Leestip: In Syrië zijn bijna geen dokters meer over, want er wordt op ze gejaagd

Er zijn weinig artikelen die ik de afgelopen jaren las over de oorlog in Syrië, die me zulke rillingen gaven als dit verhaal uit The New Yorker.

The Shadow Doctors gaat over de pogingen van Syrische (en internationale) dokters om medische hulp te blijven verlenen in het land. En dat blijkt bijna onmogelijk. Want voor het regime-Assad zijn dokters en ziekenhuizen doelwit: het komt Assad maar al te goed uit als oppositiestrijders niet meer opgelapt kunnen worden. Dat die ‘strijders’ vaak gewoon burgers zijn, is dan jammer.

Het stuk gaat over vreselijke oorlogstactieken. Demonstranten die zich in de begindagen van de oorlog meldden bij staatsziekenhuizen, werden direct uitgeleverd aan de veiligheidsdiensten. Ze werden gemarteld, of kregen bij kleine verwondingen al amputaties, bij wijze van ‘straf’.

Maar het stuk gaat ook over moed. Over tactieken om ondanks alles toch gewonden te verzorgen. Door bijvoorbeeld geheime ziekenhuizen in smalle straatjes in te richten, die moeilijk in de gaten gehouden kunnen worden vanuit de lucht. Of door via Skype chirurgen in het buitenland in te schakelen om operaties te begeleiden - in veel gebieden in Syrië ontbreekt medische kennis nu vrijwel geheel. Of door ambulances met modder te besmeren, zodat ze niet opvallen.

Lees dit verhaal, huiver, maar raak ook geïnspireerd.

Lees hier het artikel in The New Yorker terug