Hoewel de aanhouding van Ebru Umar en het daaropvolgende landarrest erg onplezierig moeten zijn voor de Nederlandse columniste, hebben de gebeurtenissen er wel voor gezorgd dat Nederland Turkije beter heeft leren kennen.

De arrestatie van Umar heeft er ook voor gezorgd dat de Turkse Nederlanders het achterste van hun tong hebben laten zien. Op de sociale media regende het berichten van Turkse Nederlanders die hun blijdschap uitspraken over de aanhouding van Umar.

Conclusie: de meeste Turken in Nederland houden hartgrondig van president Recep Tayyip Erdogan, staan achter diens autoritaire regeerstijl en juichen de aanhouding van Umar toe.

De uitslag bij de algemene Turkse verkiezingen liet vorig jaar al zien dat Erdogan nergens zo populair is als in Nederland. Met maar liefst 70 procent van de stemmen voor de AKP van Erdogan zijn de Turkse Nederlanders wereldrecordhouder. In Turkije zelf kreeg Erdogans partij de steun van bijna de helft van het electoraat.

We praten daarbij over een man die sinds de jaren negentig geen enkele verkiezing verloren heeft. Gesterkt door een hondstrouwe achterban heeft hij in de loop der jaren alle onafhankelijke democratische instituties van hem afhankelijk gemaakt. Duizenden journalisten zijn op straat gezet, hele redacties gesloten, televisiezenders van de ether gehaald.

En nu het volk in eigen land bang en monddood is gemaakt, lijkt de Turkse diaspora aan de beurt. Iedereen weet wat Umar is overkomen, dus is het oppassen geblazen met wat je op sociale media roept.

In de veertien jaar dat Erdogan aan de macht is, is het enige seculiere land in de islamitische wereld zo naar een moslimstaat geëvolueerd. Ismail Kahraman, voorzitter van het Turkse parlement, heeft onlangs geopperd de scheiding van staat en kerk uit de Grondwet te schrappen. Een formaliteit in een land waar de islam de dienst uitmaakt.

Erdogan en zijn gevolg hebben dus gezegevierd. Wat doen ze dan om dit grote succes te vieren? Dansen zullen ze in ieder geval niet.

Volksdansen hoort niet bij de cultuur

Want ook al is de dans niet aan de mannen en de vrouwen van de Partij van Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) besteed, ze hebben het fenomeen onlangs wel op de politieke agenda gezet. Een door de AKP-leiding aangestelde schooldirecteur in de stad Malatya sprak zijn ongenoegen uit over de traditie dat de openbare scholen in Turkije volksdanslessen geven. ‘Het hoort niet bij onze cultuur dat mannen en vrouwen hand in hand dansen. Het is onzedelijk gedrag en zet aan tot overspel.’

‘Zedelijke mensen staan toch niet toe dat hun dochters hand in hand met vreemde jongens rondjes dansen?’

Volg je Turkije de afgelopen jaren, dan weet je dat dit soort uitspraken nooit uit de lucht komen vallen. Ze worden eerst grondig voorbereid. Afhankelijk van de reacties gaat men over tot actie. Is het volk nog niet zover, dan wordt de heikele kwestie een tijd als augurken in zout, zoet en zoetzuur gelegd; totdat de AKP-media de aanhang klaar hebben gemaakt voor consumptie.

Zo ook de volksdansen. Hoewel seculier Turkije zich in de nog overgebleven anti-Erdogankranten weert tegen een verbod, wordt Erdogans AKP-achterban gestaag warm gemaakt voor een ban. Het duurde dan ook niet lang voordat de schooldirecteur in de pers bijval kreeg van een AKP-functionaris uit een andere stad: ‘Het Turkse volk bestaat uit mensen die moorden plegen om hun eer en zeden te bewaken. Zedelijke mensen staan toch niet toe dat hun dochters hand in hand met vreemde jongens rondjes dansen?’

De islamisering van Turkije

Erdogan is nu veertien jaar aan de macht. Precies zo lang duurt het proces van islamisering in Turkije. Je zou je kunnen afvragen wanneer Turkije officieel een theocratie genoemd kan worden. Moet de islam in de grondwet vermeld staan? Moeten de rechters in hun uitspraken naar passages uit de Koran verwijzen? Of is de kogel al door de kerk als het met de volksdansen gedaan is?

Want dansen is iets fundamenteel menselijks. Kijk naar de lange geschiedenis van de mens. Geen enkele angst voor schrikbarende natuurverschijnselen, voor wilde dieren of voor de verrichtingen van een boze God was opgewassen tegen de dans. Het dansen gaf moed en sleepte de mens door de donkerste nachten heen. Vooral de manier waarop de Turken al eeuwen dansen: schouder aan schouder, vergezeld door het ritme van een enorme, anarchistische trommel, hand in hand, met krachtige passen - haast een ritueel om alle demonen, profeten en mannen als Erdogan erop te wijzen dat ze beter kunnen inbinden.

Zolang er gedanst wordt, is er dus hoop. De vraag is echter hoe groot de veerkracht van de seculiere Turken is. Hoelang kan men zich verweren tegen de bekende tactiek van zwartmaken, schande spreken, op de eergevoelens inspelen?

Een tactiek die met de schooldirecteur al in gang gezet is. Een tactiek die eerder heeft gewerkt. Kijk naar de hoofddoeken in de grote steden; zó zijn die mode geworden. En kijk naar het feit dat de Turken massaal de geboortedag van profeet Mohammed vieren. Iets waar een jaar of vijftien geleden geen haan naar kraaide. Nu raken de berichtenboxen overvol met schrijfsels van vrienden en familie die elkaar met de verjaardag van Mohammed feliciteren.

Maar er is hoop

Maar hoewel Erdogan stap voor stap zijn islamistische agenda uitvoert, gaat seculier Turkije zich zeker niet zonder slag of stoot overgeven. Ik weet dit omdat ik mensen als Mehmet de kapper ken. Deze man, woonachtig in het uiterste noordoosten van Turkije, verhaalde me eens over zijn reis naar Istanbul. Met vrouwlief wilde hij na zoveel jaar de neven en de nichten zien die naar de grote stad waren geëmigreerd. Daar aangekomen beleefde Mehmet de schok van zijn leven. De inmiddels in hoofddoeken gehulde nichtjes, vrouwen waar de kapper mee was opgegroeid en die als zussen waren voor hem, weigerden hem de hand te schudden. Vrome vrouwen schudden geen handen met mannen, ook al gaat het om een neef.

De mens wil dansen. In bossen, in de woestijn, in de bergen en op de schoolpleinen van Turkije

Kapper Mehmet vertelde op een sneeuwachtige dag aan mij: ‘Ik wist niet wat ik meemaakte. Maar ik zei tegen mijn vrouw dat ik wel raad wist met de situatie. Ik ging die troela’s achterna. De een heb ik in de keuken achterhaald, de ander in de woonkamer. Weer een ander op de gang. Allemaal heb ik ze een voor een heerlijk op de wangen gekust. Zoals het hoort verdorie.’

Dit voorbeeld van kapper Mehmet en zijn vrome nichtjes in aanschouw nemend is het te verwachten dat de AKP-mannen die de laatste jaren zo fanatiek aan de ‘fabrieksinstellingen’ van de Turkse maatschappij morrelen, op den duur hun hand overspelen. Misschien niet als ze alle onafhankelijke, democratische instituties met de grond gelijkmaken, het seculiere regime van Ataturk het stadion uitschoppen, een punt zetten achter onafhankelijke journalistiek en duizenden politieke gevangenen maken. Maar wel als ze aan het dansen komen.

Want de mens wil dansen. In bossen, in de woestijn, in de bergen en op de schoolpleinen van Turkije. Niet voor niets hebben de voorouders miljoenen jaren geleden almaar gedanst en hun dansbewegingen in de grotten getekend. Ze wilden ons leren dat het dansen nodig is om de verzengende angst voor een vreselijke wereld te trotseren. De democraten in Turkije hebben alleen een kans met de dans aan hun zijde.

Lees ook:

Wat als Turkije wél EU-lid was geworden? Tien jaar geleden hield de droom op. Turkije kon hoog of laag springen, maar de Europeanen lieten merken het islamitische land liever buiten de boot te willen houden. De gevolgen van die ‘allergie’ voor de Turken bleken groter dan men had kunnen voorspellen: een vluchtelingenstroom van jewelste richting de EU-landen en een Turkije in de wurggreep bij een nieuwe sultan. Lees het verhaal hier terug Als Turkse journalist mag je blij zijn dat je niet doodgaat Vorige week nam de Turkse overheid een krant en een persbureau over. Een incident waar terecht veel ophef over was. Maar achter dit incident gaan structurele problemen schuil. Waar lopen Turkse journalisten zoal tegen aan? Lees het verhaal van Tan Tunali hier terug In Turkije zitten 21 gewonde Koerden al tien dagen in een kelder. Hoe loopt dat af? Of het nu om de oorlog in Syrië gaat of om vluchtelingen, Europa kijkt steeds vaker naar Turkije als het land dat deze kwesties mag oplossen. Bij het oplaaiende geweld tussen de PKK en het Turkse leger kijkt Europa liever weg. Wat is hier gaande dat wij niet willen zien? Lees het verhaal van Tan Tunali hier terug De grootste ontvanger van Europese ontwikkelingshulp is geen ontwikkelingsland Bij ontwikkelingshulp denk je aan hulp aan arme landen. Maar de grootste ontvanger van ontwikkelingshulp van de Europese Unie is ook de achttiende economie van de wereld: Turkije. Jaarlijks 2,4 miljard euro. Sarah Haaij reisde naar Turkije met de vraag: waar gaat die hulp dan naartoe? Deel 1 van een tweeluik. Lees het verhaal van Sarah Haaij hier terug