De ranke vrouwen bewegen behendig met hun opvallend slanke heupen terwijl ze balanceren op houten sinaasappelkistjes. Zwoel klinkt hun lokroep vanonder hun kleurige sluiers. Ondeugend schieten de ogen heen en weer.

‘Kom dan liefje, kijk dan schatje,’ kirt Fatima met een ietwat hese stem. ‘Oe yallah’ en daar gaat het. De trommelaars versnellen het ritme, de mannen joelen, terwijl Fatima, Aïcha, Zainab en de vele andere bedekte vrouwelijke schoonheden gracieus buikdansen op het Djemaa Al-Fna plein van Marrakech in Marokko.

In de schaduw van de eeuwenoude Koutoubiya-moskee barst dit knettergekke plein zowat uit z’n voegen. Slangenbezweerders spelen hinderlijke deuntjes om hun cobra’s geïrriteerd op te laten veren, verkopers met geketende apen met of zonder luiers rennen op de hordes toeristen af, de barbecues van tientallen eetstalletjes hullen het plein in een dichte rook, theejongens rinkelen met hun belletjes, oude vrouwen voorspellen luidruchtig een al dan niet roemrijke toekomst en versieren je armen met ingewikkelde hennapatronen, muzikanten spelen net zo lang tot ze door tientallen mensen omringd zijn, stadsvertellers vertellen schunnige verhaaltjes aan hitsige Marokkaanse mannen.

En dan zijn er dus de buikdanseressen.

Mannelijke buikdanseressen wel te verstaan. De travestieten van het plein zijn berucht en beroemd tegelijk. Hun optredens behoren tot een eeuwenoude traditie die al die tijd springlevend is gebleven en waar, op enkele religieuze fanatici na, geen vragen bij worden gesteld.

De travestieten van het plein zijn berucht en beroemd tegelijk. Hun optredens behoren tot een eeuwenoude traditie waar, op enkele religieuze fanatici na, geen vragen bij worden gesteld

Opvallend genoeg krijgen ze bijna geen aandacht van de vele toeristen, die sowieso niet altijd door lijken te hebben dat deze gesluierde vrouwen in feite mannen zijn – of iets daar tussenin. Het plein kent een strikte verdeling in de attracties voor de toeristen – apen, slangen, henna-tattoos – en die voor de lokale Marrakechi, die de voorkeur geven aan muziek, dans en sterke verhalen. Zij lachen en joelen om deze buikdanseressen en subsidiëren deze openlijke uiting van culturele en seksuele diversiteit met klinkende fooien.

Hoe anders in Amsterdam, waar het stadsdeel Nieuw-West bij een bijeenkomst getiteld (lees: openlijk homoseksueel kunnen zijn in je buurt) toch maar afzag van het inhuren van een mannelijke buikdanser. Te gevoelig binnen de culturele context, oordeelde men. Het zou de spaarzame organisaties voor bepaalde etnische groepen te veel voor het hoofd stoten.

Het primaire probleem in een stadsdeel als Amsterdam Nieuw-West is overigens niet dat men als moslim niet openlijk homoseksueel kan zijn. Wie zich wat langer in de plaatselijke stadsdeel-cultuur heeft gedompeld, merkt überhaupt een diepgeworteld groeiend ongemak met welke vorm van lichamelijkheid en seksualiteit dan ook. Anders dan in Istanboel of Marrakech zie je hier geen jongens en meisjes plakkerig hand in hand lopen, elkaar op een bankje verliefd in de ogen staren of stiekem een kusje stelen.

Op jezelf wonen is zowel voor moslimjongens als meisjes een groot taboe. Het algemene dogma blijft zeker voor (ongetrouwde) vrouwen toch: je zult slechts het huis verlaten als je trouwt of sterft. Wee dus de dochter die openlijk voorhuwelijkse seks heeft of een Hollands vriendje krijgt. Als hetero krijgt zij die aandacht niet van het met homorechten flirtende stadsbestuur.

In wijken als Osdorp, Bos en Lommer, Slotermeer, de Haagsche Schilderswijk of Utrecht Overvecht zie je simpelweg geen uitingen van publieke affectie: niet tussen getrouwde heterostellen en zeker niet tussen hun homoseksuele equivalenten.Ik moet het nog zien gebeuren, een buikdanser die travestiet is op Plein 40/45 of het lokale winkelcentrum van Osdorp. 

Tot zover de promotie van diversiteit in wat dan de gay capital van de wereld wordt genoemd. Zelfcensuur uit zelfbehoud. Om dezelfde reden moest mijn goede vriend en documentairemaker (1980) enkele jaren geleden naar Marokko uitwijken om zijn internationale succesvolle documentairefilm I am gay and muslim te draaien. In Nederland kon hij simpelweg geen islamitische homo’s vinden die het aandurfden al dan niet incognito in beeld te verschijnen.

Chris Belloni moest uitwijken naar Marokko om zijn film I am gay and muslim te draaien; in Nederland kon hij geen islamitisiche homo’s vinden die het aandurfden in beeld te komen 

Met de komst van een Turkse boot tijdens de Gay Pride vorig jaar en hopelijk een Marokkaanse boot bij die van 2014, komt daar nu verandering in. Maar het taboe blijft ongeëvenaard groot.

Niet dat het eenvoudig is om in een land als Turkije of Marokko homoseksueel, lesbisch of anderszins afwijkend van de norm te zijn, er is wel een ontwikkeling door de jaren heen geweest die een groot deel van de eerste- en tweedegeneratiemigranten is ontgaan. Er zijn ontmoetingsplekken en gaycafés en netwerken van activisten. In het geval van Turkije is er zelfs een organisatie van Turkse ouders van homoseksuele kinderen die nu op Nederlandse uitnodiging door het land toeren om Turks-Nederlandse ouders te laten zien dat er nog steeds van hun kind te houden valt, ook al komt hij of zij met een lief van het eigen geslacht thuis.

Bi-culturele en islamitische homoseksuelen worstelen zich, niet zelden onder aanmoediging en bescherming van het de gemeente Amsterdam en organisaties als een gestage weg naar buiten en bewijzen daarmee hun eigen gemeenschap een enorme dienst. Door het toegeven dat zij homoseksueel zijn, wordt hun gemeenschap namelijk gedwongen te erkennen dat zij überhaupt seksueel zijn en wordt het lange diepe zwijgen traag doch zeker doorbroken.