Wordt het schoolvak geschiedenis afgeschaft als de nieuwste onderwijsplannen doorgaan?
‘Idioten willen geschiedenis uit het onderwijs halen,’ schreef columnist Theodor Holman gisteren over een nieuw curriculumvoorstel voor het voortgezet onderwijs. Is het echt zo erg?
Het belangrijkste onderwijsadvies van het jaar - over hoe het nieuwe curriculum eruit moet zien - staat erbij als een dixi op Koningsdag. De ene na de andere columnist pist eroverheen.
Bijzondere zorg is er over de rol van het vak geschiedenis. Dat vak zou, als de plannen van Platform Onderwijs2032 doorgang vinden, uit het curriculum verdwijnen. En dat mag niet:
- ‘Schaf het vak geschiedenis niet af,’ schrijft Bas Heijne afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad.
- In de Volkskrant op 12 maart al, een opiniestuk onder de kop: ‘Schaf het vak geschiedenis op school niet af.’
- Theodor Holman stelde het in zijn column in Het Parool gisteren nog bouder: ‘Idioten willen geschiedenis uit het onderwijs halen.’
Heijne en consorten geven stuk voor stuk sterke argumenten om het schoolvak geschiedenis te behouden, maar wordt het vak geschiedenis inderdaad afgeschaft als de adviezen van Platform Onderwijs2032 worden opgevolgd?
Wat staat er in het advies?
Formeel wel. Het is waar dat het advies zich niet hardmaakt voor geschiedenis als apart vak. Platform Onderwijs2032: ‘De grote uitdagingen waarmee de huidige en toekomstige generaties te maken hebben en krijgen, laten zich niet ‘opsluiten’ in aparte vakken.’
Bovendien vindt het Platform dat de nadruk minder op encyclopedische kennis moet komen te liggen: ‘Om een historisch, geografisch en natuurwetenschappelijk wereldbeeld te ontwikkelen, hoeven leerlingen niet alle feiten die nu in methodes aan de orde komen precies te kennen.’
Het is waar dat het advies zich niet hardmaakt voor geschiedenis als apart vak
Het Platform doet daarom een voorstel. Het kerncurriculum voor onder- en bovenbouw zou moeten bestaan uit de basisvaardigheden Nederlands, Engels, rekenen, burgerschap, digitale vaardigheden en de drie kennisdomeinen ‘Mens & Maatschappij,’ ‘Natuur & Technologie’ en ‘Taal & Cultuur.’ Wat leerlingen nu bij het vak geschiedenis leren, zou in de toekomst onder het kennisdomein Mens & Maatschappij vallen.
Het Platform stelt verder voor dat leerlingen in de onderbouw les krijgen in alle drie de domeinen, en dat zij in de bovenbouw voor één domein kiezen.
Betekent dat dat onder- en bovenbouwleerlingen voortaan niet het vak geschiedenis, maar het vak Mens & Maatschappij krijgen?
Hoe zit het nu?
Nee. Om dat te begrijpen, is het goed om te weten hoe het huidige curriculum in elkaar steekt. Het onder- en bovenbouwcurriculum zijn verschillend opgebouwd.
1. Het curriculum in de onderbouw
In de onderbouw van het voortgezet onderwijs bestaat het curriculum nu uit 58 ‘kerndoelen.’ Die zijn onderverdeeld in zeven leergebieden: Nederlands, Engels, Rekenen & Wiskunde, Mens & Natuur, Mens & Maatschappij, Kunst & Cultuur en Bewegen & Sport. Scholen moeten zich aan de kerndoelen houden, waaronder ‘kerndoel 37: historische basiskennis,’ maar zijn niet verplicht traditionele vakken als geschiedenis aan te bieden. Formeel bestaat het vak geschiedenis in de onderbouw dus niet.
In ieder geval is het voorstel dat het Platform nu doet voor de opbouw van het gehele curriculum (dus ook de bovenbouw) zeer vergelijkbaar met de huidige situatie.
2. Het curriculum in de bovenbouw
In de bovenbouw moeten scholen nu een minimumaantal uren besteden aan bepaalde vakken. Pas dan is geschiedenis een verplicht vak. Maar niet voor alle leerlingen. Leerlingen kiezen aan het eind van de derde klas namelijk hun ‘profiel’ voor de bovenbouw. Slechts twee van de vier te kiezen profielen, de maatschappijprofielen, stellen geschiedenis verplicht.
Dus?
Zo’n belangrijke rol speelt het vak geschiedenis dus niet in het voortgezet onderwijs. In de bovenbouw krijgt bijna de helft van de havo- en vwo-leerlingen al geen geschiedenis meer, en in de onderbouw moet weliswaar het kerndoel ‘historische basiskennis’ onderwezen worden, maar zijn scholen niet verplicht geschiedenis als apart vak aan te bieden.
Waarom hoeven Heijne en Holman zich geen zorgen te maken?
Toch doen de meeste scholen dat wel. Slechts op enkele vernieuwende scholen is het curriculum in de onderbouw niet in traditionele vakken, maar in leergebieden opgedeeld. Dat heeft, naast het inhoudelijke argument dat geschiedenis te belangrijk is om te verdwijnen in een brij van vakoverstijgend themaonderwijs, twee oorzaken.
1. Vakdocenten zijn niet toegerust om les te geven in een kennisdomein
Wie Frans studeert, kan een lerarenopleiding Frans volgen en is dan bevoegd om het schoolvak Frans te geven. Een docent biologie heeft biologie gestudeerd en mag geen natuurkunde geven. Ik studeerde Nederlands, en weet te weinig van Spaanse grammatica (hóla?) of Duitse literatuur (Die Blechtrommel?) om les te geven in het nieuwe ‘vak’ Taal & Cultuur.
Wie nu van de lerarenopleiding afkomt, is opgeleid om les te geven in één vak. Zouden we de lerarenopleiding morgen veranderen, dan zou het nog zeker veertig jaar duren voor al die kersverse vakdocenten met pensioen zijn.
2. Eindexamens toetsen afzonderlijke vakken
Ook het eindexamen vormt een obstakel. Waarom zou een school traditionele vakken afschaffen en les gaan geven in kennisdomeinen, als leerlingen na een vakoverstijgende kennisorgie van vijf of zes jaar gewoon een examen geschiedenis, economie of biologie voor hun neus krijgen? Daarmee benadeel je je leerlingen.
Ik studeerde Nederlands, en weet te weinig van Spaanse grammatica (hóla?) of Duitse literatuur (Die Blechtrommel?) om les te geven in het nieuwe ‘vak’ Taal & Cultuur
Een oplossing?
Een oplossing voor beide ‘problemen’ zou zijn om leerlingen aan het eind van de onderbouw een kennisdomein te laten kiezen en de leerdoelen van dat domein in aparte vakken te verdelen, die gegeven worden door verschillende docenten. Die suggestie doet het Platform ook.
Het is ook precies hoe het nu al gaat: een leerling kiest een profiel met samenhangende vakken, en ieder vak wordt gegeven door een andere docent.
Waarom moeten Heijne en Holman zich wel zorgen maken?
Verandert er dan helemaal niets als het advies van Platform Onderwijs2032 wordt opgevolgd? Ook dat is niet gezegd, omdat zowel aan het eindexamen als aan de positie van de vakdocent wordt geknaagd.
1. Krijgen we vakoverstijgende eindexamens?
‘Curriculumvernieuwing komt niet van de grond zolang die niet in exameneisen wordt vertaald,’ merkt ook het Platform op in zijn advies. Daarom is het Platform van mening dat ‘een heroriëntatie op de huidige manier van toetsen en examineren cruciaal is om de beoogde visie op toekomstgericht onderwijs in de praktijk te brengen.’
In de toetsing van de kennisdomeinen zou in de toekomst het interdisciplinaire karakter van de domeinen tot uitdrukking moeten komen. Uit het advies: ‘Vakoverstijgende vaardigheden moeten expliciet deel uitmaken van de toetsing.’ Zou dat advies opgevolgd worden, dan bestaat er een mogelijkheid dat leerlingen in de toekomst niet een eindexamen geschiedenis krijgen, maar een eindexamen Mens & Maatschappij.
Dat betekent nog altijd niet dat het vak geschiedenis plaatsmaakt voor het vak Mens & Maatschappij. Vakdocenten zijn immers nog altijd niet bevoegd, laat staan toegerust, om zo’n megavak te geven.
2. Worden specialisten generalisten?
Maar in de toekomst wellicht wel. Onlangs werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen van Loes Ypma (PvdA), waarin zij de regering verzoekt te bevorderen dat ‘er overeenstemming komt over het ontwikkelen van brede, vakoverstijgende educatieve bachelors en masters, zowel op hbo- als wo-niveau, die studenten voorbereiden op het moderne beroep van leraar, zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs.’
Oftewel: dat lerarenopleidingen geen vakdocenten meer leveren, maar kennisdomeindocenten. Geen specialisten, maar generalisten.
In november verder
Platform Onderwijs2032 heeft slechts een adviserende rol. Het is aan het ontwerpteam om al die adviezen in een volgend stadium te vertalen naar een nieuw curriculum. Tot november gebeurt er sowieso weinig, omdat er een verdiepingsfase is ingelast om meer draagvlak bij docenten te creëren.
Geschiedenis wordt niet morgen afgeschaft.