Waarom de Shellmedewerkers die aan het woord komen op De Correspondent anoniem blijven
In een serie gesprekken met Shellmedewerkers onderzoek ik hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering. Shellmedewerkers doen op persoonlijke titel mee en spreken niet formeel namens het bedrijf. Hier geef ik een toelichting bij de keuze hen anoniem op te voeren.
Voor wie het gemist had: het startschot van mijn serie over Shell was een uitnodiging - zie de link hieronder - gericht aan Shellmedewerkers. Beste Shellmedewerkers, schreef ik, laten we praten. De opwarming van de aarde is een fundamentele uitdaging voor de hele mensheid en voor de toekomst van de olie- en gasindustrie in het bijzonder. Kan die veranderen? Kan Shell zichzelf opnieuw uitvinden als duurzaam energiebedrijf? Hoe voelt het om in het tijdperk van oververhitting in de fossiele energie-industrie te werken?
Op die vragen zoek ik een antwoord. Niet door te praten over Shell, maar door te praten met de mensen die er werken.
De gespreksverslagen verschijnen in zijn geheel op De Correspondent. De bedoeling is dat een mozaïek van stemmen ontstaat, die gezamenlijk een beter beeld schetsen van dit monumentale olie- en gasbedrijf. En van de veranderingen die daar plaatsvinden.
Een van de cruciale journalistieke vragen in deze serie is: hoe voer je de Shellmedewerkers op? In mijn oproep gericht aan Shellmedewerkers verzekerde ik hen anonimiteit: ‘Ik weet dat je officieel niet namens Shell naar buiten mag treden zonder toestemming van de afdeling Media Relations. Maar je kunt op persoonlijke titel met mij praten en niemand hoeft te weten dat jij op mijn uitnodiging bent ingegaan: je blijft anoniem.’
Die eerste overweging is direct de belangrijkste: zoals bij ieder groot bedrijf loopt contact met de pers normaliter via de afdeling mediarelaties. Maar ik ben in deze serie niet op zoek naar woordvoerders of naar de meest representatieve ‘Shellmensen’. Het zijn juist de persoonlijke verhalen en ontboezemingen die me interesseren, omdat die een open en eerlijk beeld geven van hoe het bedrijf werkt.
Dat brengt me op de tweede reden voor anonimiteit: het stelt mij in staat om informeel en openlijk met Shellmedewerkers te praten, ook al is het niet hun rol om namens het bedrijf naar buiten te treden. Als we de gespreksverslagen met naam en toenaam publiceren, ontstaat als vanzelf een verantwoordelijkheidsgevoel om het hele bedrijf te vertegenwoordigen. Dat hoeft in gesprek met mij nu juist niet. Om een ‘veilige ruimte’ voor persoonlijke reflecties te creëren, laat ik in de publicaties de namen van de geïnterviewden achterwege.
De afdeling mediarelaties heeft mij te kennen gegeven dat er geen repercussies zijn voor Shellmedewerkers die - buiten hun weten om - met mij in gesprek gaan. Sommige geïnterviewden hebben zelf contact opgenomen met de afdeling mediarelaties om te checken of zij inderdaad vrijelijk met mij in gesprek mochten gaan. Anderen accepteren het feit dat zij mogelijk herkend zullen worden door nabije collega’s omdat zij de een of andere anekdote niet alleen aan mij, maar ook aan collega’s vertellen. Als zij zelf geen moeite hebben met die herkenning, blijven die anekdotes in het gepubliceerde gespreksverslag staan.
Als de medewerkers vrezen dat ze intern toch scheve blikken zullen krijgen door het verhaal dat ze vertellen, dan verwijder ik alle anekdotes waarin ze misschien herkend kunnen worden uit het verslag. Dit doe ik in overleg met de geïnterviewden: de anonimiteit is dus een gedeelde verantwoordelijkheid. In sommige gevallen pas ik een of twee details aan, zodat de geïnterviewde moeilijker herkend kan worden - een gangbare strategie om de anonimiteit van bronnen te beschermen. (Als ik dit doe, staat het vermeld onder het gespreksverslag.)
Kortom: de geanonimiseerde publicaties in deze serie zijn bedoeld om Shellmedewerkers aan de praat te krijgen en hen een veilige ruimte te bieden waarin ze persoonlijke verhalen kunnen vertellen, zelfs al is het niet hun rol om namens Shell naar buiten te treden in de media.
Bij de hoofdredactie zijn de namen en precieze werkzaamheden van alle geïnterviewden bekend. Een laatste noot: het delen van concurrentiegevoelige informatie is Shellmedewerkers verboden, omdat ze daarmee bijvoorbeeld de beurswaarde van het bedrijf zouden kunnen beïnvloeden, wat strafbaar is. Zulk soort informatie komt dus überhaupt niet in de gespreksverslagen naar voren.
De Shellmedewerkers doen op persoonlijke titel mee en spreken niet formeel namens het bedrijf.
Ik hoop jullie hiermee voldoende inzicht te hebben gegeven in de journalistieke overwegingen die hier meespelen. Mochten jullie er vragen over hebben, dan kunnen jullie die uiteraard hieronder stellen en zal ik ze zo goed mogelijk beantwoorden.
Werk je bij Shell en wil je een bijdrage leveren? Mail mij op jelmer@decorrespondent.nl, dan kunnen we van gedachten wisselen.
Hier het startschot van deze serie: Beste Shellmedewerkers, laten we praten Wil je de serie volgen? Schrijf je hier in voor mijn persoonlijke nieuwsbrief, die ik gemiddeld eens in de tien dagen verstuur