‘Oh, ik heb zo’n kater.’

Met een hoorbare zucht schuift (30) aan het instabiele tafeltje aan. Ze is een bekende persoonlijkheid in dit overvolle rokerige café aan Rue Bourguiba, de levendige hoofdstraat van Tunis waar alles en iedereen in de vele cafés en eettentjes samenkomt. De straat, vernoemd naar de eerste en bekendste president van Tunesië, heeft wel iets weg van de Champs-Élysées, zonder Gucci of Louis Vuitton, maar met de merken voor de moderne Tunesiërs: Zara en Benetton.

‘Aan oud-president hebben we al onze vrijheden te danken,’ verzucht Selwa (21) terwijl we op het dakterras van Hotel Hana de straat overzien. ‘Aan de Fransen danken we de stad.’ Ze wijst naar de nette, brede straten. ‘Kijk: Rue Marseille. Rue Paris. Aan Bourguiba de cultuur. Maar na hem ging het alleen maar achteruit met dit land. Shit.’

Selwa (21), Mariam (23) en Inez (22) zijn mijn nieuwe gastvrije kamergenoten die me vanaf de eerste dag in Tunesië overal vergezellen en me gratis onderdak geven in hun studentenappartement. Ze noemen zichzelf ‘out and proud’ en dat zijn ze ook, hoewel niet naar iedereen. Zo moet ik angstvallig mijn mond houden over hun voorkeur voor vrouwen, als ik Mariams zus ontmoet.

Hier is op kamers gaan heel normaal

‘Gebrek aan geld maakt ons manipuleerbaar. We zijn financieel van onze ouders afhankelijk,’ verzucht Selwa. Hun broers en zussen mogen in Canada en Europa studeren, maar deze meiden krijgen amper een toelage. Een straf voor hun “frivole” levensstijl en rebelse gedrag. Dat is ook de reden van de slechte staat van hun koude, ongeïsoleerde appartement. Tijdens mijn verblijf houdt het warme water ermee op, kunnen de deuren niet op slot en houden de ramen wind en regen amper tegen. 

Dat het in de omringende buurlanden heel ongebruikelijk is om als student op kamers te gaan (zeker voor vrouwen) kunnen ze amper geloven

Ze hangen tot diep in de nacht in de hipste bars en eten in de goedkoopste tentjes, dansen tot de ochtend, hebben om de haverklap een ander vriendinnetje en een voorkeur voor dure horloges. Alles is bespreekbaar en wordt dus ook besproken. Dat het in de omringende buurlanden heel ongebruikelijk is om als student op kamers te gaan (zeker voor vrouwen) kunnen ze amper geloven. Het brengt een vrijheid en onafhankelijkheid waar veel andere jongeren in de Arabische wereld slechts van kunnen dromen. Zij wonen tot (of zelfs ver na) het huwelijk thuis.

De meiden kennen alles en iedereen. Zonder schroom stellen ze me voor aan sterren en acteurs, straatverkopers en docenten. En nu dus ook aan Lina. Een begrip hier in Tunesië. Haar pony valt over haar ogen maar kan de wallen amper verbergen. Wie haar nu zo ziet zitten zou haast vergeten dat dit de bekendste vrouwelijke van Tunesië is die overal in Noord-Afrika en het Midden-Oosten gelezen en gedeeld wordt. Samen met andere digitale activisten zoals de Egyptische alias The Facebook Girl en de Egyptische google-held werd ze in 2011 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede.

Selwa (21) in de trein. Foto: Monique Samuel

Het internet werkt emanciperend

Lina begon haar blog A Tunisian Girl in 2007. Ze schreef eerst in het Arabisch en Frans, maar stapte later gedeeltelijk over op het Engels vanwege de staatscontrole en haar wens een groter publiek te bereiken. In eerste instantie schreef ze over het leven als een jonge vrouw in Tunesië, zij het uit een gegoede klasse en opgegroeid in een liberaal-seculier milieu. Ze schreef over vriendschap en over liefde.

‘Er is altijd een manier om de veiligheidsdiensten te slim af te zijn. Het internet werkt emanciperend. Het geeft ons wapens die we eerst niet hadden’

Maar met de toename van de sociale onrust en de opmars van kleine maar steeds luidere protesten tegen het nepotisme en de corruptie van het regime van Ben Ali in 2008, werden haar blogs steeds politieker. Ze begon haar mening over de maatschappelijke en politieke situatie van het land te delen en steeds vaker onder haar eigen naam verslag te doen van demonstraties en de brute reacties van het regime.

Ze werd bekend en een wezenlijke bedreiging voor de staat. Tijdens de opstand tegen Ben Ali trok ze als enige blogger naar het zuiden van het land om vanuit brandhaarden als Regueb en Kasserine, waar het geweld het hevigst was, verslag te doen. 

‘Ze hebben van alles gedaan om me af te schrikken. Soms werd ik midden in de nacht gebeld, andere keren stonden ze opeens voor het bureau in mijn lokaal (Lina was voor enkele jaren verbonden als assistent-professor Engels aan de Universiteit van Tunis) of probeerden ze me op klaarlichte dag op straat te arresteren. Mijn studenten werden aangemoedigd een petitie te onderteken waarin mijn ontslag werd geëist omdat ik te jong zou zijn. Maar uiteindelijk hebben ze me nooit de cel ingekregen.’

Wie haar blog bezocht, kreeg regelmatig foutmelding 404 op het scherm, omdat de overheid YouTube en ‘andere subversieve websites’ blokkeerde. ‘Er is altijd een manier om de filters te omzeilen en de veiligheidsdiensten te slim af te zijn. Daarom werkt het internet emanciperend. Het geeft ons wapens die we eerst niet hadden. Zeker als vrouw.’

Of dat ook een van de redenen is waarom landen als Iran en Saoedi-Arabië juist zoveel vrouwelijke bloggers hebben? ‘Ja, ik denk het wel. Het geeft hen de ruimte te communiceren op een manier die voorheen ondenkbaar was. Een vrouw in Saoedi-Arabië heeft amper bewegingsvrijheid, maar op het internet kan ze zeggen wat ze wil.’

Foto: Monique Samuel

Een politiek en sociaal wapen

Meer nog: blogs van vrouwen geven mannen inzicht in hun gedachten en tonen dat ook vrouwen waardevolle politieke ideeën hebben. Dit dubbele emanciperende effect geeft internet een unieke rol in de Arabische wereld en maakt van digitaal activisme niet alleen een politiek, maar ook een sociaal wapen. 

‘Ik wil alweer drinken,’ lispelt ze in het oor van Selwa die naast me zit. De nominatie voor de Nobelprijs heeft het leven van Lina ingrijpend veranderd. Een tafeltje verderop zit een kleerkast zogenaamd de krant te lezen. Hij is haar bodyguard, aangesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken, die haar dag en nacht vergezelt. Toch heeft Lina heeft geen goed woord voor de huidige regering over.

Blogs van vrouwen geven mannen inzicht in hun gedachten en tonen dat ook vrouwen waardevolle politieke ideeën hebben

‘Geloof me, ze zouden me liever dood hebben. Graag zelfs. Ze beschermen me alleen omdat het moet. Een Nobelprijs-genomineerde kan moeilijk zomaar spoorloos verdwijnen,’ en ze lacht even terwijl ze haar sigaret bruusk uitdrukt. Net op dat moment valt me de grote doodskop op haar shirt op. 

‘Twee dagen geleden werd ik opeens gevolgd door dezelfde agent die mij ook al tijdens Ben Ali volgde. ‘Daar ben ik weer,’ zei hij met een grijns. Zelfs toen mijn bodyguard tussenbeide kwam en de papieren van het ministerie liet zien, wilde hij van geen wijken weten.’

Van een revolutie wil ze niet spreken. ‘Het systeem is nog steeds intact, we hebben Ben Ali doen aftreden, maar voor de rest is het hetzelfde regime. Er zijn nog evenveel rechtszaken tegen activisten en journalisten. En daar komt nu de islamitische terreur bovenop.’

Foto: Monique Samuel

De schrik zit er goed in

Na een broeierige zomer waarin islamitische activisten en kunstenaars al dan niet digitaal werden bedreigd, zit de schrik er goed in. (simpelweg meer hoofddoeken en nikaabs op straat) en het aantreden van islamitische partijen als kan in seculiere en progressieve kringen op veel weerstand rekenen. Hierbij wordt geen enkele provocatie gemeden.

Zo maakte een kunstenaar een werk waarin een gesluierde vrouw werd gestenigd tot de dood erop volgde. Afbeeldingen van de kunstprojecten circuleerden op Facebook en riepen woedende reacties op.

In eerste instantie eisten drie islamisten vergezeld door een advocaat een einde aan de tentoonstelling. Toen daar geen gehoor aan werd gegeven braken ze met een grote groep woedende medestanders op de nacht De overheid greep niet in, sterker nog: zij besloot het kunsthuis tijdelijk te sluiten.

Rond dezelfde tijd werd de Tunesische blogger Jabeu Ben Abdallah Majri voor 7,5 jaar cel veroordeeld wegens "blasfemische uitspraken" op het internet. De ontwikkelingen voedden het al bestaande wantrouwen tegen de regering. De roep om het aftreden van Ennahda klonk steeds luider. Zeker na op 6 januari 2013 en een halfjaar later op op 25 juli 2013, die Tunesië na decennia van rust en stabiliteit flink opschudde en door het hele land een golf van protest teweegbracht.

Ennahda wordt door haar tegenstanders rechtstreeks verantwoordelijk gehouden voor de aanslagen. ‘Niet alleen is de regering direct verantwoordelijk voor de veiligheid van haar burgers, ook zijn er duidelijke bewijzen dat de CIA de regering voor de moordaanslagen had ingelicht [Dit zou uit onderzoek van haar commissie blijken, red.]. Met een groep activisten hebben we een onafhankelijke onderzoekscommissie opgericht om de moord te reconstrueren en geloof me, het wordt steeds duidelijker dat Ennahda een eigen politie had die rechtstreeks onder de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken valt. En al zou Ennahda niet direct verantwoordelijk zijn, dan hebben ze toch indirect een fatwa uitgesproken door deze twee politici telkens weer als afvalligen weg te zetten en daarmee hun dood op religieuze grond gelegitimeerd,’ zegt Lina.

Foto: Monique Samuel

‘Zelfs de bloggers zijn hun stem kwijt’

De demonstraties luidden uiteindelijk tot de val van de regering, maar de angst blijkt onverminderd groot. ‘De Ennahda-partij heeft in feite nog steeds alle macht. Dat zeggen hun woordvoerders ook. En ze hebben gelijk: Ennahda heeft een meerderheid in het parlement en de constitutionele raad. Daarnaast hebben ze in de korte periode dat ze aan de macht waren hun sleutelfiguren op alle belangrijke posten van het land gezet,’ zegt Lina.

Onder het regime van Ben Ali was alles duidelijk. Je wist wie je vijand of je vriend was. Nu weten we niets

‘Onder het regime van Ben Ali was alles duidelijk. Je wist wie je vijand of je vriend was. Nu weten we niets. Zelfs de bloggers zijn hun stem kwijt. Voor de revolutie was er een kleine groep politieke bloggers die werkte vanuit liefde voor en geduld met Tunesië. Maar na de revolutie waren er opeens honderden die zichzelf bloggers en cyberactivisten noemden. Veel politieke partijen namen jonge bloggers aan om hun eigen propaganda het internet op te krijgen. Wij wilden een betere samenleving creëren terwijl zij voor het geld bloggen.’

Homo-activisten adopteren

Lina mag cynisch klinken, de Zainab (32, beter bekend als Oz) is ronduit zwartgallig. Terwijl ze me in haar kleine auto door de drukke straten van de hoofdstad rijdt, tiert ze op alles en iedereen. Alles zou slechter zijn geworden na de revolutie: het centrum drukker, de (overigens brandschone) straten viezer, de mensen hypocrieter en minder verenigd. Dat na 23 jaar dictatuur en repressie, waarbij zowel progressief links als islamitisch rechts de pas werden afgesneden en burgers niet vrij konden bidden of een hoofddoek konden dragen, de sluier nu oprukt in het straatbeeld, is haar een doorn in het oog.

‘Omdat er nu vrijheid zou zijn ga ik toch ook niet een gay pride organiseren en in een string op straat dansen,’ briest ze terwijl ze woedend haar auto voor een gloednieuw hardrockcafé parkeert. Dat moslima’s wellicht de legitieme wens opeisen nu vrijelijk met een hoofddoek over straat te gaan, lijkt onbespreekbaar.

‘Iedereen is een homorechten-activist, blogger en politiek activist. De ene na de andere activist zag het licht en kreeg geld voor weet ik veel wat. En nu? Waar zijn ze nu?’

‘Hoelang is dit café al open?’ vraag ik. 

‘Een maand,’ zegt Oz, die in een mengelmoes van Frans en Arabisch verder gaat over de oprukkende radicalisering. Terwijl het ene na het andere glas bier achterover wordt geslagen, vertelt ze over haar gefaalde pogingen LGBTQ-organisaties op te zetten. Ze richtte er twee op, maar geen is echt meer actief. Voorzitters en prominente leden trokken enorme fondsen aan, waarna ze in het internationale “homorechtencircuit” belandden en door ngo’s als de grote “homorechten-activisten” geadopteerd werden.

‘Ze zijn dan weer in Beiroet en dan weer in Parijs, New York, weet ik veel waar, je ziet ze overal behalve in hun eigen land. Voor de revolutie waren ze actief, ze deden wat, maar nu? Iedereen is een homorechten-activist. Iedereen is blogger en politiek activist. Na de Arabische Lente wilden alle ngo’s en westerse landen hun beste beentje voorzetten. De ene na de andere activist zag het licht en kreeg geld. En nu? Waar zijn ze nu? Ik zou weleens willen weten wie al die zogenaamde activisten zijn en waarvoor ze geld hebben gekregen om te doen wat ze nu doen. Saha. Proost!’

Foto: Monique Samuel

‘Ik wilde een hoofddoek dragen’

Oz is de zoveelste pre-revolutionaire activist bij wie de revolutiekoorts plaats lijkt te hebben gemaakt voor depressie. Maar door het hele land staan jongeren en activisten op die juist nieuwe kansen zien. Het aantal lokale initiatieven en organisaties groeit explosief en velen genieten van een vrijheid die voorheen ongekend was.

Zoals Ghofran (20), geneeskundestudent en trots drager van de traditionele Tunesische hoofddoek. Haar ouders waren er fel op tegen, bang dat het haar verdere educatie zou belemmeren. ‘Maar ik wilde mijn middelbare school afmaken en een hoofddoek dragen. Het is mijn eigen keuze. Na lange studie van de islam en de Koran geloofde ik dat dit is wat God van mij vraagt. Maar ik leg het anderen niet op hoor!’

Als vrouwelijke student werd ze werd gepest en bedreigd, maar verzekerd van de steun van enkele leraren haalde ze haar diploma. Haar nichtje daarentegen mocht niet afstuderen en kreeg haar diploma pas na de val van Ben Ali. ‘Ik had echt geluk!’

‘Dat de hoofddoek nu vrij gedragen kan worden, komt doordat we voor onze vrijheden gestreden hebben. Politiek gezien ben ik tegen de islamitische beweging. Islamitische politiek is slechts een manier om het religieuze discours te domineren en mensen te controleren via hun eigen menselijke interpretatie. Hun islam is niet de mijne. Het zijn gewoon terroristen.’

Ik ben tegen de nikaab of boerka. Ze zijn on-Tunesisch. Maar we moeten respecteren dat ook zij onderdeel van onze samenleving zijn

Ghofran is recent toegetreden tot de communistische partij en runt met enkele andere jongeren een organisatie om vrouwen bewuster te maken van hun rechten. ‘We bezoeken vrouwen thuis en proberen hen zelf in te laten zien wat hun problemen zijn. Ze doen al het werk, verzorgen een inkomen, zorgen voor de kinderen en doen het huishouden. Maar als het erop aankomt beslist hun man. Vaak is dit inzicht al genoeg. Weet je, de Tunesische vrouw is van nature vrij. Tunesische vrouwen houden er niet van te worden gedomineerd.’

Ghofran komt uit een conservatieve familie. Haar ouders zijn aanhangers van Ennahda. Haar zus draagt tegenwoordig een nikaab en vindt de bestaande islamitische partijen te gematigd. ‘Te gematigd! Ha!’ lacht Ghofran. ‘Ze is gek. Ik mag het niet zeggen, maar ze is gek.’ 

En dan: ‘Maar ze is wel mijn zus. Ik deel haar standpunten niet en ben tegen de nikaab of boerka. Ze zijn on-Tunesisch. Maar we moeten respecteren dat ook zij onderdeel van onze samenleving zijn. Veel mensen zijn bang voor de in ons land. Het is een fase waar we doorheen moeten. Sommigen zijn nog steeds onder de betovering van de islamisten. Maar de politieke islam verliest snel terrein. Mensen beginnen steeds meer in te zien dat ze liegen en bedriegen en religie alleen maar gebruiken om hun eigen belangen te behartigen.’

Het land waar de Arabische revolutie begon wordt steeds conservatiever eén progessiever Tunesië, waar de eerste Arabische revolutie uitbrak, is het meest seculiere land in de regio. Maar sinds de val van president Ben Ali strijden progressieve én religieuze krachten om voorrang. Voor het eerst zijn er nikaabs op straat te zien en trekken jongeren als jihadisten naar Syrië. Tegelijkertijd wordt in gay-friendly bars de nieuwe vrijheid gevierd. Lees hier mijn eerste verslag uit Tunesië terug En lees ook over mijn reis door Iran Vanuit de hoofdstad Teheran in Iran schrijf ik een vierdelige reportage over de snel veranderende stad. Een stad waar je kunt trouwen voor één nacht, maar ook een hoofddoek dragen verplicht is. Ook hier blijven de tegenstellingen verbazen. Lees hier ‘In Teheran kun je trouwen voor één nacht’ terug