Zeven momenten waarop hiphop de geschiedenis veranderde (en andersom)
Hiphop wordt vaak geassocieerd met agressie, criminaliteit, seksisme. Maar het is óók een van de politiekste en invloedrijkste muziekgenres ter wereld. Hoe werd hiphop de muzikale taal van talloze verzetsbewegingen? Ik tekende een kleine geschiedenis op.
Hiphop. Het meest beluisterde muziekgenre op Spotify ter wereld. Geboren uit verzet, groot geworden door commercie.
Maar nog steeds wordt hiphop vaak geassocieerd met agressie, criminaliteit, seksisme. Terwijl hiphop óók een van de politiekste en invloedrijkste muziekgenres is: een cultuur op zich, een verzetsbeweging. En dat is een kant die nog weleens vergeten wordt.
Als correspondent Straatintellect zal ik me daarom onder meer richten op het inzichtelijk maken van de culturele significantie van hiphop. Met in dit eerste verhaal - ter gelegenheid van Black Music Month, waarin onder meer hiphop gevierd wordt - een overzicht van zeven momenten waarop hiphop de geschiedenis veranderde.
Van het begin van de hiphop, dat direct te linken is aan de burgerrechtenstrijd van de Black Panthers, tot aan Kendrick Lamar, die met zijn album vorig jaar de Black Lives Matter-beweging een nog krachtiger stem gaf.
Hiphop en politiek: geen vergezochte combinatie
Tijdens Barack Obama’s inauguratie in 2008 zaten naast de gebruikelijke politieke zwaargewichten ook twee rappers op de eerste rij: Jay-Z en Puff Daddy. Zij hadden hem gesteund tijdens de campagne, zijn boodschap omarmd, geschreven over zijn missie, hun fans opgeroepen op hem te stemmen.
Hiphop is sinds zijn ontstaan altijd een manier geweest om sociale problematiek te bespreken en bewustzijn te oogsten. Maar vanwege de verkeerde connotatie die de kandidaten voor Obama hadden met de cultuur, en het ontbreken van begrip voor de oorsprong van hiphop als stem van de ongehoorde, kwam er nooit eerder een president op het idee om de cultuur te omarmen.
Sinds zijn ontstaan is hiphop altijd een manier geweest om sociale problematiek te bespreken
Obama zag het wel - niet in de laatste plaats vanwege het opkrikken van zijn cool-factor - en al tijdens zijn race om de kandidatuur werd hij omarmd door jongvolwassen zwarte en Caraïbische Amerikanen.
Het is misschien wel het mooiste voorbeeld van hoe hiphop en politiek de krachten bundelden. Terwijl hiphop juist ontstond uit verzet tegen die politiek.
Hoe dat ging?
Toen hiphop ontstond
Hiphop ontstond in de jaren zeventig. Door toenemende automatisering in veel beroepsgroepen, het uitbesteden van de maakindustrie aan andere landen en scherpe bezuinigingen op sociale voorzieningen, was de sociaal-economische positie van veel zwarte Amerikanen nijpend.
In zijn boek Can’t Stop, Won’t Stop, over de geboorte van hiphop, zet journalist Jeff Chang uiteen hoe de situatie van grote groepen zwarte Amerikanen in korte tijd ernstig verslechterde. In korte tijd verdwenen er 600.000 banen voor laaggeschoolden, halverwege de jaren zeventig daalde het gemiddelde inkomen naar 60 procent onder het landelijk gemiddelde en de jeugdwerkloosheid schommelde tussen de 40 en de 60 procent.
Zeker voor zwarte en latino jongeren was er weinig zicht op verbetering. Het was een mokerslag voor een deel van de bevolking dat nog altijd niet werd gezien als gelijkwaardig en dat sowieso nog aan het bijkomen was van de moorden op burgerrechtenstrijders Malcolm X en Martin Luther King. Een groep die, zeker het deel dat was aangesloten bij burgerrechtenbeweging The Black Panthers, opgejaagd en vervolgd werd en daardoor steeds verder versplinterde.
Die combinatie van slechte vooruitzichten en een steeds uiteenvallende gemeenschap zorgde ervoor dat er behoefte was aan iets nieuws, iets wat ontsnapping én verbinding mogelijk maakte.
En daar was DJ Kool Herc: de New Yorker die begon te experimenteren met het draaien van nieuwe muziek. Hij nam bestaande latin- en funknummers en stripte die tot er alleen een beat over was. Daarmee vormde hij de basis voor wat niet veel later hiphop zou worden. En dat deed hij op straat: hij tapte illegaal stroom af van lantaarnpalen, zette zijn soundsystem ‘The Hurculoids’ neer en de blockparty was geboren - hiphop verder door de stad verspreidend.
Een vaste bezoeker van die feesten: Afrika Bambaataa. Gebiologeerd door de prille hiphopfeesten besloot hij zijn jeugdbende The Black Spades om te dopen tot de Universal Zulu Nation, de eerste hiphopbeweging die zich inzette voor het verder verspreiden van de muziek.
Precies op tijd om het gat na het neerslaan van de burgerrechtenbeweging weer te vullen met muziek, verbinding en een beetje hoop.
Hoe de politiek daarbij de hiphop direct beïnvloedde: bezuinigingen op het onderwijssysteem zorgden ervoor dat in het muziekonderwijs geen instrumenten meer gebruikt konden worden. Kinderen waren aangewezen op reeds opgenomen audio. Wat begon met het samplen van soulplaten uit de kast van pa en ma, liep voor de experimentalisten binnen de hiphop algauw uit op het doorspitten van platenbakken vol obscure acidrock uit Ohio.
De technische kennis om van dit alles hiphop te maken kwam van de vakscholen, waar hiphoppioniers voorbereid werden op, in deze nieuwe economie, reeds achterhaalde beroepen. Zo zat DJ Kool Herc op de autovakschool en repareerde DJ Red Alert platenspelers voor witte mensen uit buitenwijken.
1. Toen hiphop het politiek bewustzijn van zwart Amerika werd
We spoelen vooruit, naar het einde van de jaren tachtig. De cultuur drong nu door tot de rest van Amerika. Regio’s en steden als New Orleans, Chicago, The Bay Area en Atlanta benadrukten allen hun eigenheid en brachten zo een zeer divers muzikaal landschap voort. Zo is de Californische hiphop met Snoop Dogg en Dr. Dre vooral funky, maar de hiphop uit Atlanta meer Afrocentrisch.
Daar waar de jaren zeventig gekenmerkt werden door een paar handige heren en hun banging blockparties, was het nu tijd voor commercieel succes. Het gouden tijdperk van de hiphop was aangebroken.
Daar waar de jaren zeventig gekenmerkt werden door een paar handige heren en hun banging blockparties, was het nu tijd voor commercieel succes
Dit vanwege de toenemende aandacht van radio- en tv-stations met programma’s als Yo MTV Raps, maar ook vanwege de enorme groei die de muziek doormaakte, zowel op muzikaal als tekstueel vlak. Hiphopgroepen als De La Soul namen de ruimte voor veel verhalender hiphop, terwijl A Tribe Called Quest allerlei samples aan elkaar smeedde voor een minder militante interpretatie van het genre.
Het was ook een tijd waarin hiphop zijn plaats binnen de muziek had verworven, maar verder nog niet uitgekristalliseerd was. Het was een tijd van experiment, van innovatie, van geldingsdrang. Vraag een hiphopliefhebber naar zijn favoriete album, en de kans is groot dat er een plaat wordt genoemd die ergens tussen 1985 en 1995 is opgenomen.
Crews en solo-artiesten als MC Lyte, A Tribe Called Quest, Brand Nubians, Public Enemy en later ook Nas, Tupac, Lauryn Hill, Outkast en Biggie gaven als verhalenvertellers de verzetscultuur van het genre verder gestalte. Hiphop bleef zo een voortzetting van de traditie van politiek bewustzijn en culturele soevereiniteit, zoals die in eerdere decennia terugkwam in de Black Art Movement of de zelfbewuste retoriek van Malcolm X.
2. Toen hiphop de afbraak van de sociale voorzieningen aankaartte
Nog even terug naar de jaren tachtig. Want het politieke klimaat beïnvloedde de muziek diepgaand.
En dan heb ik het vooral over toenmalig president Ronald Reagan. Die zette de afbraak van sociale voorzieningen van de jaren zeventig voort en deed er nog een schep bovenop met zijn Reaganomics; beleid dat voor een verdere ontmanteling van sociale voorzieningen zorgde.
Hij zag ondernemerschap als de ultieme Amerikaanse droom en sociale zekerheid stond dat in de weg: de zwakkeren in de samenleving moest je niet te veel ‘verwennen’. Hij verlaagde belastingen voor de rijken en uitkeringen aan de armen, verhoogde het defensiebudget, maar investeerde niets in sociale zekerheid: vanuit de overheid meer gelijkheid onder de bevolking nastreven zou volgens hem de stimulans om hard te werken wegnemen.
De sociaal-economisch zwakkeren stonden er alleen voor. Mede daardoor groeide de drugshandel in de getto’s uit tot een financieel aantrekkelijk en vaak noodzakelijk alternatief voor jongeren met weinig perspectief. Het illegale aspect werd beschouwd als een nieuwe vorm van verzet.
Het gevolg? Jonge drugsdealers werden de rocksterren van hun wijk. Sommigen financierden zelfs lokale hiphopgroepen. Denk aan Niggaz Wit Attitude (N.W.A.) of rapper Too Short. Maar ook aan Eric B and Rakim.
3. Toen Ronald Reagan met zijn drugsoorlog straatdealers onbedoeld een heldenstatus gaf
Maar het verwoestendste onderdeel van Reaganomics was, naast het afbreken van het sociale vangnet, de ‘war on drugs’.
Want wat vaak over het hoofd gezien wordt, is dat de oorlog tegen drugs een negatievere impact had op de zwarte gemeenschap dan de drugs zelf. De wetgeving van de jaren tachtig maakte bijvoorbeeld de relatief goedkope crack (de vorm van cocaïne die vooral door zwarte mensen gebruikt werd) honderd keer strafbaarder dan cocaïne (die vorm van cocaïne die vooral door witte mensen gebruikt werd); betrapt worden met vijf gram crack werd voor de wet gelijkgesteld aan betrapt worden met een halve kilo cocaïne.
Wat vaak over het hoofd gezien wordt, is dat de oorlog tégen drugs een negatievere impact had op de zwarte gemeenschap dan de drugs zelf
Met minimale gevangenisstraffen van vijf jaar per drugsovertreding troffen deze wetten met name laaggeschoolde, gekleurde Amerikanen. Cijfers van de National Institute on Drug Abuse laten zien dat in 1991 79 procent van alle veroordeelden zwart of latino was, terwijl 75 procent van alle cocaïnegebruikers wit was.
De war on drugs was niet het enige proces waardoor de ongelijkheid tussen zwart en wit Amerika verder toenam: autoriteiten profileerden etnisch en sloten vooral zwarte mannen op. Een ongelijkheid die weer verder gevoed werd door de systematische ontmanteling van sociale voorzieningen en de drastische afname van werkgelegenheid. Allemaal zaken waar (gangster)rappers als Scarface, Schoolly D en Public Enemy tegen ageerden.
Mensenrechtenadvocate Michelle Alexander is van mening dat die ongelijkheid in het rechtssysteem allesbehalve willekeurig is. In haar boek The New Jim Crow omschrijft zij hoe door eenzijdige media-aandacht en de nietsontziende anti-drugswetten gekleurde Amerikaanse mannen verder werden gecriminaliseerd. Met als gevolg dat er honderdduizenden zwarte mannen in het geprivatiseerd gevangeniswezen belandden, vaak voor kleine vergrijpen.
4. Toen Tupac werd vermoord en het medialandschap werd overgenomen door grote bedrijven
13 september 1996. Lege kogelhulzen op de hoek van East Flamingo Road en Koval Lane in Las Vegas. Rapper en acteur Tupac Shakur blaast er zijn laatste adem uit. In zijn kortstondige carrière had hij een grote impact op de hiphopcultuur. Met zijn onmiskenbare schrijf- en retorisch talent rapte hij over de tegenslagen die hij te verwerken kreeg als zoon van een Black Panther. Ook maakte hij grote maatschappelijke taboes bespreekbaar, zoals tienerzwangerschappen met zijn nummer ‘Brenda’s Got A Baby.’
Zes maanden later wordt Biggie, die samen met 2pac nog altijd wordt beschouwd als een van de grootste rappers ooit, vermoord. Zijn ongeëvenaarde flow en tekstuele vindingrijkheid worden tot op de dag van vandaag geroemd.
Vaak wordt gezegd dat hiphop na deze twee moorden nooit meer hetzelfde zou zijn. En dat klopt: het landschap veranderde drastisch. Maar de in diezelfde tijd aangenomen Telecommunications Act (TCA) speelde hierin mogelijk nog een veel grotere rol dan het wegvallen van twee raphelden. Die wet schreef namelijk voor dat meerdere radiostations voortaan beheerd mochten worden door hetzelfde bedrijf.
Hierna kochten grote bedrijven massaal uitzendingen op; de nekslag voor veel kleine, lokale radiostations - bij uitstek de plekken waar ruimte was voor niet commerciële hiphop. De wet was volgens voorstanders eigenlijk bedoeld om de radio een nieuwe impuls te geven, maar zorgde uiteindelijk voor een muziekaanbod dat steeds homogener werd omdat minder mensen bepaalden welke muziek er gedraaid werd.
En de muziek die ze draaiden, was muziek die vooral ging over wat Africana Studiesprofessor Tricia Rose de ‘gangster, pimp, ho-trinity’ noemt. Muziek die niet politiek was en vooral draaide om vrouwen, geld en geweld. De overwegend witte platenbonzen en radiobazen zaten niet te wachten op politiek beladen (en anti-witte) sentimenten. Grote mediabedrijven als Viacom, Time/Warner, Disney, CBS en Sony konden door het deregulerende effect van de wet hiphop vermarkten zoals zij dat voor ogen hadden. Zij draaiden geen Dead Prez of Lauryn Hill, maar muziek van rappers als Lil Wayne en 50 cent.
In de hiphopdocumentaire Beyond beats and rhymes van Byron Hurt zie je hoe beginnende rappers, in de hoop bij een groot bedrijf getekend te worden, vol inzetten op Roses ‘gangster, pimp, ho-trinity.’ Wat overbleef was een clichématige weergave van de gangstercultuur binnen hiphop, zonder de politieke lading en maatschappijkritiek die in eerste instantie had gezorgd voor de opkomst van het genre.
5. Toen hiphop de commercie omarmde (en andersom)
Toch zijn die jongens een mooi voorbeeld van een ander kenmerk van hiphop: de artiesten zijn openlijk ondernemers. Dat begon in de jaren tachtig al met rappers die hun eigen platen drukten en verkochten vanuit de kofferbak, en liep uit tot het vermarkten van de hele lifestyle (inclusief kleding, schoenen en koptelefoons) anno 2016.
Het omslagpunt van kofferbakverkopen tot beursgang lag rond de eeuwwisseling, toen een generatie rappers zelf, mede door de TCA, platenmaatschappijen begon op te richten. Hét voorbeeld: Puff Daddy die in 1993 Bad Boy Records oprichtte en groot werd met artiesten als Notorious B.I.G., Mary J. Blige, 112, Craig Mack. Door zijn zakendeals en consumptiegoederen is zijn bedrijf vandaag de dag meer dan een half miljard waard.
Waarom verkochten deze merken zo goed? Omdat ze iets representeerden wat echt was, herkenbaar voor de man op straat
Verder eigenden rappers zich in hun videoclips merken als Tommy Hilfiger, Nike, Timberland en Hennessy toe en hadden daarmee niet alleen een immense invloed op het imago van die merken, maar ook op de richting waarin de mainstream modecultuur ging.
Daarnaast richtten pioniers in de hiphopmode kledingmerken als FUBU (For Us By Us van Daymond John), Sean John (van Puff Daddy) en Roca Wear (van Jay-Z) op, die later weer de blauwdruk werden voor de immens populaire streetwear-kledingmerken van nu: Supreme, Stussy en Billionaire Boys Club.
Waarom verkochten deze merken zo goed? Omdat ze iets representeerden dat echt was, herkenbaar voor de man op straat. In reclames, niet eens voor deze merken, kwamen ineens ook beelden voorbij van getto’s, graffitimuren, B-boys dansend op de straathoek. Het ademde stedelijke authenticiteit.
6. Toen hiphop Barack Obama groter maakte
Wie ook doorhad dat authenticiteit verkoopt, was Barack Obama. Zoals ik al eerder schreef, werkte de hiphopwereld en hij nauw samen tijdens zijn presidentiële campagne van 2008.
Hij was de eerste kandidaat die hiphop als zodanig benaderde. Zijn culturele achtergrond en ervaring als buurtwerker in achtergestelde wijken van Chicago gaven hem het inzicht om hiphop als stem van de ongehoorde in te zetten.
Voormalig platenbaas en marketinggoeroe Steve Stoute beschrijft in zijn boek The Tanning of America hoe de hedendaagse zwarte Amerikaanse cultuur, waaronder hiphop, bijdroeg aan de raciale ontzuiling van Amerika.
Dertig jaar geleden hoefde je niet aan een witte Amerikaan te vragen of een zwarte Amerikaan het land kon leiden. Maar de generatie die opgroeide met hiphop - de generatie van Obama - dacht daar totaal anders over.
7. Toen rappers zich inzetten voor Black Lives Matter
Wat nu fascinerend is aan de hiphopwereld en -cultuur, die vaak gereduceerd worden tot de gangster, pimp, ho-trinity van Tricia Rose, is dat de schaamteloze zelfpromotie en het hypermaterialisme die sinds de jaren negentig hiphop hebben gedomineerd, het politiek activisme en de creatieve hiphop niet volledig hebben overschreeuwd.
Een mooi voorbeeld van hedendaagse activistische hiphop: Mos Def. In de traditie van Malcolm X - en de na diens dood ontstane Black Art Movement - heeft hij zich gedurende zijn gehele carrière uitgesproken tegen onrecht. Mos Def liet zich bijvoorbeeld force-feeden om aandacht te vragen voor de misstanden in Guantánamo Bay.
Een ander voorbeeld is Immortal Technique. Die maakte het album The 3rd World, waarin hij de derde wereld gebruikt als metafoor om de benarde toestand waarin de meer creatieve en politiek beladen hiphop na de TCA verkeert aan te kaarten. Vervolgens liet hij met de opbrengst van zijn muziek een weeshuis bouwen in Afghanistan.
Politieke invloed dus, maar ook op sociaal (de nieuwe vormen van verbinding die blockparties creëerden), economisch (hiphop is nu wereldwijd het meest beluisterde muziekgenre, de hele industrie wordt door zakenblad Forbes geschat op 10 miljard dollar per jaar), academisch (bijna elke prestigieuze Amerikaanse universiteit kent wel een afdeling Hip Hop Studies) en popcultureel vlak (de mode, de kruisbestuiving met andere genres, de hosselmentaliteit als pré) heeft hiphop zijn sporen nagelaten.
Hiphop reikt dus verder dan geld en industrie alleen. Rappers zijn wereldwijd de vertegenwoordigers van minderheden. Het kind van de rekening dat met een megafoon, camera, stijl en funk de status quo uit blijft dagen.
Je ziet: kritiek en verzet binnen de hiphop zijn nog steeds springlevend. Nu met Black Lives Matter een volgende grote Amerikaanse burgerrechtenbeweging volop in de aandacht staat, is hiphop sinds de steun van onder meer Kendrick Lamar, Kanye West en Killer Mike opnieuw de soundtrack van een generatie in verzet.