Experiment: Een week zonder mobieltje op school. Dag 4.
Leerlingen uit mijn mentorklas 4 vwo leven een week zonder mobiele telefoon op school. ’s Ochtends stoppen ze hun telefoontje in een sok die ze inleveren bij de receptie, aan het eind van de lesdag krijgen ze hun mobieltje weer terug. Tijdens de week houden ze een dagboekje bij. Hoe vergaat het ze? Een selectie van de dagboekberichten op dag 4.
Quinty, 07.34 uur: ‘Ik was een kwartier geleden gewoon al helemaal klaar met alles. Wow. Voortaan mobiel niet in de ochtend XD. Ik voel me relaxter zonder mobiel, ik weet niet waarom maar ‘t is zo. M’n moeder vindt het fijn dat ik eens zonder mobiel in huis rondloop.’
Jamie, 8.30 uur: ‘Ik moet bekennen dat ik gister tijdens geschiedenis m’n telefoon heb opgehaald voor een ‘noodgeval’. Ik had gym, maar was mijn spullen vergeten en omdat m’n docent altijd heel boos wordt als dat gebeurt MOEST ik natuurlijk even mijn moeder bellen en vragen of ze ze kon komen brengen. Daarna heb ik hem weer terug in z’n sok gedaan en teruggelegd.’
Quinty, 9.14 uur: ‘Wow ik heb gewoon al meer dan 24 uur niet op m’n mobiel gezeten. #proud’.
Yasmine, 9.26 uur: ‘0:56 uur ‘clean’. Quinty is intens energiek zonder telefoon. Manou is altijd energiek. En ik heb trek (afkickverschijnselen?).’
Nola, 10.00 uur: ‘Ik kan mijn moeder vanmiddag pas laten weten dat ik de nieuwe koekjes lekker vind...’
Niamh, 10.30 uur: ‘We zijn allemaal heel geïnteresseerd in het mobieltje van een vriendin uit V4c.’
Nola, 10.30 uur: ‘Pauze... met z’n allen (zes) Tessa’s telefoon lenen zodat we nog een beetje elektronica hebben.’
Feyza, 11.05 uur: ‘Twee dingen zijn mij vandaag opgevallen. Ik weet sinds lange tijd weer wat de datum is. Het lijkt iets kleins, maar in mijn ogen is het een kleine stap vooruit. Ook merkte ik dat ik sneller besef dat ik niet oplet. Dan kom ik tijdens mijn afgedwaalde gedachtegang tot de conclusie dat ik niet oplet en dan let ik weer sneller op. Dus mijn concentratievermogen is wel beter geworden. Ook weer niet zo’n grote verandering, minuscuul zelfs, maar ik ben er wel erg blij mee.’
Nola, 13.30 uur: ‘In stilte lezen zonder dat je sneaky in je boek je telefoon kan leggen en appjes versturen... Op zich best leerzaam (hier scoor ik geen punten mee...).’
Quinty, 14.29 uur: ‘Ik heb m’n mobiel weer sinds zo’n 32 uur, om vervolgens te zien dat ik zo’n 1.400 appjes heb. Geweldig, vrienden die expres honderden appjes sturen in de hoop dat je telefoon vastloopt.’
Moira, 14.50 uur: ‘Ook vandaag valt het mij weer mee. Ik merk dat ik beter meedoe met de les. Ik heb anders toch niks te doen. Ik merk wel dat zodra ik mijn laatste lesuur voor die dag heb ik hem meer ga missen, omdat ik weet dat ik hem bijna weer krijg.’
Nina, 15.00 uur: ‘Vandaag was een hele rustige dag. Met saaie lessen (behalve Nederlands natuurlijk =P). Miste mijn telefoon af en toe wel, maar vind het wel prima zonder. Ook vind ik het wel gezellig dat niet iedereen constant op zijn eigen schermpje zit te staren.’
Lindi, 15.10 uur: ‘Bij CKV was mijn laptop uitgevallen en normaal mag ik het dan op mijn telefoon afmaken, maar dat kan nu natuurlijk niet. Nu moet ik het thuis doen. Ik blijf stressen dat ik mijn telefoon kwijt of vergeten ben. Het is wel lekker rustig, je hoeft niemand te antwoorden en mijn telefoon is aan het eind van de dag nog vol. Gisteren liep ik naar buiten zonder dat ik mijn telefoon had opgehaald. Gelukkig kwam ik hier net op tijd achter.’
Bob, 15.20 uur: ‘Eigenlijk was dit van alle dagen wel de minst erge. Alle lessen had ik wel wat te doen, alleen kon ik geen foto maken van het antwoordenboekje. =(’
Luca, 15.30 uur: ‘BIJNA VRIJDAG! Bijna weekend! Mis m’n telefoon niet zo, ook voel ik niet zo vaak meer naar m’n telefoon in m’n zak. Het opletten gaat erg goed en voor een week is het echt geen probleem. Je merkt alleen wel dat je vaker spelletjes als galgje gaat spelen.’
Simon R., 16.00 uur: ‘Ik begin steeds meer gewend te raken aan de lessen zonder mobiel. Ik weet niet zeker of daardoor ook iedereen beter oplet. We zoeken andere manieren om ons te vermaken zoals spelletjes, tekenen, schrijven in dit dagboek of gewoon praten. En vooral dat laatste worden de leraren niet zo blij van.’
Manou, 16.15 uur: ‘Uit verveling ben ik huiswerk voor volgende week gaan maken... Het moet toch niet gekker worden.’ [JV: Manou heeft haar telefoon op school gelaten.]
Manou, 16.30 uur: ‘En nu ben ik spontaan mijn kamer op gaan ruimen. Ik denk dat mijn ouders erg gelukkig zijn met het feit dat ik geen telefoon heb... Ik zou er een foto van willen maken, maar ja, ik heb dus geen telefoon.’
Jasper G., 16.30 uur: ‘Vreemd. Ik dacht dat dit alles was georganiseerd met het doel de resultaten van de leerlingen te bevorderen. Op mij heeft dit echter een averechts effect. Ik merk gewoon dat ik me, sinds het begin van deze week, véél minder kan concentreren op mijn huiswerk.’