Het enige wat nu nog nodig is om cannabis te reguleren: politieke wil

Thijs Roes
Journalist
Politie doekt een illegale hennepteelt op in Harkstede met ruim 1.600 plantjes (mei 2013). Foto: Joyce van Belkom / HH

Uit nieuw onderzoek blijkt: mensenrechtenverdragen bieden wél ruimte voor de regulering van cannabis. De Tweede Kamer en de Nederlandse kiezer zijn aan zet. ‘Minister Ard van der Steur komt nu niet meer weg met ‘het mag gewoon niet’.’

Vier jaar geleden liet toenmalig minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie (VVD) uitzoeken of de internationale drugsverdragen ruimte bieden om tot regulering van cannabis te komen. Want hoewel cannabis kopen onder voorwaarden legaal is, is het produceren en distribueren in Nederland illegaal.

Twee juristen van de Radbouduniversiteit kwamen tot de conclusie: nee, als de vraag op die enge manier wordt gesteld, dan is dat op geen enkele manier mogelijk. Ons Nederlandse gedoogbeleid was volgens onderzoekers Piet Hein van Kempen en assistent-professor Masha Fedorova in strijd met de internationale drugsverdragen.

Hun rapport sloeg de discussie over het volledig reguleren van cannabis dood. ‘Het mag niet’ werd een van de hoofdargumenten van de VVD, de partij die in de Tweede Kamer in handen heeft tot een nieuw beleid. En Opstelten zag zich gesterkt in zijn overtuiging dat alleen ‘keihard aanpakken’ een mogelijke oplossing bood voor alle problemen die illegale wietteelt met zich meebrengt. Zoals het feit dat elke euro die aan cannabis wordt uitgegeven naar de zwarte markt verdwijnt, de honderden miljoenen die de bestrijding daarvan kost en het feit dat er geen enkele kwaliteitscontrole is op het product zelf. Opsteltens opvolger Ard van der Steur zette die lijn voort en beëindigde nieuwe initiatieven tot een alternatieve regulering.

Nu komen dezelfde onderzoekers met een conclusie die nog niet eerder getrokken is. De afgelopen maanden keken ze of internationale mensenrechtenverdragen misschien ruimte bieden voor het doorbreken van de patstelling. Hun conclusie:

Waarom was er een nieuw onderzoek nodig?

Onderzoeker Piet Hein van Kempen: ‘Allerlei lokale bestuurders waren niet blij met de uitkomsten van het vorige onderzoek. Er werd zelfs geroepen: ‘Misschien moeten we de drugsverdragen maar aan onze laars lappen.’

‘Als jurist heb ik daar moeite mee: ik vond het een hoog Poetiniaans gehalte hebben. Dus heb ik weleens laten vallen dat ik wel voor ze [de gemeenten, TR] zou willen uitzoeken of er andere mogelijkheden zijn. Toen hebben de gemeenten Heerlen, Utrecht en Eindhoven daartoe opdracht gegeven. Zo is dit rapport er gekomen. Waarvoor ik overigens op grote afstand van de opdrachtgevers heb gewerkt.’

Het rapport van Van Kempen en Fedorova legt de bal opnieuw bij de landelijke politiek

Ongeveer zestig gemeenten hebben sinds 2014 het manifest ‘Joint Regulation’ waarin ze zeggen dat het ‘water hun aan de lippen’ staat. De gezondheid van gebruikers wordt niet beschermd, zeggen ze, er zijn problemen met de veiligheid in wijken en het aanpakken van de criminaliteit is door het gedoogbeleid nauwelijks te doen. Ze roepen de landelijke politiek op tot lokale experimenten met gereguleerde teelt. Eindhoven wil bijvoorbeeld teeltlocaties aanwijzen voor de coffeeshops en Utrecht wil aan de slag met clubs waar liefhebbers gezamenlijk telen.

Maar in 2015 werd ook die deur definitief dichtgegooid dankzij de motie-Oskam, die met 75 stemmen in de Kamer werd aangenomen en de minister verbood gehoor te geven aan de oproep van de burgemeesters. Experimenten werden verboden en als een gemeente tóch zou doorzetten, zou de minister strafrechtelijke stappen zetten.

Het rapport van Van Kempen en Fedorova legt de bal opnieuw bij de landelijke politiek nu het zegt dat er géén juridische obstakels zijn om de lokale experimenten toe te staan. De mensenrechten tellen immers zwaarder, vonden de twee onderzoekers.

Waarom?

Van Kempen: ‘De president van Uruguay [het eerste land waar cannabis volledig is gelegaliseerd, TR] schreef in een brief aan de International Narcotics Control Board: door cannabis te legaliseren, daalt de drugscriminaliteit en kunnen we tachtig mensenlevens per jaar redden in Uruguay.’

‘Als dit zo is, heeft de staat dan niet ook de plicht die tachtig mensenlevens daadwerkelijk te redden? Ziedaar de positieve mensenrechtenverplichtingen.’

Wat zijn dat?

‘Mensenrechten zijn lange tijd negatief geïnterpreteerd: de staat mag geen mensenlevens nemen, de staat mag niet folteren, de staat mag niet zomaar inbreuk maken op de privacy, et cetera. Sinds een jaar of twintig wordt gezegd: wacht even, die rechten zijn niet alleen negatief, maar ook positief.’

‘Dat wil zeggen: de staat moet er ook voor zorgen dat hij zijn burgers beschermt op gebieden van geweld en volksgezondheid.’ In plaats van iets niet mogen, moet de staat iets. De mensenrechten eisen immers dat een overheid optreedt om die volksgezondheid te beschermen.

Welk beleid biedt een betere mensenrechtenbescherming?

‘Wij hebben voor dit onderzoek vier mensenrechten bekeken: lichamelijke integriteit, recht op leven, recht op privacy en recht op gezondheid. En concluderen nu: in plaats van stilzitten, moet de staat optreden om die mensenrechten te waarborgen.’

‘Dan rijst één centrale vraag: welk beleid biedt een betere mensenrechtenbescherming? Als het verbieden van drugs deze rechten beter dient dan legalisatie, dan moet je verbieden. Maar als gereguleerde legalisering een betere bescherming biedt, dan zeggen de mensenrechten: sta het gereguleerd toe.’

Hoe? Dat is een vraag om politiek verder over te discussiëren.

Is er nog een voorbehoud?

‘Gemeenten kunnen niet zelf aan de slag op basis van mensenrechten. Het moet door de staat worden geregeld. Er moet nationale democratische besluitvorming komen. Ten tweede: je moet er wel heel duidelijk een ontmoedigingsbeleid bij voeren. Vrijheid-blijheid mag niet, dan zou het ook in strijd zijn met de mensenrechtenverdragen.’

Zijn er internationale experimenten die hierbij als voorbeeld kunnen dienen? ‘Er is nergens een plek waar een zuiver experiment is waarbij je kunt zeggen: dit is hoe het in Nederland zou kunnen gaan. Ook de situatie in Uruguay is anders dan bij ons. En het nadeel aan is dat het daar is toegestaan om reclame te maken. En dat is een groot probleem. Het verstoort de effecten van legalisering. Je moet legaliseren en ontmoedigen, dat is een vereiste. '

‘Een van de leuke dingen is dat deze conclusie [die van het vandaag uitgekomen rapport, TR] werkelijk nog nooit internationaal getrokken is, terwijl we ‘m in 400 pagina’s wel stevig hebben onderbouwd. Het is niet alleen nieuw voor Nederland, maar voor de discussie in de hele wereld. Nu kan de discussie echt inhoudelijk gevoerd worden, ongeacht wat de uitkomst is.’

Uw vorige rapport sloeg de politieke plank mis. Wat hoopt u dit keer?

‘Ik heb zelf nooit het standpunt ingenomen of regulering wel of niet wenselijk is. Welk standpunt ik wel heb ingenomen, ook bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, is dat je dat als land zelf moet kunnen bepalen.’

‘Door dit onderzoek blijkt dat het argument ‘het mag niet volgens internationale verdragen’ niet meer klopt. En kun je alleen nog discussiëren over de vraag: zou het werken of niet?’

De conclusies van Van Kempen en Fedorova worden - niet geheel verwonderlijk - met gejuich ontvangen in de gemeenten die graag willen experimenteren. De Utrechtse wethouder Victor Everhardt, die landelijk optreedt als een van de aanjagers van de discussie: ‘Dit rapport zegt dat je als land aannemelijk moet maken dat een ander beleid werkt. En dat past helemaal in het idee dat we op verschillende manieren pilots willen uitvoeren in de coffeeshopgemeenten, om dat te bewijzen.’

En Vera Bergkamp, Tweede Kamerlid voor D66, reageert: ‘Dat [het rapport] is goed nieuws, want dit geeft een belangrijke opening voor Nederland en andere landen. Minister [Ard] van der Steur komt nu niet meer weg met ‘het mag gewoon niet’.’

Er zijn legio pogingen om te experimenteren met gecontroleerde teelt. Utrecht wil kijken of er in besloten clubs kan worden gekweekt. Heerlen, Eindhoven en Amsterdam denken aan het aanwijzen van gecontroleerde teeltlocaties voor de coffeeshops. Coffeeshop Xpresso in Zwijndrecht probeert bij zijn gemeente te kijken of het zijn eigen wiet mag kweken, zodra het een locatie heeft. Een koppel in Groningen probeert een kweeklocatie in te richten volgens allerlei richtlijnen die rechters in het verleden hebben gesteld.

In ieder geval zijn nu alle ogen gericht op de Tweede Kamer, waar het verlossende woord uiteindelijk vandaan zou moeten komen. Maar in een verkiezingsjaar lijkt het erop dat het eerder een heet hangijzer wordt, dan een agendapunt op de korte termijn.

Lees ook: