Jesse heeft een draak van level 4. Daarmee heeft hij zojuist de torens van een tegenstander verslagen en elf goudstukken gewonnen. Wel legden zijn tovenaar en zes speerkobolden het loodje. Over een kwartier krijgt hij een schatkist waarmee hij zijn draak kan upgraden, en is de volgende tegenstander aan de beurt.

Illustratie: Doeke van Nuil (voor De Correspondent)

Het is vrijdagmiddag en ik loop langs zijn tafeltje: ‘Ga maar een briefje halen.’

Jesse, leerling in mijn 4 vwo-mentorklas, weigert. Hij geeft me zijn telefoon, maar blijft zitten. Er ontstaat een discussie, eerst alleen met Jesse, maar al snel heeft heel V4b de oefeningen argumentatieleer terzijde geschoven om mee te praten.

‘Waarom stuurt u hem eruit? Zijn telefoon innemen is toch wel genoeg?’

Het schoolreglement schrijft voor dat leerlingen tijdens de les niet op hun mobieltje mogen zitten. Dat een leerling bij overtreding zijn telefoon in moet leveren. Aan het eind van de lesdag kan hij die dan weer ophalen bij de receptie.

Maar Jesse checkte niet stiekem onder tafel of hij nog WhatsAppjes had, nee, zijn draak zette voor mijn neus een vijandige kolonie in brand terwijl de rest van de klas bezig was met de opgegeven oefeningen. Onbeschoft, vind ik.

‘Dat is argumentatie op basis van normen en waarden,’ merkt een leerling op.

Hoe hiermee om te gaan?

De norm blijkt onduidelijk. Het schoolreglement verbiedt mobieltjes in de les, maar bij de meeste docenten kan je je telefoon best op tafel laten liggen. Slechts bij een enkeling moet je je telefoon echt in je tas of broekzak stoppen, terwijl het bij andere docenten mogelijk is om tijdens de les hele afleveringen Suits te netflixen. En waarom heeft de school voor wifi in het hele gebouw gezorgd als je je telefoon alleen tijdens de pauze in de aula mag gebruiken?

Op verzoek van de klas stel ik een duidelijke norm: zie ik je telefoon tijdens de les, dan stuur ik je eruit.

De les daarop lezen we docent Nederlands op een middelbare school in Rotterdam. Zij toont zich fel tegenstander van smartphonegebruik op school. ‘Ik heb lessen gehad waarin ik een stapel van zes telefoons na afloop naar de schoolkluis moest brengen,’ schrijft zij.

‘Heb het lef en dump die smartphones!’

Ik deel haar ervaring. De mobiele telefoon in de les is in de vijf jaar dat ik voor de klas sta vanzelfsprekend geworden voor leerlingen. Uit de van Kennisnet blijkt dat 92 procent van de jongeren een eigen mobieltje heeft, zijn smartphones. Uit de Monitor blijkt bovendien dat 62 procent van de jongeren tussen de 13 en 18 jaar onder de les weleens een privébericht stuurt. 38 procent checkt Facebook of Instagram tijdens de les.

Illustratie: Doeke van Nuil (voor De Correspondent)

Volgens Van Dijk hebben te veel kinderen de zelfbeheersing nog niet om hun telefoon in hun kluisje te laten. Logisch, schrijft ze, want het puberbrein denkt niet aan de lange termijn. Kinderen denken aan het snelle plezier van sociale media en makers van games en apps weten dat.

Ik win het niet van een draak van level 4.

Uit onderzoek, vervolgt Van Dijk, zou bovendien blijken dat de gemiddelde aandachtsspanne van smartphonegebruikers in dertien jaar gedaald is van 13 naar 8 seconden, en dat scholen waar een smartphoneverbod is ingevoerd betere resultaten halen.

Van Dijk haar devies is daarom duidelijk: ‘Heb het lef en dump die smartphones!’

Een week zonder mobiel

Mijn leerlingen zijn het wel met haar eens dat al die telefoontjes voor afleiding zorgen tijdens de les. Maar die smartphones dumpen? Dat liever niet.

In de comments onder Van Dijks stuk wordt fel gereageerd. Terugkomende kritiek: smartphones maken nu eenmaal deel uit van het dagelijks leven, we kunnen kinderen beter leren daarmee om te gaan dan die dingen te verbieden. Die mobieltjes kunnen bovendien een handig hulpmiddel zijn in de les.

Wegen die voordelen op tegen de nadelen? In mijn mentorklas besluiten we tot een experiment: een telefoonloze schoolweek. ’s Ochtends leveren ze ‘m in bij de receptie en pas na hun laatste lesuur mogen ze ‘m weer ophalen. Leerlingen houden een dagboek bij waarin ze schrijven over hun telefoononthouding.

Deze week deel ik hun bevindingen.

Lees hier de bevindingen van dag 1:

Experiment: Een week zonder mobieltje op school. Dag 1. Leerlingen uit mijn mentorklas 4 vwo leven een week zonder mobiele telefoon op school. ’s Ochtends stoppen ze hun telefoon in een sok die ze inleveren bij de receptie, aan het eind van de lesdag krijgen ze hun mobieltje weer terug. De hele week houden ze een dagboekje bij. Hoe vergaat het ze? Een selectie van de dagboekberichten op dag 1. Lees hier de bevindingen van dag 1

Eerdere verhalen over mijn school:

Hoe een doodgewone school leerlingen aan het lezen krijgt In de zomervakantie lezen leerlingen het ene na het andere boek, is mijn ervaring als leraar Nederlands, zonder dat iemand hen daartoe verplicht. Dan hebben ze eindelijk rust: geen toetsen, geen Netflix en geen WiFi. Op mijn school probeer ik leerlingen ook tijdens het schooljaar aan het lezen te krijgen. Hoe? Een verhaal over boekenlijsten, Wolkers en literair badmintonnen. Lees het verhaal hier terug Hoe een doodgewone school omgaat met zijn jongens Jongens en onderwijs zijn een ongelukkige combinatie. Ze stromen vaker af naar een lager niveau, hebben vaker gedragsstoornissen en blijven vaker zitten. Op vrijdagmiddag is er op mijn school ruimte voor hun ‘typische jongensgedrag’ en bouwen docenten een band met hen op. En dat is hard nodig. Lees het verhaal hier terug Dekkers plannen voor meer maatwerk in het onderwijs? Op deze school gebeurt dat al lang Recent maakte staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs, VVD) zijn plannen bekend voor meer maatwerk in het onderwijs. ‘Scholen moeten hun uiterste best gaan doen,’ laat Dekker optekenen in de Volkskrant. ‘Dat zal wennen zijn.’ Op mijn school, het Zaanlands Lyceum, bestaat al jaren een ‘traject op maat’ voor leerlingen die meer kunnen. Hoe werkt dat? Lees het verhaal hier terug