Wat de Olympische Spelen betekenen voor Rio de Janeiro
Gisteren werd de olympische vlam ontstoken voor de Spelen in Rio de Janeiro deze zomer. Ondanks de economische en politieke vrije val die Brazilië momenteel doormaakt, wordt in het buitenland nog steeds gedacht dat ze de stad welvaart en economische groei brengen. Niets is minder waar.
Een nieuwe dag. Ik open Facebook en scroll door de berichten. Mensen hebben hardgelopen, een kind is jarig, iemand drinkt cappuccino. Dit is Nederland.
Maar dan: een foto van een roodgevlekt laken over een lichaam op de stoep, kinderen zitten er stoïcijns naast. Bloed sijpelt in dunne banen over de rand, naar de straat. Dit is Brazilië.
Ik lees het bericht onder de foto:
‘Er is vandaag weer een jongen vermoord in de favela! In minder dan een week zijn er tien jongeren geëxecuteerd in de favela’s van Rio, door de staat, door de militaire politie. Ze doden willekeurig mensen om het valse gevoel te verkopen dat alles ‘rustig en vriendelijk’ is voor de toeristen die van de Olympische Spelen komen genieten. Het is niet normaal!’
Ons beeld van de Olympische Spelen klopt niet
Alle aandacht gaat momenteel naar de economische en politieke crisis waarin Brazilië verkeert. Het land beleeft de ergste recessie in honderd jaar en President Dilma Rousseff ziet een afzettingsprocedure tegen zich aangespannen door het Lagerhuis, waarvan de meerderheid van de congresleden zelf verdachte is in een corruptieonderzoek. Over de Olympische Spelen, die over minder dan vier maanden in Rio plaatsvinden, zie je wat blitse filmpjes voorbijkomen, sportnieuws en soms een artikel over een olympisch park dat misschien wel, of niet, op tijd afkomt.
Achter de sportevenementen-pr gaat voor de inwoners van Rio de Janeiro een donkere realiteit schuil
Door een relatief rustig verlopen WK Voetbal in 2014 en de talloze reportages over het succes van de schoongeveegde favela’s van Rio, lijkt een beeld te zijn ontstaan dat het met de Spelen wel goed komt. Sepp Blatter, die in de aanloop naar het WK zijn zorgen over en kritiek op de organisatie niet onder stoelen of banken stak, complimenteerde Brazilië achteraf met de fantastische prestatie die het land had neergezet.
Maar achter deze sportevenementen-pr gaat voor de inwoners van Rio de Janeiro een donkere realiteit schuil. Het Facebookbericht dat ik hierboven aanhaal is daarvoor exemplarisch. Het is van Raull Santiago, een jongen van 27 uit Complexo do Alemão: een enorme wijk in het noorden van Rio de Janeiro, bestaande uit achttien favela’s. Want wat speelt daar nu echt?
Wat er voor het WK gebeurde
Brazilië staat bekend om zijn veiligheidsproblemen, met een voortslepende drugsoorlog en een geweldscultuur als erfenis van de dictatuur. In het kader van het bid- en organisatieproces voor het WK en de Olympische Spelen beloofde de staatsveiligheidschef, José Mariano Beltrame, aan toenmalig president Luiz Inácio Lula da Silva dat hij Rio de Janeiro zou transformeren. In 2008 startte hij zijn plan: het heroveren van terrein waarop drugsbendes heersen om er een permanente politiepost te vestigen – de zogenaamde Pacificatie Politie Units of UPP.
Complexo do Alemão was een belangrijke wijk voor de stad, en voor het al dan niet succesvol verlopen van megaevenementen als het WK en de Olympische Spelen. Het gebied is van oudsher in handen van de Comando Vermelho, de oudste drugsbende van Rio, dat er zijn hoofdkwartier had. In november 2010 waren de bewoners van Rio het slachtoffer van een ongekende geweldseruptie in de machtsstrijd tussen bendeleden en de politie. Stadsbussen werden met passagiers en al in brand gestoken, motorrijders met semiautomatische wapens belaagden mensen op de snelweg en wildwestvuurgevechten waren aan de orde van de dag.
Beltrame wist dat hij de Comando Vermelho in het hart moest raken en veegde in november 2010, met behulp van het leger, de luchtmacht en duizenden agenten, de hele wijk Alemão schoon. Een UPP-post werd geïnstalleerd en de FIFA en het IOC konden opgelucht ademhalen.
Heeft het geholpen?
Waar de pacificatieplannen van Beltrame oorspronkelijk op hoopvol enthousiasme van de bevolking konden rekenen, is dat optimisme inmiddels grotendeels verdwenen.
Raull Santiago: ‘Toen de Comando Vermelho nog de baas was, begrepen we tenminste wat de regels waren. Met de UPP is dat anders: er zijn geen regels. Daarnaast is de stad duurder geworden [door de gentrificatie van gepacificeerde wijken zijn de huizenprijzen gigantisch gestegen, RvI], en is de staatsonderdrukking van zwarten en armen enorm. Met andere woorden: door de komst van deze megaevenementen wordt het voor ons van dag tot dag gevaarlijker.’
En hoewel het aantal doden door politieconflicten in eerste instantie daalde na de start van het project in 2008, stegen die in aanloop naar het WK weer. Het UPP-project wordt door velen dan ook gezien als voorbeeld van het Braziliaanse fenomeen ‘Para Inglês ver,’ ‘Voor de ogen van de Engelsen.’ Een uitdrukking die terugvoert naar het begin van de negentiende eeuw, toen Brazilië onder druk van de Britten de slavernij afschafte maar er heimelijk nog decennia mee doorging.
Van de ruim duizend favela’s die Rio rijk is, zijn slechts tientallen daadwerkelijk gepacificeerd
Van de ruim duizend favela’s die Rio rijk is, zijn slechts tientallen daadwerkelijk gepacificeerd, en dan ook nog enkel op strategische plekken nabij belangrijke locaties voor de sportevenementen. Dit heeft slechts tot verplaatsing van problemen naar andere favela’s geleid en een toename van willekeurig politiegeweld onder de noemer van ‘veiligheid voor toeristen’. De BOPE-elitetroepen vallen inmiddels bijna dagelijks met bruut geweld favela’s binnen; niet alleen in Alemão, waar het pacificatieproces duidelijk gefaald heeft, maar ook in wijken rondom olympische sportcomplexen waar oplaaiend geweld tussen concurrerende bendes zonder enig beleid de kop in wordt gedrukt.
Raull Santiago en zijn vrienden wilden aandacht vragen voor de willekeur en het onrecht achter het ‘succesverhaal’ van de UPP. Begin 2014 richtten ze daarom Papo Reto op, een collectief van amateurjournalisten uit de sloppenwijk zelf.
Toen in april 2014 de zoveelste dode viel door rondvliegende politiekogels – de 72-jarige Arlinda Bezerra die haar kleinzoon naar huis bracht –, verzamelden Santiago en zijn vrienden foto’s, filmpjes en getuigenissen. Hij zette ze op zijn Facebookpagina en de boel ontplofte. Favelabewoners gingen de straat op, journalisten van gevestigde media kwamen kijken en Papo Reto trok de aandacht van Witness, een mensenrechtenorganisatie uit New York. Onder auspiciën van deze organisatie is het collectief uitgegroeid tot een serieuze verslaggever van politiegeweld in de wijk Alemão en een inspiratiebron voor mensen in andere favela’s van Rio de Janeiro.
Wat hebben we geleerd van het WK?
De belangrijke vraag rijst: is het cynisme van de inwoners van Rio helemaal terecht? Ik praat erover met Christopher Gaffney, die als geograaf aan de Federale Universiteit van Fluminense (Rio de Janeiro) jarenlang het effect van megasportevenementen op steden bestudeerde en er veel over publiceert.
‘Wat we hebben geleerd van de organisatie van het WK in 2014, is dat je door het militariseren van de straten en het stilleggen van het dagelijks leven, redelijk soepel een megaevenement kan organiseren.’
De Braziliaanse overheid sloot tijdens het WK scholen en universiteiten en kondigde vakantiedagen af op speeldagen, waardoor verkeerschaos uitbleef en de veiligheidssituatie beter was te overzien.
‘Maar het idee van pacificatie door middel van gewapende bezetting in combinatie met de onverminderde ‘war on drugs,’ is absurd.’
Is er dan niets positiefs uit de organisatie van het WK voortgekomen?
Gaffney: ‘Toch wel. De cariocas [de inwoners van Rio de Janeiro, RvI] hebben nu van dichtbij kunnen zien hoe hun regering gedurende een langere periode in dienst van de elite werkt. De Braziliaanse elite, het IOC, toeristen die er een avontuurlijk uitje van maken. Dit heeft voor nieuwe maatschappelijke netwerken gezorgd die verzet organiseren. De burgermaatschappij is versterkt op een manier die zonder deze evenementen niet had plaatsgevonden.’
Wat er voor de Spelen gebeurt
Het is te makkelijk de organisatie van het WK te zien als generale repetitie voor de Olympische Spelen; er zijn wezenlijke verschillen - nog los van de huidige economische en politieke crisis. Brazilië organiseerde in 2014 voor de tweede keer een WK, dit is de eerste keer dat het land Olympische Spelen organiseert. Bovendien biedt voetbal de Brazilianen van oudsher hoop, geluk en troost onder alle omstandigheden, terwijl er weinig traditie met olympische sporten bestaat, noch een publiek sportbeleid om dit te stimuleren.
Santiago: ‘Er is onder de bevolking geen enkele betrokkenheid bij de Spelen. En door de tegenvallende kaartverkoop en groeiende onzekerheid of er wel genoeg mensen zullen komen kijken, beginnen de staat en de politie weer meer gewelddadige operaties uit te voeren in de favela’s.’
Nog een verschil: het WK was verspreid over het land, de Spelen concentreren zich in Rio – en daarmee de problemen en bijbehorende verontwaardiging. Gaffney: ‘De stad Rio heeft tientallen miljarden besteed aan de Spelen, maar de mensen hebben nog steeds geen schoon water, functionerende riolering en openbaar vervoer. Ook is er geen geld om werknemers [leraren, artsen, ambtenaren, RvI] te betalen. Op dit moment worden eenentwintig scholen door studenten bezet, te midden van wijdverspreide lerarenstakingen. Door de perverse prioriteiten van machthebbers wordt steeds meer duidelijk dat zij totaal niet in staat zijn de dagelijkse problemen in Rio de Janeiro op te lossen.’
Ondanks de vele kritische rapporten en het groeiende verzet, blijft bij velen het hardnekkige geloof bestaan dat Olympische Spelen (of een WK) een vruchtbaarheidsboom voor een land zijn: een zaadje dat wordt geplant, waaruit investeringen, werkgelegenheid, infrastructuur, toerisme en een imagoboost zullen voortkomen. Oftewel: voor iedere euro die nu wordt besteed, komt een veelvoud terug – het zogenaamde ‘multipliereffect’. Onderzoek wijst in de meeste gevallen anders uit, ook nu weer voor Rio. Het gemiddelde economische effect van Olympische Spelen is onder de tien miljard dollar; de geschatte kosten rond de 16,6 miljard dollar. Een groot deel wordt betaald uit publiek geld, verhoogde belastingen en bezuinigingen op andere gebieden; de winst vloeit voornamelijk naar private partijen.
Veel van de investeringen zullen na afloop van het evenement hun nut verliezen
Veel van de investeringen zullen na afloop van het evenement hun nut verliezen: neem huisvesting. De stad Rio was in staat 52.000 toeristen te herbergen, één miljoen worden er verwacht. Dit vraagt om peperdure kunstgrepen op het gebied van huisvesting en transport. Aannemelijk is dat die na 2016 als witte olifanten in de stad zullen wegkwijnen, net als sommige WK-stadions van 2014. Onderzoeker en econoom Jeffrey Owen stelt: ‘Tot op heden is er géén studie die empirisch bewijs levert van significante economische impact door Olympische Spelen of welk ander megasportevenement dan ook.’
Wat moet er dan gebeuren? Volgens Gaffney moet het businessmodel veranderen. ‘Dit onttrekkende, mobiele, monopolistische model waarbij aan niemand verantwoording wordt afgelegd, plaatst een te grote last op een stad. Het verergert de omstandigheden die al aanwezig zijn en zorgt voor de concentratie van rijkdom in handen van een steeds kleinere groep.’
En het belangrijkste: de veiligheid
Het grootste punt van zorg blijft veiligheid: de verhoogde terrorismedreiging rondom sportevenementen in combinatie met de toch al heersende geweldscultuur. De Spelen van 2012 waren voor Londen de grootste militaire veiligheidsoperatie sinds de Tweede Wereldoorlog – Rio 2016 is daar een verdubbeling van. Als al die uitgaven zouden resulteren in een duurzaam veiligheidsbeleid voor de stad Rio, is dat winst. Maar zoals Raull Santiago me al vertelde: het is Para Inglêsver; de problemen worden uit het zicht geschoven.
Om te zien hoe dat in de praktijk uitpakt ga ik een dag mee met leraar Robert Smits, naar een van de gevaarlijkste favela’s van Rio: Antares, op een uur met de trein ten westen van het centrum. In de paar dagen voor mijn komst vielen er vijf doden, de dagen erna drie. Deze wijk met ongeveer 30.000 inwoners is al decennia in handen van de Comando Vermelho – hier is geen UPP te zien.
Als we uitstappen op het lugubere perron, zie ik het al. Naast de rails is een ‘cracôlandia,’ een strip met verdwaasde drugsverslaafden. Smits: ‘Het centrum wordt schoongeveegd en iedereen komt nu hierheen om drugs te kopen en te gebruiken. Veel erger nog is dat ook de straatkinderen uit het centrum, uit de toeristenbuurten worden verjaagd, naar dit soort buurten waar ze niemand kennen en iedere sociale controle weg is.’
We wandelen langs tafels vol drugs en geld diep de wijk in. Gewapende tienerjongens op brommers crossen om ons heen van voorraadpunt naar verkooppunt. Het is vakantie en tientallen kinderen worden door Smits’ medewerkers beziggehouden in een sporthal, waar het minstens veertig graden is. We voetballen, zingen en dansen. De kinderen vragen me of ‘Holanda’ bij de Zona Sul ligt, bij Copacabana en Ipanema. De Olympische Spelen zijn nog nooit zo ver weg geweest.
Maar daar heeft Smits iets op gevonden. Om deze kinderen ook iets positiefs te laten ervaren organiseert zijn stichting de FavelaGames. Op 30 juli 2016 zullen kinderen uit diverse sloppenwijken samenkomen voor een heus sporttoernooi.
Wat moeten we doen?
De vraag dringt zich op: wat kunnen wij – buitenlanders, sporters, fans, toeristen en televisiekijkers – doen?
Robert Smits: ‘Het zou al geweldig zijn als olympische sporters en toeristen hier vanaf weten. Alle aandacht voor deze kinderen en de situatie waarin zij leven, is welkom. Ik ben ontzettend bang dat na de Spelen iedereen vertrekt en alles instort.’
Dezelfde vraag stel ik aan de anderen.
Christopher Gaffney: ‘Niet gaan is een goed begin. Het boycotten van sponsors is een andere optie. Niet alleen maar als ‘fan’ gaan, maar de verbinding maken met lokale bewoners en bijdragen aan het op de politieke kaart zetten van dit soort evenementen, is een derde mogelijkheid. Het is niet de fout van de fans of sportliefhebbers dat Rio door de organisatie van de Spelen slechter af is, maar ze dragen wel verantwoordelijkheid voor het voeden van dit systeem, waarmee ze gigantische winsten genereren voor bedrijven op basis van publieke bestedingen voor hun vermaak.’
Raull Santiago: ‘Buitenlandse toeristen mogen best naar de Spelen komen kijken, maar kijk dan ook naar wat er werkelijk gaande is in Rio, en draag niet bij aan de illusie van ‘perfecte stad’ die men nu probeert te verkopen. Er zijn grote problemen in Rio vandaag de dag, en de grootste is de uitroeiing van donkere jongeren in de favela’s. Het is onacceptabel en mensen van buiten moeten hierover nadenken, opdat ze met hun komst niet bijdragen aan onze dood.’
Correctie 22-4-2016: Een eerdere versie vermeldde dat Brazilië in 2014 voor de vierde keer het WK Voetbal organiseerde. Dit moet ‘twee’ keer zijn en is aangepast.