Wat je moet weten over de schrijfster van ons boek van de maand
Met de boekenclub van De Correspondent lezen we deze maand Er moet iets gebeuren, de nieuwe verhalenbundel van Maartje Wortel. Om je te helpen bij het lezen: wat moet je over haar weten om haar werk op waarde te kunnen schatten?
Toen we ons afvroegen wat het tweede boek van onze boekenclub moest worden (na Zuiverheid van Jonathan Franzen), kwamen we al snel op Maartje Wortels nieuwe verhalenbundel Er moet iets gebeuren uit.
Wortel (1982) is in korte tijd van grote belofte tot vaste waarde in de Nederlandse literatuur uitgegroeid. Toch lieten veel lezers weten nog nooit een boek van haar gelezen te hebben.
Een leeservaring wordt vaak interessanter als je iets weet over de auteur. Daarom: wie is Maartje Wortel?
1. Wat schreef Maartje Wortel eerder?
Ze debuteerde in 2009 met de verhalenbundel Dit is jouw huis. Daarna volgden twee romans: Half mens (2011) en IJstijd (2014). De verhalenbundel Er moet iets gebeuren, die we in deze boekenclub bespreken, verscheen vorig jaar. Ze schreef ook columns voor NRC Handelsblad en Trouw.
2. Hoe is haar werk ontvangen?
Doorgaans goed. Opvallend veel positieve, soms lyrische recensies voor haar eerste drie boeken. Daarnaast werd haar debuut bekroond met de Anton Wachterprijs en won ze in 2014 de BNG Bank Literatuurprijs – een prijs voor jonge, nog niet helemaal gevestigde schrijvers.
3. Op welke schrijvers lijkt ze?
Haar toon wordt af en toe vergeleken met die van Arnon Grunberg. Net als Grunberg schrijft Wortel korte, heldere zinnen. Ook schrijft ze droogkomisch, wrang, tegen het absurde aan en soms ineens hartverscheurend romantisch.
De soepele surrealistische wendingen doen soms denken aan Haruki Murakami. De extreme zelfbewustheid van haar personages, het cerebrale worstelen met schrijven, leugen en werkelijkheid doen dan weer denken aan de romans van de Amerikaan Ben Lerner.
4. Als je één ding van Maartje Wortel leest – wat kies je dan?
De schrijver II, uit haar laatste verhalenbundel. Een soepel meanderend, haast associatief verhaal. Grappig, slim, maf, ontroerend. Wortel op haar origineelst.
5. Wat zijn typische Wortelzinnen?
Uit datzelfde verhaal: ‘Aan het einde van de week hield ik haar net zo stevig vast als alle andere dagen. Ik was heel bang dat ik ons voor mezelf had verzonnen en omdat ik liever mijn eigen verzinsels doorprik dan dat aan iemand anders over te laten, zei ik: Bedankt voor deze week.’
6. Waar is ze goed in?
Maartje Wortel is misschien wel op haar best in de plotloze verhalen, zonder al te duidelijke kop en staart. Haar verhalen over dagelijkse ellende zijn realistisch en vervreemdend tegelijk, door Wortels laconieke absurde toon en de spaarzame surrealistische wendingen.
7. Waar is ze minder goed in?
Sommige van haar verhalen, en sommige stukken van haar romans, hebben iets anekdotisch: een maf idee, met een grappige of wrange pointe, opgerekt tot verhaallengte.
Slecht is het zelden, maar zulke stukken of verhalen zijn wel wat geforceerd vreemd, en soms gewoon flauw.
8. Hoort ze bij een stroming of generatie?
Eigenlijk niet. Een stroming of generatie impliceert een programma: gedeelde uitgangspunten en overtuigingen, of een gedeeld gebrek daaraan. Wortels werk is daar te eigenzinnig voor, te persoonlijk ook. Haar personages zijn chronische twijfelaars, geen vertegenwoordigers van vaststaande ideeën of meningen.
9. Wanneer is het geen goed idee om Er moet iets gebeuren te lezen?
Als je geen geduld hebt voor lichte onaangepastheid, die steeds om dreigt te slaan in serieuze gekte. Als je snel moe wordt van piekerende personages, met een groot talent om zichzelf de ellende in te denken. Als je weinig geduld hebt voor alledaags – en soms ronduit krankzinnig – absurdisme.
10. Wat moeten we nog meer van Maartje Wortel weten?
Haar eerste drie boeken verschenen bij De Bezige Bij. Daarna stapte ze over naar de jonge, spraakmakende uitgeverij Das Mag. Er moet iets gebeuren was de eerste titel die bij Das Mag verscheen.