Het verval van een Amerikaanse krant in beeld gebracht

Sterre Sprengers
Front-end developer
'Don Sapatkin, Deputy Science & Medicine Editor, 6:44 pm, 2009', uit het project Deadline van Will Steacy

Het fotoproject Deadline van de Amerikaanse fotograaf Will Steacy is een groots document over The Philadelphia Inquirer, een Amerikaanse krant die langzaam maar zeker ten onder dreigt te gaan. Het project is nu te zien in de Noorderlicht Fotogalerie te Groningen.

Het is bekend. Krantenoplagen dalen, advertenteerders en abonnees lopen weg en de overstap naar het internet wil nog niet echt lukken. De definitie van wat nieuws is, is aan het veranderen. Net als de vraag welke informatie gratis mag en moet zijn, waarvoor men wel wil betalen en hoe kranten en tijdschriften onmisbaar kunnen blijven.

Een fenomeen dat in zo’n korte tijd aan zoveel verandering onderhevig is, leent zich perfect voor een documentair fotografieproject.

Helemaal als je familie tot vijf generaties terug al in de journalistiek werkt en je vader bij The Philadephia Inquirer werkt, zoals bij de Amerikaanse fotograaf Will Steacy (1980) het geval is. Hem werd vijf jaar lang vrije toegang verleend om op de redactie van deze krant te Een krant die zich in misschien wel de lastigste periode sinds de oprichting bevindt. 

Het verhaal van The Inquirer is exemplarisch voor de situatie waar heel veel kranten zich in bevinden. Het papier waarop dagelijks wordt gedrukt, was decennia de bepalende factor voor het tempo van de journalistiek en het ritme van haar journalisten. Maar met internet kwam ook het gratis nieuws op, in een tempo en aanbod waar een papieren drager niet tegen kan concurreren. Terwijl een krant meer en meer een commercieel product is geworden, afhankelijk van advertenties, niet meer verzekerd van abonnees en met teruglopende losse verkoop. Met reorganisaties tot gevolg, nieuwe koerswijzigen (zoals restyling, wisseling van eigenaren, nieuwe bijlagen en speerpunten) en elkaar opvolgende ontslagrondes.

Links: ‘Here Today. Here Tomorrow, 9:07 pm, 2011’. Rechts: ‘New Orleans Clamor For Its Paper, 4:42 pm, 2012’. Foto’s: Will Steacy
‘Former Staffers, 2:51 pm, 2011’. Foto: Will Steacy
‘George Carter, Assistant National/Foreign Editor, Weekend of Move, 5:18 pm, 2012’. Foto: Will Steacy

Overtikken van persberichten

In 1930 onstaan door de samenvoeging van verschillende kranten, groeide The Inquirer uit tot een landelijk dagblad met een reputatie van betrouwbare en diepgravende journalistiek, om vervolgens af te glijden tot het overtikken van financieel nieuws aangedragen door Wall Street. Tot nu toe is The Inquirer in staat gebleken zichzelf van een faillissement te redden, maar niemand weet voor hoelang. 

Omgeven door bergen papier moeten minder redacteuren in minder tijd meer pagina’s vullen. Ze zijn daarvoor vaak aangewezen op derden die nieuws aandragen, meestal persbureau’s

De foto’s van Will Steacy laten de werkelijkheid van een krantenredactie zien, hét slagveld van deze strijd. Omgeven door bergen papier moeten minder redacteuren in minder tijd meer pagina’s vullen. Ze zijn daarvoor vaak aangewezen op derden die nieuws aandragen, meestal persbureau’s. Voor echt journalistiek onderzoek is steeds minder tijd en geld. Als medicijn tegen al het kwaad worden pallets vol computers en iPhones binnengereden, die zogenaamd het verschil moeten gaan maken. Omdat de krant op sterven na dood is, is zij gedwongen te verhuizen uit het imposante gebouw waarmee ze vergroeid is. En zo lijkt er weinig over te blijven van de identiteit van The Inquirer, terwijl die identiteit eigenlijk het enige is waarin het zich van de rest in die krimpende markt (en gratis nieuws) kan onderscheiden. 

Het lijkt een strijd om papier versus digitaal, terwijl het eigenlijk een identiteitsprobleem van de journalistiek in het algemeen is. Door hetzelfde product op een beeldscherm aan te bieden, worden de overeenkomsten met gratis nieuws op internet groter en de verschillen dus pijnlijk duidelijk. Want een digitaal uitgebrachte krant die is vormgegeven voor papier, mist functionaliteit die digitaal te bieden heeft. Maar in een structuur die al decennia bestaat, zal een meer wezenlijke oplossing minstens zo pijn doen. 

‘Maureen Meehan, Sports Editorial Assistant, 1:38 pm, 2009’. Foto: Will Steacy
‘Another Day of Cruel News, 8:52 am, 2012’. Foto: Will Steacy

Bij een krant werken mensen

Want dat is wat de foto’s van Will Steacy ook laten zien, dat een krantenredactie een plek is waar mensen werken. En dat dat mensen zijn die al jaren met veel passie dagelijks het beste product willen maken. Een krant is een drager en zonder journalisten niet meer dan lege vellen papier. Dat Steacy’s vader wordt ontslagen na 29 jaar dienst, juist in de periode dat Will Steacy er voor zijn project aan het fotograferen is, maakt die persoonlijke keerzijde zichtbaar. Het voelt bijna wrang dat zijn beelden al ogen. 

Het lijkt erop dat Will Steacy (nu) nog te veel emotioneel betrokken is. Zijn tekst en onderzoek zijn doordrongen van grootse (ook wel typisch Amerikaanse) woorden over het belang van journalistiek en de krant als fundament voor de samenleving. Hij lijkt er nog van overtuigd dat de krant de enige plaats is waar échte journalistiek kan worden bedreven, dat The Inquirer niet mag ophouden te bestaan. 

Maar die betrokkenheid heeft er wel voor gezorgd dat hij met zichtbaar veel toewijding een enorm document van deze krant aan het aanleggen is. Een verhaal dat exemplarisch is voor de krantenindustrie en daarom een zeer waardevol tijdsbeeld.  

Hopelijk gaat Will Steacy terug om te blijven fotograferen. Het verhaal is nog niet af. Want deze krant (net als vele andere kranten) is: óf gedoemd falliet te gaan óf te fuseren met een andere krant óf in staat een echte oplossing voor kwaliteitsjournalistiek te vinden.

‘Final Staff Photograph in Elverson Building Newsroom, Before the Move, 4:07 pm, 2012’. Foto: Will Steacy
‘A New Computer Before It Has Been Hooked Up, 4:28 pm, 2011’. Foto: Will Steacy
Links: ‘Madness Takes Its Toll, 4:20 pm, 2011’. Rechts: ‘Breaking Deadline Has It’s Consequences, 7:45 pm, 2012’. Foto’s: Will Steacy