De Shelldialogen (1): ‘Ik maak me zorgen over het klimaat en ik loop niet in een spagaat op mijn werk’

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat
Mannen wachten op hun brommers in de rij voor het tankstation op 19 januari 2015 in Rawalpindi, Pakistan. Er is op dat moment een groot tekort aan brandstof, deze crisis veroorzaakt naast woede ook lange rijen. Foto: Faisal Mahmood / Reuters

In een serie gesprekken met Shellmedewerkers onderzoek ik hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering. Vandaag een medewerker die zegt: ‘Ik kan bij Shell werken en onderdeel van de oplossing zijn.’

Hij heeft een leidinggevende rol op het Shellkantoor in Rotterdam. Daar is de afdeling ‘downstream’ gevestigd, dat is de hele keten van de raffinaderij tot de klant (Shell is ook actief in de‘upstream’ business,daaronder valt alles van exploratie en boorput tot raffinaderij). We drinken thee in een brasserie, hij kijkt tijdens het praten af en toe naar zichzelf in de ruit achter mij. Een vriend van hem die vindt dat Shell moet stoppen met boren naar olie en gas had mijn oproep doorgestuurd. Hij vindt dat onzin, een simplistische oplossing geboren uit intellectuele luiheid. Hij gelooft juist in innovaties, die stelselmatig worden onderschat.

‘Ik begrijp de wens om te stoppen met olie en gas’

‘De belangrijkste reden waarom ik wil praten is dat ik me grote zorgen maak over de opwarming van de aarde. Ik lees er alles over in de krant. Ik kom veel in de bergen met mijn gezin. We verblijven soms in berghutten, daar hangen altijd oude foto’s van gletsjertongen die helemaal tot in het dal lopen. En dan loop je naar buiten en je ziet: de helft is al weg. Ik maak me daar al jaren zorgen over. En ik vraag me af wat we moeten doen. Er is een wezenlijke klimaatverandering gaande met consequenties zoals overstromingen en ernstige droogte. Dat hebben we niet onder controle, dus het wordt alleen maar erger. Ik deel de zorgen die veel mensen daarover hebben.’

Het is ondoordacht olie- en gasbedrijven op te roepen te stoppen met het zoeken naar oliebronnen, zolang de vraag in ontwikkelingslanden nog zo sterk groeit

‘Ik snap de wens om te stoppen met boren naar olie en gas. Maar die heeft een consequentie, namelijk dat je bepaalde mensen toegang tot energie ontzegt. In bijvoorbeeld India is de vraag naar energie dan de consumptie. Het is ondoordacht olie- en gasbedrijven op te roepen te stoppen met het zoeken naar oliebronnen, zolang de vraag in ontwikkelingslanden nog zo sterk groeit. Wat wel helpt, is innovaties voor het zuiniger en duurzamer gebruik van energie van de ontwikkelde wereld naar de ontwikkelende wereld te brengen. Dat ook al.’

‘Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht dat de vraag naar olieproducten nog ongeveer tot 2050. Dat is een superbelangrijk concept en ik zal je vertellen wanneer dat tot me doordrong. Ik ben een fietser. Ik ben een keer met een vriend door Nepal gefietst, weg van de gebaande paden, echt het land in. En daar ontmoetten we in een dorpje midden in de bergen een man die net een brommertje had gekocht. De bus die door het dorp reed nam af en toe een kannetje benzine voor hem mee. Daarmee kon hij over een grote berg rijden naar een dorpje aan de andere kant, waar hij zijn gidswerk voor toeristen kon doen. Hij kon nieuwe klanten vinden, omdat hij een nieuw brommertje had gekocht.’

‘Dat was voor mij echt een eyeopener. Want dit gebeurt in de hele wereld. Economische ontwikkeling zorgt voor meer vraag naar energie. De beschikbaarheid van energie is de basis om een levensonderhoud te verdienen. Deze persoon kon beduidend meer geld verdienen omdat hij toegang had tot een kannetje benzine. De volgende stap is dat hij zijn dochter naar school brengt in het dorpje verderop.’

Plastic jerrycans en flessen staan in de rij staan om gevuld te worden met brandstof in Kirtipu, Kathmandu. Buurland India heeft de afgelopen maanden de grenzen geblokkeerd wat heeft geresulteerd in een tekort aan brandstof. Nepal, 2015. Foto: Narayan Maharjan / NurPhoto / REX

‘Het is een persoonlijk voorbeeld, maar dit is gaande in de hele wereld. Mensen die zich ontwikkelen vanuit armoede en daar energie voor nodig hebben. Dat kun je extrapoleren, dat doet het IEA, en dat zegt: tot 2050 verdubbelt de vraag.’

‘Ik vind het superfrustrerend om artikelen te lezen waarin domweg wordt gezegd dat we moeten stoppen met boren naar olie- en gasreserves. Ik las in The Guardian bijvoorbeeld een dat Shell ondanks de ‘mooie woorden van Ben van Beurden’ gewoon doorgaat met het zoeken van nieuwe olie- en gasvelden. Door de recente overname van BG worden er nieuwe reserves aan de balans van Shell toegevoegd. Ja, wat anders? Die reserves zouden toch al worden ontwikkeld, ze stonden al op de balans van BG. Moet je die overname dan niet doen? Hoe zie je dat dan voor je? Mogen wij alleen autorijden maar die andere mensen niet? Of gaan wij hier massaal de auto laten staan en de fiets pakken?’

‘In Europa hebben we het makkelijk; wij hebben een vergrijzende populatie. Wij hebben gemakkelijker toegang tot elektriciteit en duurzame energie. Hier vlakt de behoefte aan brandstoffen af. En daar kunnen we verder in gaan door meer duurzame energie te ontwikkelen. De vraag is: hoe gaan we nou om met die mensen die afhankelijk zijn van brandstoffen voor hun persoonlijke, sociale en economische ontwikkeling? Het is duidelijk dat wij als mensheid een grote uitdaging hebben en we moeten daar met zijn allen de schouders onder zetten.’

‘Stel, we ontslaan de CEO. Wat gebeurt er dan?’

‘Er is een beperking voor Shell om het roer om te gooien en vol op duurzaam in te zetten. Dat is de onmogelijkheid van Shell om zich te onttrekken aan de marktdynamiek en de competitieve druk. Laten we een gedachte-experiment doen. Stel: we ontslaan de huidige CEO Ben van Beurden. En we zetten er iemand neer die radicaal op duurzaamheid inzet.’

‘Wat gebeurt er dan? Twee dingen. Ten eerste verandert het verdienmodel volledig. De inkomsten worden afhankelijk van energiebronnen die nog gesubsidieerd worden en nemen flink af. Daardoor komt het dividend onder druk te staan. Dan lopen aandeelhouders weg en zal het aandeel zakken. Tweede ding: Shell kan niet meer investeren in nieuwe olie- en gasbronnen. Ook daardoor zal de aandelenprijs zakken. Dan komen staatsgestuurde bedrijven zoals PetroChina of Gazprom in actie. Bijvoorbeeld PetroChina koopt alle aandelen op, stuurt de duurzame CEO weg, en zorgt dat alle olie- en gasstromen richting China gaan. Of er komt een hedgefonds, dat koopt het bedrijf op en hakt het in honderd kleine stukjes om te verkopen aan de concurrenten van Shell. Ben je dan iets opgeschoten met je radicale verandering? Nee, je hebt twee stappen achteruitgezet.’

Je leeft in een competitieve wereld waarin aandeelhouders dingen verwachten. Je kunt niet straffeloos iets doen wat zij niet willen

‘We leven in een wereld waarin je niet ongestraft radicale dingen kunt doen. Acties hebben consequenties. En de consequentie kan zijn dat je wordt opgegeten door een van je concurrenten. Zo werkt het nu eenmaal. Dat is de competitieve druk. Je leeft in een competitieve wereld waarin aandeelhouders dingen verwachten. Je kunt niet straffeloos iets doen wat zij niet willen. Als Shell de brandstoffen niet levert, dan wel een ander bedrijf.’

‘De aandeelhouder is de baas. Ook bij Shell. Daarom snap ik niets van de -campagne. Die zegt tegen grote investeerders: je moet geen aandeelhouder meer zijn. Per definitie komen daar andere aandeelhouders voor in de plaats die minder met het probleem begaan zijn. Je trekt je handen er als investeerder van af en je bent je invloed kwijt. Wat je moet doen als je duurzaamheid wilt, is een alliantie van aandeelhouders maken, zodat je invloed hebt op het bestuur.’

‘Mijn grote frustratie als het hierover gaat: veel mensen geven geen rekenschap van hoe dit in de echte wereld werkt. Doet Shell genoeg? Dat vind ik een valide vraag. Niet: ‘Shell moet stoppen met boren naar olie.’ Dan snap je niet waar je het over hebt.’

Libiërs staan in de rij voor benzine in Tripoli op 28 augustus, 2011. Foto: Patrick Baz / AFP Photo

‘Innovaties worden onderschat’

‘Mensen die voorstellen te stoppen met het zoeken en boren naar olie en gas, maken een te beperkte analyse van het probleem. Ze zoeken te snel, reflexmatig naar een oplossing en komen dan vaak bij de olie- en gasindustrie uit als de boeman. Activisten kunnen hun energie veel beter steken in oplossingen.’

‘Ik geloof in creatieve destructie en in disruptieve technologie. Een heel mooi boek daarover is Dat gaat over dat wij mensen alleen maar lineair kunnen denken. De rol van innovaties wordt onderschat. Als er een paradigma-shift plaatsvindt, zien mensen dat pas achteraf. Ook de snelheid van innovaties wordt onderschat. Innovatieve ontwikkelingen gaan exponentieel en daarmee zeer snel. Ik zie innovatie als dat je zaadjes zaait voor gras. En dan komen er sprietjes en ineens heb je een heel grasveld.’

‘Die disruptieve technologie is hard nodig en zal er komen, alhoewel we dat pas achteraf als zodanig zullen benoemen. Zelf denk ik dat alle technologische, maatschappelijke en economische elementen voor een paradigmaverandering al zichtbaar zijn om ons heen. Alleen die elementen zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld en nog onvoldoende aan elkaar geknoopt om een groot verschil te maken in ons energiegebruik.’

‘Hoe groot de groei van duurzaam ook is, er blijft nog jaren vraag naar brandstof om vliegtuigen te laten vliegen of om plastics te maken. Dat zal nog heel lang duren, óók als er een nieuwe disruptieve technologie bij komt. Shell heeft een rol te spelen in het aanbieden van die brandstoffen en in het meedenken, meewerken en vermarkten van nieuwe technologieën.’

‘Om competitief te zijn moeten we efficiënt werken’

‘Ik werk nu bijna vijftien jaar bij Shell, zit in en ben bezig met mijn vijfde baan. Het is normaal bij Shell om ongeveer elke drie of vier jaar een nieuwe baan te vinden in het bedrijf. Ik werk nu op een afdeling die zich bezighoudt met de aan- en verkoop van assets in Europa. We kijken naar marktontwikkelingen en wat die voor ons betekenen en de strategische ontwikkeling van onze supply chains. Hoe hebben wij toegang tot de juiste markten? Als je in Engeland producten wil verkopen, moet je daar een supply chain opzetten. En daar bijvoorbeeld een terminal of een pijpleiding kopen. Wij zitten dan met tegenpartijen om de tafel om tot een deal te komen.’

‘Om competitief te zijn moeten we ieder jaar in de kosten snijden en efficiënter werken. Ik krijg aan het begin van het jaar een target, en daar word ik aan het einde van het jaar op afgerekend. Een target kan bijvoorbeeld zijn om X miljoen te besparen in supply chain X of om een groei-opportunity te ontwikkelen die op termijn X miljoen gaat opleveren. Hoe ik dat doe, moet ik zelf weten. Als ik maar lever.’

‘De targets worden ieder jaar hoger. Als je het niet helemaal haalt, maar wel een wezenlijke bijdrage levert, of het denken over bijvoorbeeld nieuwe ontwikkelingen verder helpt, dan wordt dat ook gewaardeerd. Het is niet helemaal zwart-wit. Maar de druk om te presteren is wel hoog.’

Een kind speelt met een fietsband terwijl zijn ouders wachten in de rij voor brandstof. Kathmandu 29 november 2015, Nepal Foto: Narayan Maharjan / Pacific Press / Getty Images

‘Ik houd rekening met het klimaat in mijn dagelijkse werk’

Klimaatverandering is echt een onderwerp binnen Shell. We hadden het er eergisteren nog over bij de lunch

‘Klimaatverandering is echt een onderwerp binnen Shell. We hadden het er eergisteren nog over bij de lunch. We zien dat dit gebeurt. Hoe gaan we daarmee om? Welke stappen moeten we nemen? Zo’n gesprek begint met een gedeeld gevoel: er is iets. Daarna krijgen we een meer intellectuele discussie; welke concepten moeten worden toegepast om het probleem te lijf te gaan? Bij Shell werken veel mensen die sterk zijn in conceptueel-analytisch denken. En van daaruit een oplossing gaan zoeken. Dat is een open gesprek waarbij alle meningen gewaardeerd worden. Als je denkt dat jouw mening de enige juiste is, dan ben je bij Shell niet op de juiste plaats. In ons recruitmenttraject wordt altijd bekeken of mensen openstaan voor de input en ideeën van anderen.’

‘Shell is een open organisatie waar je veel eigen initiatief kunt tonen. We hebben de Future Energy Lions, een platform waar mensen bij elkaar komen die zeggen: wat kunnen wij nou doen om dit probleem te tackelen? Wat zijn de stappen die we moeten nemen? Er zijn ook meer formele platforms, zoals We hebben teams die nadenken over klimaatverandering en de energietransitie: waar staan we nu en waar moeten we heen?’

‘Ik heb ook direct toegang tot veel informatie over de klimaatverandering en de energietransitie. Relevante informatie wordt gedeeld op de interne website, presentaties zijn gemakkelijk te downloaden. Ik kan me deze informatie eigen maken en deze vervolgens toepassen in mijn huidige baan.’

‘In de chemie bijvoorbeeld worden vloeibare stoffen op schepen vervoerd. Je mocht in het verleden de dampen daarvan laten weglopen; een luik open op de boot en dan vervliegen ze. Dat is slecht voor het milieu en het mag tegenwoordig niet meer, de wetgeving wordt steeds strenger. Ik kijk dan: hoe kunnen we van die dampen af komen? Je kunt ze verbranden. Dan houd je CO2 en water over. Ik kan ook zoeken naar andere technologie waarmee we dat probleem oplossen. We kunnen die gassen ook koelen, dan maak je ze vloeibaar en kun je ze weer op een andere manier gebruiken. Dat is een voorbeeld waarbij je direct milieuoverwegingen kunt meenemen in je besluit.’

‘Ander voorbeeld: we merken nu al dat de vraag naar meer CO2-arme energie toeneemt. We zijn nu aan het kijken hoe we daaraan tegemoet kunnen komen en welke initiatieven we moeten nemen om de volgende stappen hierin te zetten. Ik kan het dus persoonlijk voor mezelf verantwoorden dat ik bij Shell werk. Ik loop niet in een grote spagaat op m’n werk.’

Japanners staan in de rij voor benzine bij een tankstation in Yamada, 25 maart 2011. Foto: Nicolas Asfouri / AFP Photo

‘Shell is op de goede weg’

‘Shell heeft een belangrijke rol te spelen in de veranderende energiewereld. Gaat de verandering snel genoeg voor het klimaat? Nee, daar maak ik me zorgen over. Ik heb twee kinderen. Als je kinderen hebt, ga je je hier op een hele andere manier mee bezig houden. Dan wordt je kijk veel persoonlijker. Hoe ziet de wereld eruit als zij tachtig zijn? Ik verwacht veel meer extreem weer, droogte, overstromingen, delen van de wereld die onbewoonbaar zijn, klimaatvluchtelingen en een stijgende waterspiegel. We hebben nu al moeite met de vluchtelingen uit Syrië. Wat gebeurt er als er nog miljoenen uit andere delen de wereld over gaan zwerven? Zijn wij in staat om de stijgende zeespiegel goed te managen? Daar denk je over na.’

‘Ben ik tevreden met het tempo van verandering bij Shell? Ja, daar ben ik wel tevreden over. Shell is een mammoettanker, je kunt de koers niet heel snel verleggen. Dus onze leiders zijn vele jaren geleden al begonnen met de eerste stappen richting een duurzamere energiewereld. Zijn we er al? Natuurlijk niet. Maar ik vind dat er moedige stappen zijn gezet.’

‘Shell is nu een groter gas- dan oliebedrijf, dat is een grote stap vooruit, want met meer gas kunnen we kolen vervangen. We ontwikkelden CSS-technologie om CO2-uitstoot af te vangen. We zijn met een pilot bezig voor een distributienetwerk voor waterstof in Duitsland. We hebben een voor kleine bedrijfjes die werken aan nieuwe duurzame technologieën. We pleiten voor een CO2-prijs, in feite pleiten we dus voor prikkels die het huidige verdienmodel van het bedrijf ondermijnen. Dat vind ik moedig.’

Op gegeven moment zag ik zelf: het hele klimaatverhaal klopt gewoon, het is niet te ontkennen

‘Ik werk nu zelf bijna vijftien jaar bij Shell. Op een gegeven moment zag ik zelf: het hele klimaatverhaal klopt gewoon, het is niet te ontkennen. En als het klopt? Wil ik dan bij Shell werken? Dat heb ik me afgevraagd, dat moeten meer mensen gehad hebben. Welke rol spelen wij? In welke fase van erkenning zitten wij? Je kent die fases als je een probleem hebt, van ontkenning naar boosheid naar acceptatie. Wij zitten in die laatste fase. We denken na over stappen. Ik kan me er actief voor inzetten en het wordt actief bediscussieerd in Shell. Dus ik zit hier goed. Ik kan er ook uit stappen. Dan was ik m’n handen in onschuld, dan kan ik de moral high ground claimen, kan ik doen alsof ik geen onderdeel ben van het probleem maar dan kan ik ook niet bijdragen aan een oplossing. Of zie ik een rol voor Shell en lever ik daaraan een bijdrage? Ik kom tot die laatste conclusie. Ik geloof dat Shell op de goede weg is en ik wil mijn steentje daaraan bijdragen.’