Zijn insecten een duurzaam alternatief voor vlees?
In een reeks verhalen check ik claims over voedsel en duurzaamheid. Vandaag: zijn insecten duurzamer dan vlees?
Best lekker, dat zakje gefrituurde sprinkhanen op de hoek van Jinja Road in de Oegandese hoofdstad Kampala. Ze waren knapperig en pittig gekruid. De hele zak kreeg ik niet op, maar mijn introductie – jaren geleden – tot het eten van insecten viel in goede aarde.
Komen in het Westen insecten ook op het menu te staan? Voor twee miljard mensen is het dagelijkse kost of zelfs een exquise delicatesse. Zouden wij ook moeten doen, zeggen voorstanders van het eten van insecten. Volgens hen zijn insecten lekker en belasten ze het milieu veel minder dan vlees.
Klopt dat?
Over welke insecten hebben we het?
Het idee om de gehele wereldbevolking insecten te laten eten als duurzaam alternatief voor vlees, is betrekkelijk nieuw. Een belangrijke stimulans is het rapport Edible Insects – Future prospects for food and feed security van de Wereldvoedselorganisatie FAO uit 2013. Dit rapport, waarvan de Nederlandse emeritus hoogleraar entomologie Arnold van Huis de hoofdauteur is, ziet insecten als belangrijk middel om in de toekomst voedselveiligheid te garanderen voor een uitdijende wereldbevolking.
Van de bijna miljoen soorten insecten worden er circa 2.000 door mensen gegeten
Om wat voor insecten gaat het? Van de bijna miljoen soorten insecten worden er circa 2.000 door mensen gegeten, met name in Afrika, Azië, Midden- en Zuid-Amerika. Soms zijn de insecten volwassen, soms bevinden ze zich nog in een larvaal stadium, zoals rupsen en meelwormen. Meelwormen, krekels en sprinkhanen worden het meest genoemd als alternatief voor de westerse vleesconsumptie.
We kunnen ze in hun geheel eten, net als garnalen. Ze kunnen ook vermalen worden en toegevoegd worden aan voedselproducten, zoals de insectenburger die supermarkt Jumbo in Nederland verkoopt. Daarnaast is het mogelijk om ze aan diervoer toe te voegen. In plaats van bijvoorbeeld soja, krijgen varkens, kippen en ander vee (ook) vermalen insecten als bron van eiwitten.
Waarom zouden we insecten eten?
Mensen en dieren kunnen niet zonder eiwitten, en vlees is een belangrijke bron van eiwitten. Helaas heeft ons vee een forse ecologische voetafdruk. Een kilo rundvlees heeft bijvoorbeeld 25 kilo aan voer gekost. Niet zelden komt dit voer uit gebieden aan de andere kant van de wereld – denk aan soja uit Zuid-Amerika – met alle milieueffecten van dien.
Insecten bevatten ook eiwitten, maar hebben veel minder voer nodig. Zo vergt een kilo eetbare krekels 2 kilo voer. Een belangrijke reden voor deze efficiëntie is dat insecten koudbloedig zijn: zij gebruiken hun voer niet om zichzelf warm te houden, in tegenstelling tot warmbloedige dieren als runderen.
De voedingswaarde van een kilo insectenvlees is vergelijkbaar met die van vlees. Het eiwitgehalte van de meeste eetbare insecten ligt tussen de 19 en 22 procent. Vlees bevat gemiddeld 19 tot 23 procent eiwit, vis 18 tot 20 procent, kaas 23 procent, eieren 12 procent en vegaburgers 7 tot 19 procent. De kwaliteit van de eiwitten is grosso modo vergelijkbaar met die van soja-eiwit, maar lager dan die van melkeiwit.
Juist omdat insecten zo efficiënt zijn in het omzetten van voer naar eiwitten, kunnen ze een belangrijke rol spelen in de zogeheten ‘eiwittransitie.’ Volgens de FAO is de mondiale veeteelt nu al verantwoordelijk voor bijna 15 procent van alle door mensen uitgestoten broeikasgassen. Dankzij de groeiende behoefte aan vlees van een groeiende wereldbevolking, zal volgens de FAO de veestapel in 2050 met 70 procent gegroeid zijn ten opzichte van 2005.
In de woorden van Marcel Dicke, hoogleraar entomologie in Wageningen en coauteur van Het insectenkookboek: ‘Insecten kun je zien als minivee met zes poten dat een veel kleinere ecologische voetafdruk heeft dan het gangbare vee.’
Maar: is dat minivee inderdaad milieuvriendelijker?
De milieudruk kan per insectensoort behoorlijk verschillen. Daarnaast is er nog vrij weinig onderzoek gedaan, waardoor het nog moeilijker wordt om algemene uitspraken over de milieudruk van eetbare insecten te doen. Een belangrijk onderzoek dat evengoed een richting aangeeft, is dat van Dennis Oonincx. Als entomoloog verbonden aan Wageningen UR voerde hij een Life Cycle Analysis uit waarin hij de milieubelasting van meelwormen vergeleek met die van melk, varkensvlees, kip en rundvlees. Om deze eiwitbronnen met elkaar te kunnen vergelijken, nam hij de productie van een kilo eetbaar eiwit als maatstaf. Hij keek naar drie aspecten: landgebruik, emissie van broeikasgassen en energiegebruik.
Wat betreft landgebruik zijn meelwormen de duidelijke winnaar
Wat betreft landgebruik zijn meelwormen de duidelijke winnaar: ze gebruiken het minste land. Dat komt volgens Oonincx overigens niet alleen doordat meelwormen graag dicht tegen elkaar aankruipen, maar vooral doordat hun voedselconversie zo hoog is (en er dus weinig land nodig is voor voerproductie).
De uitstoot van broeikasgassen is per kilo eiwit het laagst bij meelwormen, maar ook weer niet bijster veel lager dan die van kippen en varkens. Het energieverbruik is zelfs veel hoger dan de productie van melk en kip, en vergelijkbaar met die van varkensvlees en rundvlees.
En plantaardige vleesvervangers dan?
Voor rasechte vegetariërs zijn insecten geen optie omdat zij geen dieren eten. Maar voor flexitariërs is het interessant om te weten hoe insectenvlees zich verhoudt tot plantaardige vleesvervangers.
Helaas is er geen onderzoek gedaan waarin deze twee eiwitbronnen met elkaar worden vergeleken, maar je kunt wel een educated guess doen. In het onderzoek The Protein Puzzle van het Planbureau voor de Leefomgeving wordt de uitstoot van broeikasgassen per kilo eetbaar eiwit van een aantal eiwitbronnen met elkaar vergeleken.
Als je de bevindingen van Oonincx naast die van het PBL legt, zie je dat de uitstoot van broeikasgassen van meelwormen in dezelfde orde van grootte vallen als die van plantaardige eiwitten, eieren en kippenvlees.
Ook hier geldt natuurlijk dat meelwormen niet representatief zijn voor alle eetbare insectensoorten. Daarnaast is de uitstoot van broeikasgassen niet het enige belangrijke aspect, ook watergebruik en ruimtegebruik zijn bijvoorbeeld van belang.
Toch concludeert voorlichtingsbureau Milieu Centraal na het doornemen van een stapeltje onderzoeken, waaronder voornoemde: ‘De klimaatbelasting van insecten ligt, afhankelijk van de soort en het aandeel in een samengesteld product, rond die van eieren, kippenvlees of plantaardige vleesalternatieven. Er zijn echter te weinig onderzoeken gedaan om hier een harde conclusie aan te verbinden.’
Van afval naar eiwit
Enthousiaste entomofagen wijzen erop dat insecten ook ons restafval kunnen eten, wat tot een veel lagere ecologische voetafdruk leidt. Helaas blijkt de praktijk weerbarstig. Amerikaanse onderzoekers gaven krekels verschillende soorten voer, waaronder granen, voedselafval en reststromen uit de landbouw. Als de krekels hetzelfde voedsel kregen als kippen, floreerden de insecten maar hadden ze nauwelijks een hogere eiwitconversie dan kippen. Krekels die met enzymen bewerkte reststromen uit de landbouw aten, groeiden redelijk goed, maar hadden een vergelijkbare eiwitconversie als kippen. De krekels die het duurzaamste voedsel kregen, namelijk vrijwel onbewerkt, menselijk voedselafval, stierven zo goed als allemaal.
Als de krekels hetzelfde voedsel kregen als kippen, floreerden de insecten
Time Magazine vat de conclusies van het onderzoek kort en krachtig samen: ‘Swapping chickens for crickets–while feeding them the same thing—is unlikely to make a real difference.’ Als krekels willen bijdragen aan de mondiale behoefte aan eiwitten, kunnen ze – ecologisch gezien – alleen met kippen concurreren als er grootschalige, regionale reststromen van de industriële landbouw worden gevonden die zowel van hoge kwaliteit zijn als nog niet gebruikt worden, schrijven de onderzoekers. Dat lijkt vooralsnog geen makkelijke opgave.
Leve het insect?
Al met al lijken insecten nog niet de redding voor de wereld. Hun ecologische voetafdruk is kleiner dan die van runderen en varkens, maar nauwelijks gunstiger dan die van kippen. Verdienen de insecten een plekje op ons menu?
Arnold van Huis, de emeritus hoogleraar en hoofdauteur van voornoemd FAO-rapport, denkt, niet geheel onverwacht, van wel: ‘We staan pas aan het begin van onze zoektocht. Er is nog vrij weinig onderzoek gedaan naar hoe we het best insecten kunnen kweken, en ik zou me door één onderzoek niet laten afschrikken. Neem dat onderzoek met de krekels die afval moeten eten. Van krekels weten we dat ze selectief zijn in hun dieet, dus de uitkomsten verbazen me niet zo.
De zwarte soldatenvlieg kan bijvoorbeeld veel beter van afval leven, en van deze vliegen kun je bijvoorbeeld weer dierenvoer maken. Het is een kwestie van finetunen: welke insecten gedijen onder welke omstandigheden het best, en wat is de beste toepassing.’
Oonincx is het met hem eens. ‘Wetenschappers en boeren zijn al zestig jaar bezig om kippen zo efficiënt mogelijk voedsel te laten omzetten. Met veel succes: een kilo kippenvoer levert nu twee keer zoveel vlees op als een halve eeuw geleden. Ik zie niet in waarom we met insecten niet hetzelfde zouden kunnen bereiken, en dan is het zeer bemoedigend dat de milieubelasting van insecten nu al iets beter is dan die van kippen. Insecten zijn niet de heilige graal die al onze problemen met het consumeren van eiwitten zal oplossen. Ze kunnen een belangrijke aanvulling op ons dieet zijn, en nu moeten we uitzoeken hoe ze het best tot hun recht komen.’
Meer verhalen over voedsel en duurzaamheid:
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!