Alain de Botton laat zien hoe je een huwelijk overleeft. Maar waarom in een roman?
Belastingaangiften, de afwas, visite, kinderbedtijd: doorgaans laten kunstenaars in hun verbeelding van de liefde de banale werkelijkheid van het alledaagse buiten beschouwing. Onterecht, vindt filosoof Alain de Botton, die met Weg van liefde het goede voorbeeld wil geven.
‘De liefde, meende [Emma], moest plotseling komen, met donder en bliksem – als een orkaan uit de hemel, die het leven overvalt, het omverwerpt, ieders wil als blaadjes van de bomen rukt en het hart volledig in de afgrond stort.’
Emma Bovary is de heldin uit Gustave Flauberts roman Madame Bovary (1856). Ze is getrouwd met een saaie dokter voor wie ze weinig voelt, maar blijft geloven in en verlangen naar een allesverterende liefde. Een liefde zoals in de romans die ze verslindt.
Spoiler alert: dat verlangen wordt haar fataal. En daarmee is Emma een van de beroemdste literaire voorbeelden van hoe de kunst ons beeld van liefde en relaties met romantische illusies kan vergiftigen.
Schrijver en filosoof Alain de Botton voert Emma op in een opiniestuk in The Financial Times, waarin hij uitlegt wat hij heeft beoogd met zijn nieuwe roman, Weg van liefde. Flaubert, in zijn wijsheid, geeft de literatuur de schuld van Emma’s dood, stelt De Botton: ‘Hij schrijft de roman die zij had moeten lezen, om de realiteit van het huwelijk te tolereren.’
Heldendom vind je niet op woeste hoogten, maar onderin het gootsteenputje
We zijn allemaal een beetje Emma, denkt De Botton, ‘onze kunst is vol zonden.’ Romantische schrijvers laten in hun portrettering van de liefde de dagelijkse realiteit van samenleven buiten beschouwing.
Belastingaangiften, de afwas, visite, kinderbedtijd: vanuit romantisch oogpunt allemaal futiel. Voorbeelden van kunstwerken die de huiselijke sfeer realistisch weergeven zijn schaars, volgens de auteur.
Tot onze kunst grondig verandert, schrijft hij, zullen we niet goed in staat zijn relaties aan te gaan waarin huiselijke sores en de toewijding die nodig is om ze samen te doorstaan, het aanzien krijgen dat ze verdienen. Heldendom vind je niet op woeste hoogten, maar onderin het gootsteenputje. Dát zou de kunst ons moeten laten zien, denkt de filosoof.
Met Weg van liefde geeft hij het voorbeeld. De Bottons verhaal begint waar de meeste romantische komedies eindigen. Rabih en Kirsten, allebei ongeveer dertig, ontmoeten elkaar op het werk, worden verliefd en al op bladzijde 44 volgt het aanzoek. Wat er daarna gebeurt, verklapt de verteller in vogelvlucht: ‘Ze zullen moeilijke tijden doormaken, ze zullen regelmatig geldzorgen hebben, ze zullen eerst een dochter en dan een zoon krijgen, een van hen zal een affaire beginnen, van tijd tot tijd zal de verveling toeslaan, soms zullen ze elkaar en een enkele keer zichzelf dood wensen. Dít zal het echte liefdesverhaal vormen.’
De Botton heeft van zijn twee hoofdpersonen nadrukkelijk ‘gewone’ mensen gemaakt – mensen die hun werk, hun vriendschappen en hun seksleven soms zuchtend en soms tevreden een zeventje toekennen. De Botton is schrijver genoeg om dat modale interessant te houden en het drama erin bloot te leggen. Zijn analyses van kleine haperingen en de grotere frustraties daarachter zijn vaak wijs, empathisch en nog vaker geestig: ‘Ondanks (of eigenlijk een beetje dankzij) Kirstens kledij vallen Rabih direct een aantal psychologische en fysieke kenmerken op die hij aantrekkelijk vindt. Hij wordt getroffen door haar onverstoorbare en geamuseerde reactie op de neerbuigende houding van de twaalf potige werklieden; door de zorgvuldigheid waarmee ze de verschillende agendapunten afvinkt; door de zelfverzekerdheid waarmee ze modevoorschriften aan haar laars lapt en door de eigenzinnigheid die haar iets scheef staande voortanden doen vermoeden.’
De dominee in De Botton krijgt te veel ruimte
Ook de vele eigenzinnigheden die ieder mens, hoe ‘gewoon’ ook, onderscheidt, weet De Botton te eren. Zijn personages worden nergens karikaturen. Hij geeft Rabih een migrantenachtergrond en een vroeggestorven moeder; Kirsten krijgt een vader die haar op haar zevende zonder reden verlaat. Door het hele boek zijn we er getuige van hoe de geliefden elkaar dan weer perfect aanvoelen en dan weer helemaal niet begrijpen. Het voorgeschotelde huwelijk is een aaneenschakeling van overwonnen miscommunicaties en wederzijdse teleurstellingen.
Meer gebeurt er eigenlijk niet. En De Botton laat zien dat dat ook niet nodig is – een doorsnee huwelijk, inclusief geruzie over gootsteenputjes, is stof genoeg voor een aardige roman.
Helaas laat de schrijver het niet bij het verhaal van Rabih en Kirsten. Naast zijn soms wat te vertellerige psychologiseringen vond hij het nodig om het verhaal steeds te onderbreken met cursieve, essayistische passages waarin in detail wordt uitgelegd wat er van moment tot moment misgaat tussen het koppel. De dominee in De Botton krijgt zo te veel ruimte. ‘Een van de lastigste taken waarvoor we in een liefdesrelatie worden gesteld,’ zalft hij bijvoorbeeld, ‘is om emoties binnen de juiste context terug te plaatsen.’
Het zal de reden zijn dat de Nederlandse uitgever ervoor heeft gekozen om Weg van liefde meer als zelfhulpboek in de markt te zetten. De classificatie ‘roman’ is van de kaft verdwenen. De flaptekst vermijdt het woord eveneens en kopt: ‘Hoe relaties in de 21ste eeuw kunnen standhouden.’
Het is inmiddels bekend dat kunst en zelfhulp voor De Botton in elkaars verlengde liggen. En ook in dit boek is hij er in het cursieve gedeelte weer expliciet over: ‘een van de belangrijkste functies van literatuur [is]: ons vertellen over de dingen waarin onze samenleving zich in haar benepenheid liever niet verdiept. De boeken die ertoe zouden moeten doen, zijn de boeken waarbij we ons opgelucht en dankbaar afvragen hoe de auteur in godsnaam zoveel over ons leven kan weten.’
Aan die wijze schrijver de taak, aldus De Botton, om ons te bedienen van een realistische kijk op wat een draaglijke relatie inhoudt. Hij weet er veel van, dat is duidelijk. Maar opgeluchter en dankbaarder was ik geweest als die kennis me wat minder onder de neus gewreven was.
De Botton meent steeds te moeten uitleggen wat zijn verhaal voor ons kan betekenen
De Botton meent steeds te moeten uitleggen wat zijn verhaal voor ons kan betekenen. Daarmee maakt hij het simpeler dan het is, terwijl de ultieme zelfhulpkracht van een geslaagde roman nu juist schuilt in de mogelijkheid om de complexheid van levens te weergeven.
Zijn stelling dat Flaubert, net als hij, de kunst de schuld geeft van Emma’s fatale romanticisme is ook een simplificatie. Wat Madame Bovary je zonder uitleggen laat voelen, is hoe Emma’s lot nu juist een niet te ontwarren samenloop is van factoren als klasse, gender en tijdsgeest.
Allemaal aspecten die terecht ook voorhanden zijn in Weg van liefde. Het boek was interessanter geweest als De Botton meer vertrouwen had gehad in de vorm die hij koos en die aspecten meer had benaderd als romanschrijver dan als goeroe.