Kunstnotities uit Londen: oude computers, occulte séanceschilderijen en een ranzig bed

Het aanbod hedendaagse kunst in Londen is extreem rijk: drie dagen non-stop kunst kijken leverde meer hoogtepunten op dan wat ik de afgelopen maanden in Nederland zag.
Alles over internetkunst
Van Grindr tot phishingmails, van Pacman tot virussen die een sculptuur maken: er komt van alles voorbij in Electronic Superhighway, een grote tentoonstelling over internetkunst bij Whitechapel Gallery.

Hoe zo’n tentoonstelling eruitziet? Inderdaad, heel veel schermen. Je kunt klassiekebrowser-based kunst bekijken op computers van lang geleden (inclusief slome inbelverbinding); andere werken zijn aangepast voor iPads, beamers of flatscreens. Maar er zijn ook schilderijen, installaties, boeken, lithografieën en videokunstwerken te zien.
De tentoonstelling gaat vijftig jaar terug en geeft een heel breed en verdiepend beeld van kunst en digitale netwerkcultuur. Enkele hoogtepunten:
- Een kunstwerk dat door middel van een webcam ‘leert’ wat je mooi vindt en zich daarop aanpast (Viewer Improved Painting van Jonas Lund),
- een getrashte pc met beroemde YouTubefilmpjes van flippende gamers (meestal Duitse jochies) van Eva en Franco Mattes en
- Camille Henrots briljante film Grosse Fatigue (2013), die hypnotiserend ritmisch over de creatie van het universum vertelt.
Mocht je erheen willen: de tentoonstelling loopt nog tot en met dit weekend.
Een perfecte combinatie van twee helden
Commerciële galeries voor moderne en hedendaagse kunst in Londen zijn niet te vergelijken met die in Nederland. Zo was ik in White Cube Bermondsey, met overrompelend grote tentoonstellingsruimtes waar zelfs de meeste musea jaloers op zullen zijn: de zaal van 9 bij 9 bij 9 meter is de kleinste. Ik zag er een prachtige tentoonstelling van Georg Baselitz, bekend om zijn ‘op z’n kop’-portretten.

Maar nog indrukwekkender was de tentoonstelling van Yves Klein en Alberto Giacometti bij Gagosian. De kleuren van Klein, de vormen van Giacometti en de sublieme combinatie van hun topstukken: het was de mooiste tentoonstelling die ik in tijden heb gezien. Overigens was slechts een handvol werken daadwerkelijk te koop, de rest was geleend: ook wat dat betreft net een museum dus.




De geschiedenis van abstracte kunst herschreven


De pioniers van abstracte kunst zijn Wassily Kandinsky, Piet Mondriaan en Kazimir Malevich: mannen die in de jaren tien en twintig van de vorige eeuw figuratie in hun werk steeds verder loslieten. Toch?
Een tentoonstelling bij Serpentine Galleries, midden in Hyde Park, deed beseffen dat die kunstgeschiedenis weleens heel anders zou kunnen zijn. De Zweedse Hilma af Klint maakte jaren eerder al abstracte schilderijen, maar ze liet vastleggen dat die pas twintig jaar na haar dood tentoongesteld mochten worden. Uiteindelijk zouden ze pas in de jaren tachtig voor het eerst te zien zijn. Sindsdien komt de waardering, en daarmee de erkenning, langzaam op gang.
Af Klint kreeg de complexe spirituele ideeën voor haar werk naar eigen zeggen tijdens séances door van hogere machten. Klinkt zweverig, maar vergeet niet dat in die tijd ook röntgenstralen en radiogolven werden ontdekt: er bleek meer te zijn dan wat het oog kan zien.
Het resulteert in extreem boeiende schilderijen. Sommige zijn heel strak, met primaire kleuren en mathematische vormen, andere doeken zijn juist gevuld met bloemen, vogels, zwierige krullen en spiralen in pastelkleuren. De composities hebben iets heel vreemds, maar juist daardoor blijft je blik er enorm aan plakken.
The best of the rest
Verdere hoogtepunten waren onder meer dwalen door The Barbican, een geweldig voorbeeld van brutalistische architectuur, waar ik onder meer een tentoonstelling tegenkwam die door fotograaf Martin Parr was samengesteld. Bij de National Gallery heb ik vooral in de zalen met vijftiende- en zestiende-eeuwse kunst rondgehangen: wat een adembenemende collectie.
In Tate Britain zag ik een saaie tentoonstelling over Britse conceptuele kunst (conclusie: iedereen deed dingen met taal, getypte velletjes en wazige zwart-witfoto’s), maar gelukkig zit de vaste collectie vol topstukken – denk Henry Moore, Lucian Freud, David Hockney en het heerlijk ranzige My Bed van Tracey Emin.
Bij Tate Modern zag ik een heel cool werk van de Libanese Mona Hatoum: een ronde bak met heel fijn zand waar, vanuit het midden, een ijzeren arm overheen streek. De ene kant was gekarteld en liet groeven achter in het zand, de ander streek het weer glad, in een oneindige herhaling.

