De Shelldialogen (4): Shell is bureaucratisch en log

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat

In een serie gesprekken met Shellmedewerkers onderzoek ik hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering. Hier vind je een samenvatting en analyse van het vierde gesprek, met een medewerker die er uitgesproken opvattingen op nahoudt over wat nodig is om de overstap naar duurzaamheid te maken.

Via de link hierboven kun je het persoonlijke verhaal lezen van de vierde Shellmedewerker in De verhalen in deze reeks creëren samen een totaalbeeld dat hopelijk het begrip van de olie- en gasindustrie vergroot, en het gesprek over de duurzame energietoekomst verder helpt.

In analyses als deze noteer ik telkens welke inzichten ik opdeed en welke vragen dat oplevert voor toekomstige gesprekken.

De vierde Shellmedewerker heeft minder dan de eerdere sprekers in deze serie de neiging om het voor Shell op te nemen: ‘Als je bij Shell gaat werken, word je ondergedompeld in de rood-gele saus: zie ons, hoe fantastisch we zijn. Er zijn mensen die daar helemaal in meegaan, die echt vinden dat alles wat Shell aanraakt goud is. Ik denk dat niet. Op Shell als entiteit kun je best wat aanmerken. Maar de mensen die er werken zijn allemaal individuen, die echt niet de aarde willen verwoesten.’ Hij heeft moeite met mensen die Shell bij voorbaat slecht vinden.

Net als de eerdere medewerkers in de Shelldialogen komt hij als een realist naar voren, iemand met de blik van een ingenieur, een ‘echte Delftenaar’ die zich niet door emoties maar door feiten laat

Hij vertelt prachtige anekdotes over zijn tijd bij Shell Gabon - een jonge Hollandse jongen midden in de jungle. De inwoners zien olie als godsgeschenk, vertelt hij. En Shell komt naar voren als bedrijf dat zich keurig aan de regels houdt. Het zet bijvoorbeeld liever een eigen medewerker op een intercontinentale vlucht om een aantal reserveonderdelen te brengen, dan een plaatselijke douanemedewerker om te kopen die dezelfde onderdelen weigert door te laten.

Shells hoge standaarden maken zijn werkzaamheden duur en log. Als er op het boorplatform in de jungle olifanten komen kijken, legt Shell de werkzaamheden een dag stil, omdat de dieren niet mogen worden weggejaagd met licht- of geluidssignalen. Andere bedrijven zouden dat wel doen, denkt de medewerker.

Ik denk oprecht: als er een olie- en gasbedrijf is dat er over dertig jaar nog is, dan is het Shell

Ook in Nederland is Shell niet het meest slagvaardige bedrijf. Om de veiligheid te waarborgen, is een enorme bureaucratie opgetuigd. Een noodzakelijk kwaad, denkt de medewerker.

Tegelijkertijd heeft hij veel vertrouwen in het innovatieve vermogen van Shell. ‘Ik denk oprecht: als er een olie- en gasbedrijf is dat er over dertig jaar nog is, dan is het Shell.’ Het bedrijf heeft al ‘een heel grote stap’ in de richting van het relatief minder gezet, een strategie die door alle medewerkers in deze serie wordt geprezen.

Binnen Shell gaat men ervan uit dat het bedrijf groener zal worden, maar ‘niemand verwacht grote veranderingen in de olie-industrie de komende tien jaar,’ aldus de medewerker. Zo snel kan de overstap naar duurzaamheid ook niet gaan. ‘Voordat we [in Nederland] alle gasleidingen hebben vervangen en alle huizen op warmtepompen hebben gezet, zijn we twintig jaar verder.’ Voor de NAM is er sowieso nog veertig jaar werk: alle boorputten moeten nog afgesloten worden.

Er zijn radicale veranderingen nodig, gelooft de medewerker, maar daarvoor ontbreekt het aan politieke wil. Mensen willen wel minder olie, maar niet minder autorijden. Zo blijft het aanmodderen. ‘Als je Shell de prikkels geeft om zich aan te passen, dan zal het wel lukken. Maar als je dat niet doet, tsja, het is een bedrijf [dat geld moet verdienen, JM]. En die dynamiek gaat ook op voor personen. Die zeggen: ik wil niet te veel comfort opgeven. Zeker niet als ik de eerste ben.’ Een techniek zoals zonne-energie zou voor Shell pas een kernactiviteit worden als er stevig geld mee te verdienen valt.

De overheid moet beleid voeren zodat bijvoorbeeld het energieneutraal maken van huizen betaalbaar wordt. ‘Maar ik vrees dat dat nooit gaat gebeuren zolang de VVD daar zit,’ zegt de medewerker. ‘Voor die partij is economische groei heilig. Ze denken dat maatregelen om de overstap te realiseren misschien onze economische positie te veel aan zouden tasten. Ik zou zeggen: bullshit. Hef een extra belasting. Het gaat ons gewoon geld kosten.’

‘Voor Shell zou mijn voorstel zijn: halveer het dividend dat je normaal uitbetaalt aan aandeelhouders, investeer dat in duurzame energie. Dan bied je aandeelhouders ook echt toekomstperspectief. Maar nee, ik vermoed niet dat dat gaat gebeuren. En ik zie de paradox: we erkennen dat het een groot probleem is dat we olie en gas verbruiken en ondertussen gaan we door met olie en gas. Ik denk dat Shell er zo in staat: als het anders kan, doen we het allemaal anders, maar voorlopig gaat dat niet gebeuren. We worden geen marktleider in duurzaamheid, maar we gaan zo goed en zo kwaad als het gaat mee in de transitie.’

Hij lijkt niet al te zeer gehecht aan olie - ‘als iemand komt met een optie om de olie overbodig te maken, laten we die dan vooral gebruiken’ - en hij ziet zijn huidige baan niet als doel op zich. ‘De skills die ik nu opbouw kan ik bijvoorbeeld ook gebruiken voor het plannen van een groot windmolenpark.’ Kennelijk bereiden sommige individuele medewerkers zich al voor op een duurzaam Shell, misschien hopen ze zelfs groene energieprojecten te kunnen gaan uitvoeren. Daar zal ik in de volgende gesprekken verder op doorvragen.

De grote vraag voor deze medewerker is hoeveel Shell bijdraagt aan de maatschappij. ‘Als ik merk dat Shell struisvogelpolitiek bedrijft, dan hou ik ermee op.’ De lobbygroepen waar Shell lid van is, zijn soms een stuk conservatiever dan het bedrijf zelf. Dat is niet ideaal, maar voor deze medewerker ook geen breekpunt. ‘Het blijft elke keer een grijs gebied en het is moeilijk om precies te zeggen wanneer voor mij de bodem bereikt zou zijn. Zeker niet alles wat Shell doet is goed.’

Hij heeft meer begrip voor klimaatactivisten dan de eerdere sprekers in deze serie. ‘Als we zo doorgaan, hebben we binnenkort geen water meer, geen grondstoffen, niks. Ik begrijp wel dat activisten extremer worden, want de verandering gaat heel langzaam.’

Hij noemt energie ‘de uitdaging van onze generatie.’ Maar hij kan het beleid van Shell niet bepalen, en zijn groene zorgen uit hij dus vooral, zoals alle eerdere geïnterviewden, in zijn persoonlijke invloedssfeer, bijvoorbeeld door te carpoolen en minder vlees te eten.

Hij ziet de toekomst van het klimaat somber in. ‘Ik denk dat we met de huidige ontwikkelingen de grens van twee graden al over zijn. Het wordt nu leven met de gevolgen.’