Luisteren: Hoe Frank Westerman met woorden terroristen te lijf wil gaan

Lex Bohlmeijer
Correspondent Goede gesprekken
Frank Westerman. Foto: Marijn Smulders (voor De Correspondent)

Frank Westerman geldt als een van onze beste onderzoeksjournalisten. In zijn nieuwste boek, Een woord een woord, behandelt hij indringende en urgente vragen over de omgang met terreur. Anders gezegd: hoever reikt de beschaving?

Er zijn zeker vijf redenen om te luisteren naar het gesprek met Frank Westerman (Emmen, 1964).

1. Zijn boek bevat heikele episodes uit onze geschiedenis. In dit geval de zes gijzelingsacties die Molukse jongeren in de jaren zeventig ondernamen. Westerman woonde toen in Assen en was getuige van de kaping. Het is zijn methode, in navolging van het inspirerende voorbeeld in een notendop: vanuit een persoonlijke geschiedenis schrijven, om er hoogst actuele vragen aan te verbinden.

Wat kun je uitrichten met het woord tegenover iemand die de wapens opneemt?

2. Over de botsing tussen terreur en beschaving namelijk. Wat kun je uitrichten met het woord tegenover iemand die de wapens opneemt? Hoe moet je omgaan met aanhangers van Islamitische Staat? Westerman komt niet met een eensluidend antwoord, maar beseft dat dit de keerzijde van de beschaving is: we zijn weerloos geworden tegen zaaiers van dood en verderf. Aan de andere kant: stoppen met vertellen verandert de wereld ten kwade.

3. Westerman bedrijft niet alleen verhalende onderzoeksjournalistiek, maar ook zelfonderzoek. In die zin leest zijn boek als een essay. Hij probeert greep te krijgen op de ontwikkeling die hij zelf heeft doorgemaakt. Van de jonge pacifist die op Cuba de revolutie vierde, tot de man die de Nederlandse antiterrorisme-eenheid als redders van het vrije woord ziet. Het eindigt in ambivalentie: zonder wapens gaat het niet. Maar zonder taal ook niet.

4. Westerman geeft inzicht in de verschillende ervaringen om zijn onderwerp, taal versus terreur, handen en voeten te geven. Zo beschrijft hij de gesimuleerde vliegtuigkaping die hij als passagier meemaakte. En treedt hij in de voetsporen van een onderhandelaar. Zo leert hij hoe je iemand aan moet spreken die een vrouw een mes op de keel houdt. Nou ja, hij leert vooral wat je níét moet zeggen.

5. De jongens die de treinkapingen en de andere gijzelingsacties op touw zetten, kwamen uit dezelfde stad. Westerman kende ze. Een van hen was zijn leraar handarbeid. Is het mogelijk om begrip op te brengen voor mensen die onschuldige burgers doden om gehoord te worden?

Lees ook: