Zie de mens. Zo slecht in zien wat voor hem staat, zo blind voor wat overduidelijk is. ‘Sommige mensen leggen bakken met geld neer voor reisjes om walvissen te bekijken. Maar de grootste levende wezens op het land, bomen, daar weten we helemaal niets van.’

Aan het woord is Peter Wohlleben, een boomlange Duitser van begin vijftig. Kort grijs haar, degelijke kleding, pretoogjes achter een bril. In het dagelijks leven is Wohlleben bosbeheerder, in zijn vrije tijd schrijft hij boeken. Een van die boeken, Het verborgen leven van bomen, is bedoeld om een eind te maken aan ‘s mens onwetendheid over bomen. Zo schrijft hij onder meer over de sociale banden die bomen met elkaar aangaan, de verschillende manieren waarop ze met elkaar communiceren, en de toewijding waarmee ze verzwakte soortgenoten helpen

De ooit zo vaststaande scheidslijnen en hiërarchie tussen mensen, dieren, planten en dingen worden in twijfel getrokken

Zie de mens – er is iets met hem aan de hand. Of in elk geval, met de manier waarop hij zichzelf ziet. In het Westen geldt hij sinds pak ‘m beet de Renaissance als maat der dingen, als vrij en autonoom subject in een wereld van objecten. Maar sinds een paar decennia begint dat antropocentrische beeld barsten te vertonen. Techniekfilosofen menen dat ook objecten een moraal hebben, en dat de mens niet zo vrij en autonoom is als lang gedacht. Het voortschrijdend inzicht van primatologen maakt de verschillen tussen mensen en apen minder fundamenteel. Advocaten bepleiten dat ook de natuur bepaalde rechten moet krijgen. Posthumanisten verklaren het humanistische mensbeeld achterhaald. Van allerlei kanten worden de ooit zo vaststaande scheidslijnen en hiërarchie tussen mensen, dieren, planten en dingen in twijfel getrokken.

Untitled #2, The Bonsai Project: Typology. © Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer

Noem het de Of een teken van het steeds verder uitbreiden van onze Je zou het ook het begin van het einde van de mens als maat der dingen kunnen noemen. Maar is het dat ook? En als het dat is, wat zijn daarvan dan de consequenties, voor de manier waarop we omgaan met planten, dieren, dingen en elkaar?

Om die vragen te beantwoorden, spreken en ik de komende maanden met verschillende denkers, wetenschappers en activisten over dit veranderende mensbeeld, en doen we verslag van onze bevindingen. Dat is ook de reden dat ik aan tafel zit met Peter Wohlleben: de schrijvende bosbeheerder is een paar dagen in het land vanwege het verschijnen van de Nederlandse vertaling van zijn boek. Voor Wohlleben is het creëren van begrip voor ‘hoe bijzonder bomen zijn’ een belangrijke stap richting een toekomst die, volgens hem, onvermijdelijk is. ‘Ik ben ervan overtuigd,’ zegt hij, ‘dat we over tien, twintig jaar net zo over bomen praten als we nu al over dieren en dierenwelzijn praten.’

Het nieuwe bos van Wohlleben

Dat je bomen niet zomaar pijn mag doen, niet zomaar mag gebruiken als middel voor je eigen doel, dat je ze moet behandelen op een manier die bij hen past, dat ze rechtspersonen worden zelfs – in de toekomst die Wohlleben schetst is dat vanzelfsprekend, en staat modern bosbeheer in net zo’n kwaad daglicht als de excessen van de bio-industrie anno nu.

Wohlleben studeerde bosbeheer en begon zijn carrière in de jaren tachtig bij het Duitse Staatsbosbeheer. Later kreeg hij als boswachter een bos in de buurt van Keulen onder zijn hoede. Daar paste hij de kennis toe die hem op de universiteit was bijgebracht: hij kapte bomen als de boel dicht dreigde te groeien en verdelgde insecten.

In de natuur werken bomen samen en ondersteunen elkaar

Maar hoe meer hij zich begon te verdiepen in de wetenschap achter bomen, hoe meer hij van mening werd dat dit beleid tegennatuurlijk was: in de natuur werken bomen juist samen en ondersteunen ze elkaar, bijvoorbeeld door via de wortels water en voedingsstoffen zodanig onderling te verdelen dat iedere boom krijgt wat hij nodig heeft. Het weghalen van bomen om hun soortgenoten meer licht te geven, zoals gebruikelijk in westerse bossen, is helemaal niet nodig.

Untitled #11, The Bonsai Project: Typology. © Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer

Hij bezocht gemeenschappen die bosbouw benaderen zoals biologische landbouwbedrijven de productie van voedingsmiddelen aanpakken. In deze ‘plenterbossen’ staan alle leeftijden en maten van bomen door elkaar, worden stammen slechts mondjesmaat en voorzichtig geoogst en wordt een deel van het bos beschermd zodat ook oude bomen kunnen blijven bestaan.

Wohlleben: ‘Zulke bossen produceren meer hout van betere kwaliteit, en het bos is beter bestand tegen storm en insectenaanvallen.’

Tien jaar geleden besloot de gemeente Wohlleben zijn nieuw opgedane kennis toe te laten passen in het bos dat hij toen al vijftien jaar beheerde, met als gevolg dat hij bomen niet langer neerhaalt met zware voertuigen maar met paarden, insecticiden in de ban heeft gedaan en het bos wilder en voller laat

De verrassende parallellen tussen bomen en dieren

Met schrijven begon Wohlleben een kleine tien jaar geleden. Na afloop van rondleidingen die hij door zijn bos gaf, vroegen mensen vaak om achtergrondliteratuur. Omdat die er niet was, schreef hij zelf maar een boek.

Untitled #1, The Bonsai Project: Typology. © Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer

In Het verborgen leven van bomen richt Wohlleben zich vooral op de – vaak verrassende – parallellen tussen bomen en dieren, en daarmee ook tussen bomen en mensen. Wetenschappelijke inzichten over de manier waarop bomen communiceren, zich voortplanten, of samenwerken, duidt hij daarbij in antropomorfische termen. In korte hoofdstukken met titels als ‘Vriendschappen,’ ‘Sociale dienst,’ ‘Liefde,’ ‘Samen staan we sterker,’ ‘Burn-out,’ en ‘Nieuwe burgers’ legt hij uit dat bomen sociale netwerken vormen, informatie uitwisselen via een ‘wood wide web’ van wortels en schimmels, zorgen voor zwakkere of jongere soortgenoten en pijn lijden wanneer hun takken worden afgebroken of hun bast beschadigd raakt.

‘Het doel van al mijn boeken’ – Wohlleben heeft er inmiddels zestien geschreven – ‘is mensen ervan bewust maken hoe wreed modern bosbeheer met bomen omgaat.’ Of het nu uit winstbejag en kortetermijndenken of een gebrek aan kennis is, natuurbeheerders maken stelselmatig verkeerde keuzes die bossen niet versterken, maar juist

‘Dat is geen vrolijke boodschap: mijn eerdere boeken waren in mineur geschreven. Dit boek schreef ik in majeur: ik dacht, als ik eerst laat zien hoe mooi en bijzonder bomen zijn, dan werkt het misschien beter.’

Het antropomorfische taalgebruik – Wohlleben beschrijft bomen die ‘hun baby’s voeden,’ bossen die ‘gelukkig’ zijn, en het snoeien van takken noemt hij ‘een bloedbad’ – is een bewuste keuze. ‘Ik schrijf over wetenschappelijke kennis die er al lang is’ – bijvoorbeeld over beuken die onderling water en voedingsstoffen uitwisselen – ‘maar die geen aandacht krijgt, omdat wetenschappers een emotieloze taal gebruiken. Terwijl mensen juist reageren op emoties.’

Untitled #4, The Bonsai Project: Typology. © Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer

Het einde van een mensbeeld

‘We hebben levende wezens onderverdeeld in planten en dieren, maar dat onderscheid is enkel gebaseerd op hoe ze aan hun voedsel komen,’ zegt Wohlleben. ‘Zelfs de manier waarop bomen met elkaar communiceren’ – via geuren, elektrische signalen en geluiden – ‘verschilt niet zoveel van de manier waarop dieren het doen.’ Graanzaailingen bijvoorbeeld knakken met hun wortels, en andere zaailingen ‘horen’ dat en reageren erop, door hun wortelpunten richting het geluid te ‘De scheidslijnen tussen planten en dieren zijn langzaam aan het

Wohllebens optimisme over de aanstaande verandering in hoe mensen met bomen omgaan is niet zonder basis. Ruim veertig jaar geleden schreef de Amerikaanse hoogleraar rechten Christopher D. Stone het essay ‘ ,’ waarin hij beargumenteerde dat ook natuurlijke objecten, zoals bomen, rivieren en oceanen, rechten zouden moeten krijgen.

Als bedrijven, gemeentes en naties rechtspersonen kunnen zijn, waarom dan niet ook bomen en bossen?

Net zoals we vroeger zwarten, kinderen, en vrouwen niet voor vol aanzagen en nu wel, schreef Stone, zo zullen we ook onze natuurlijke omgeving binnenkort toelaten tot het domein van de rechtsvertegenwoordiging. Immers, als bedrijven, gemeentes en naties rechtspersonen kunnen zijn, waarom dan niet ook bomen en bossen? Via een voogd zouden hun belangen behartigd kunnen worden in de

Hier en daar worden Stones ideeën in de praktijk gebracht. In Nieuw-Zeeland kreeg een rivier onlangs de status van in Ecuador geldt dat voor de gehele Advocaten en activisten als strijden voor een wereldwijde wet tegen ‘ecocide’ – het vernietigen van de natuur. Een paar jaar geleden stelde de Global Alliance for the Rights of Nature een op. En in Zwitserland, vertelt Wohlleben, ‘worden niet alleen dieren beschermd door de grondwet, maar ook planten.’ Het afknippen van bloemen langs de weg zonder goede reden is daar niet toegestaan.

De boom als spiegel voor de mens

Wie het over de rechten en belangen van niet-mensen heeft, ontkomt er niet aan het ook over de mens te hebben. Over wat die mens mens maakt en wat hem al dan niet onderscheidt van andere wezens en objecten. Ook Het verborgen leven van bomen laat lezers reflecteren op de mensenwereld – al was het maar door de parallellen die Wohlleben trekt tussen bomen- en mensensamenlevingen.

Het bos herinnert ons aan hoe een samenleving er ook kan uitzien

‘Moderne wetenschappers zien evolutie al lang niet meer zoals wij het op school hebben geleerd: als een strijd om overleving tussen individuen. We leven in de hoogtijdagen van het individualisme, maar wanneer we naar bomen kijken, dan zien we dat zij zich heel anders gedragen’ – ze ondersteunen zwakkere soortgenoten omdat het bos als geheel beter functioneert Het bos als herinnering aan hoe een samenleving er ook kan uitzien.

Untitled #3, The Bonsai Project: Typology. © Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer

Misschien is dat laatste een verklaring voor Of misschien zijn lezers juist nu zo enthousiast over bomen en over de natuur in het algemeen omdat we op het punt staan die te verliezen.

Klimaatverandering, oprakende grondstoffen, het besef dat de invloed van de mens op de aarde zo sterk is dat je zelfs van een nieuw geologisch tijdperk, het Antropoceen, kan spreken: de consequenties van ons handelen, zo wordt duidelijk, zijn verstrekkend en vaak onomkeerbaar. Wohlleben: ‘We verliezen steeds meer natuur, en de natuur die er nog is, is vaak volledig door mensenhanden gemaakt. Het landschap is zijn ziel verloren. Mensen hebben dit door en zoeken naar plekken die nog goed voelen, maar die plekken verdwijnen als sneeuw voor de zon.’

Misschien dat we ze in de toekomst enkel nog terug kunnen vinden in plenterbossen als die van Wohlleben, of in de pagina’s van Of misschien dat het beeld van de mens als onbetwiste top van de voedselketen en heerser over de aarde, als uniek autonoom en intelligent wezen met bijbehorende speciale rechten, in de komende jaren echt zal afbrokkelen, onder invloed van wetenschappelijke, intellectuele, en geologische bewegingen. En dat ons handelen daardoor ingrijpend zal veranderen.

Wohlleben, intussen, gaat vrolijk door met schrijven. Niet omdat het zijn passie of zijn beroep is – hij is er ook maar toevallig ingerold. Maar omdat schrijven, voor hem, ‘een extra manier is om mensen rond te leiden in het bos. Daar doe ik het voor.’

Het verborgen leven van bomen De Nederlandse vertaling van Wohllebens boek, Het verborgen leven van bomen, verscheen onlangs bij A.W. Bruna. Meer informatie over het boek en de auteur vind je op de site van de uitgever. Bezoek de website hier
Untitled #8, The Bonsai Project: Typology. © Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer
The Bonsai Project: Typology Hoewel we een verlangen blijven koesteren naar wilde natuur, is de mens gewend geraakt aan het volledig aan onze wensen aanpassen van de natuurlijke omgeving. Bonsai-bomen zijn aan de ene kant een extreme vorm van controle die op de natuur wordt uitgeoefend, maar aan het kweken van bonsai ligt een hunkering naar kennis van en contact met de natuur ten grondslag. In die zin zijn ze een metafoor voor onze zoektocht naar een andere relatie met de natuurlijke omgeving. Kijk hier voor meer informatie over dit project van Sjoerd Knibbeler en Rob Wetzer