het gaat haar aan het hart dat er al maanden honger wordt geleden zonder dat de regering daadkrachtig optrad of alarm sloeg.

Ze is verontwaardigd, schrijft ze. Omdat president Peter Mutharika nu pas afkondigt, nota bene aan het einde van het regenseizoen, nu de maïs eindelijk geoogst kan worden en de prijs van maïsmeel, die tot onbetaalbare hoogten was gestegen, eindelijk daalt. Al die maanden waarin het tekort aan voedsel in de dorpen steeds nijpender werd, verklaarde de regering dat ze de voedselsituatie onder controle had.

Waarom wordt de noodtoestand nu pas afgekondigd?

Terwijl steeds duidelijker werd dat de voedselhulp van het Wereldvoedselprogramma veel hongerenden niet bereikte, zoals tientallen artsen, verpleegkundigen, onderwijzers en geestelijken mij mailden. Terwijl de distributie van gesubsidieerd maïsmeel door de overheidsorganisatie ADMARC stagneerde en zich voor haar magazijnen steeds langere rijen vormden. Terwijl gesubsidieerde maïs intussen onderhands aan commerciële handelaren werd verkocht.

‘Niemand in Malawi zal van honger sterven,’ verzekerde de president vorig najaar. Dat bleef hij herhalen. Deze week, toen hij de noodtoestand afkondigde, zei hij het opnieuw: ‘Niemand is van honger omgekomen.’

Waarom sloeg de president niet eerder alarm? Om het imago van zijn land bij beleggers en donors niet verder te schaden

Dat is strict genomen waar. Niemand gaat dood aan honger. Kinderen sterven door een longontsteking of aanhoudende diarree omdat ze ondervoed zijn. Volwassenen overlijden aan tuberculose of malaria, omdat langdurig voedselgebrek hen ondermijnt.

Dat is wat in Malawi de afgelopen maanden gebeurd is, mailden werknemers van ziekenhuizen in Malawi mij. Geen overheidsinstantie die deze slachtoffers registreert.

Waarom sloeg de president niet eerder alarm? Om het imago van zijn land bij beleggers en donors niet verder te schaden, volgens de Wereldbank toch al het armste land ter wereld, met een economie die in puin ligt? Bijna 40 procent van de komt van buitenlandse financiers. Om politiek geen gezichtsverlies te lijden misschien? De oppositie eist sinds februari al dat hij aftreedt wegens falend beleid.

‘De oppositie moet eens ophouden met politieke munt te proberen te slaan uit de honger,’ zei de president nog deze week. ‘De honger is niet veroorzaakt door de De honger is niet veroorzaakt door Peter Mutharika. De honger is het werk van God.’

Want je kon hem al maanden zien aankomen

Niemand houdt e president verantwoordelijk voor de klimaatverandering. Of voor oor het klimaatfenomeen El Niño, dat ook in de van zuidelijk Afrika en in Ethiopië voor misoogsten. Maar hij is wel verantwoordelijk voor de lakse manier waarop zijn regering heeft gereageerd.

Want iedereen kon de hongersnood in Malawi al een jaar geleden zien aankomen. De maïsoogst was door slechte weersomstandigheden niet toereikend om iedereen het hele jaar te voeden. Al in juli vorig jaar stond vast dat één op de vijf Malawiërs, in totaal ruim 2,8 miljoen mensen, tot de volgende oogst zou zijn aangewezen op voedselhulp.

Het laatste halfjaar bleek dat het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties bijna 30 procent van het benodigde geld voor voedselhulp tekortkwam en dat de verstrekte hulp niet toereikend was. De overheid trad niet op tegen ambtenaren en commerciële handelaren die een slaatje sloegen uit de hongersnood, wel tegen maatschappelijke organisaties die in maart een protestmars

En nu kondigde de president dus eindelijk de noodtoestand af. Hij heeft het niet eens over de huidige noodtoestand die voor een groot deel van de bevolking nog altijd voortduurt. Hij heeft het over de noodtoestand die Malawi nog te wachten staat.

Aan het begin van de oogstperiode is al zeker dat Malawi dit voorjaar hooguit 2,4 miljoen ton maïs zal oogsten, weer 12 procent minder dan vorig jaar. Om iedereen tot de volgende oogst te voeden komt Malawi ruim een miljoen ton maïs tekort. Het aantal mensen dat aangewezen is op voedselhulp zal dit jaar verder stijgen, in elk geval tot boven de drie miljoen, kondigde de president meteen aan.

En nu?

‘Nu mag er officieel gebedeld worden.’ Dat was de cynische reactie van Margriet Sacranie. Met het uitroepen van de noodtoestand zegt een land: we hebben geld nodig. Help ons. Ons volk wordt bedreigd. Wij redden het niet alleen.

Of die oproep massaal gehoor vindt, valt nog te bezien. Er zijn op het moment zoveel crises in de wereld. Rijke landen hebben vooral oog voor problemen dichter bij huis.

Intussen richt de aandacht van Margriet Sacranie zich nog steeds op de huidige noodtoestand. Ze schrijft: ‘Ik ben deze week bezig met het uitdelen van maïsmeel in achttien dorpen in het gebied rondom ons project: het Children’s Entrepreneurial Trainings Dorp Green Malata. In de komende maanden moeten vele kinderen eindexamens doen. Daar hangt hun toekomst van af: word je wel of niet uitgekozen om door te mogen studeren op kosten van de regering. Momenteel gaan velen halverwege de dag naar huis, omdat ze het niet vol kunnen houden op de lege maag.’

Ze schrijft ook: ‘Armoede creëert misdaad. De gevangenissen zitten overvol. Er gaan geregeld brave zielen naar de gedetineerden om met ze te bidden, maar de magen blijven leeg. Ook de ziekenhuizen zijn boordevol. De regeringsziekenhuizen zijn gratis en kunnen het grote aantal patiënten nauwelijks adequaat behandelen. Missieziekenhuizen hebben de afspraak met de regering dat er subsidie van regeringswege bij komt, voor de lonen en medicijnen. Die subsidie blijft vaak geheel of gedeeltelijk achterwege, waardoor er geen medicijnen ingekocht kunnen worden en die ziekenhuizen leeg staan.’

Armoede creëert misdaad. De gevangenissen zitten overvol

En ze besluit: ‘Kleine organisaties en non-gouvernementele organisaties met connecties in het buitenland zijn het menselijk gezicht van Malawi. Ze doen wat ze kunnen. Een grote klus!’​

Dat doe ik nog steeds in Dickisoni, het dorp waar ik tien jaar geleden leerde wat alledaagse armoede betekent. De Vrienden van Dickisoni, van wie ik er een ben, zijn eind vorig jaar een begonnen om de driehonderd bewoners voor de ergste honger te behoeden. Als druppel op een gloeiende plaat. Die actie leverde tot nu toe bijna 13.000 euro op.

De opbrengst wordt gebruikt om alle huishoudens elke maand geld te geven voor een zak maïs van vijftig kilo. Van het geld krijgen de zeshonderd kinderen op de buurtschool bij Dickisoni ook elke dag pap. Witte pater Willem Kerkhof skypete me vorige week nog: ‘De bewoners zijn de gulle gevers erg dankbaar, omdat er niemand van de honger doodging, omdat ze allemaal genoeg hebben kunnen eten en op hun eigen land werken zonder naar stukwerk te hoeven zoeken.’

Meer over Malawi: