Hoe voeden we op een duurzame manier de wereld?
Met jullie zocht ik uit hoe voedsel en duurzaamheid samenhangen. Hoe het nu zit met die voedselkilometers en of insecten duurzame vleesvervangers zijn. Nu wil ik de onderzoeksvraag scherper formuleren, waarbij jullie hulp erg welkom is.
Deze artikelenreeks begint aardig op stoom te komen. Toch overweeg ik een koerswijziging.
Mijn missie was tot nu toe als volgt geformuleerd: ‘Evert Nieuwenhuis wil als journalist voedselclaims uitpluizen. Bijvoorbeeld: is lokaal eten altijd beter? Of: is biologisch eten gezonder? Zo wil hij kijken hoe duurzaamheid en voedsel samenhangen.’
Interessant, maar ook erg algemeen. De artikelen vormen nu een lappendeken waarin allerlei (interessante) aspecten van voedsel en duurzaamheid aan bod komen.
Een wat dwingendere vraagstelling geeft meer richting en kan wellicht tot een conclusie leiden. Ook is het dan makkelijker om samen een leercurve te doorlopen, toch een van de doelstellingen van De Correspondent.
Een scherpere vraag
De dwingendere vraag waar ik nu aan denk: ‘Hoe voeden we op een duurzame manier de wereld?’
Deze vraag vraagt om een tweeledig antwoord. Ten eerste: wat is er wel of niet duurzaam aan de huidige productiesystemen? Ten tweede: hoe kan dat beter?
Dit najaar wil ik met de redactie van De Correspondent ook gaan kijken of de stukken die hieruit volgen gebundeld kunnen worden. En visueler gebracht kunnen worden. Maar verwacht de komende tijd vooral verhalen.
De volgende verhalen
Voor nu heb ik twee vragen.
- Wat vinden jullie van deze koerswijziging? Alle ideeën en suggesties zijn welkom.
De volgende aflevering gaat over een kwestie die onder elk artikel de gemoederen danig beroert: het eten van vlees. In dit stuk wil ik de ecologische voetafdruk van rund-, kippen- en varkensvlees ontleden. Hierover is – ook op De Correspondent – al het nodige verschenen, maar het is voor deze reeks goed om de milieubelasting van vleesconsumptie goed te beschrijven.
- Mijn vraag hierover: welke bronnen adviseer je me en waarom? Ik zoek zo betrouwbaar mogelijke, wetenschappelijke bronnen. Dit kunnen grote overkoepelende rapporten van het Planbureau voor de Leefomgeving, de Wereldvoedselorganisatie of het Louis Bolk Instituut zijn, maar ook andere, minder bekende. En ken je (Nederlandse) onderzoekers met wie ik volgens jou zou kunnen (of moeten) praten?