Zo hervormen Spaanse vrouwen de politiek
Voor veel Spaanse vrouwen was de economische crisis desastreus. Verbeteringen die op emancipatievlak hadden plaatsgevonden, werden grotendeels tenietgedaan. Maar niet alleen verzetten ze zich massaal tegen de bezuinigingsmaatregelen, ook introduceerden ze een nieuwe vorm van politiek.
Spaanse vrouwen hebben het moeilijker gekregen de laatste jaren. De Madrileense Paquita Rey Pérez zag het gebeuren: ‘Vrouwen hebben de afgelopen jaren alles moeten opgeven wat zou kunnen bijdragen aan hun eigen ontwikkeling. Ze moesten thuisblijven om voor het gezin te zorgen, meestal van een miezerig inkomen.’
De statistieken onderstrepen het verhaal van de ziekenhuiskok. Momenteel is 22 procent van de Spaanse vrouwen werkloos, tegenover 19 procent van de mannen. Onder de twintig jaar is dat bijna 47 procent tegenover 44 procent bij de mannen.
Dat komt vooral door de bezuinigingen op en de privatisering van de publieke dienstverlening. Een sector waarin van oudsher de meeste Spaanse vrouwen werken, maar de afgelopen jaren veel ontslagen vielen.
Ook werd in 2010 het ministerie van Gelijkheid afgeschaft, daalde de begroting voor gendergelijkheid tussen 2011 en 2014 met 24 procent, ging het budget voor de aanpak van gendergerelateerd geweld die jaren met ruim een kwart omlaag en werden veel vrouwenopvanghuizen gesloten.
Niet gek dus dat Spanje in 2014 van plaats 12 naar 26 zakte op de Global Gender Gap Index.
Maar vrouwen als Rey Pérez zijn meer dan slachtoffers van de bezuinigingen. Velen sloten zich, net als Rey Pérez in 2011, aan bij de 15M-beweging, die in heel Spanje demonstraties organiseerde.
De beweging speelde ook een prominente rol bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar. Een alliantie van Madrids Ganemos en de nationale partij Podemos genaamd Ahora Madrid (‘Madrid Nu’) won de gemeenteraadsverkiezingen. Manuela Carmena en Ada Colau, beiden afkomstig van de 15M-beweging, werden burgemeester van respectievelijk Madrid en Barcelona, de twee grootste gemeenten van het land.
Carmena en Colau staan zo symbool voor een menselijker, socialer en op consensus gericht beleid, door de eerste wel beschreven als ‘de vrouwelijke manier van politiek bedrijven.’ Hoe ziet die politiek eruit? En ligt daarin de toekomst voor Spanje, nu dat op 26 juni een nieuw parlement kiest?
Het begin van het vrouwenverzet
De nieuwe feministische politiek begon dus bij de 15M-beweging. Die werd opgericht als een reactie op het stijgen van de werkloosheid, de steeds verder dalende inkomens en de afnemende werkgelegenheid voor met name jongeren.
Sociaal verzet vond plaats in mareas (‘golven’ of ‘getijden’) gericht op één onderwerp en met een eigen kleur. Zo verdedigde Rey Pérez met het witte tij het recht op gezondheidszorg en maakte het groene getij zich hard voor het recht op onderwijs.
Er was ook een feministische afdeling: het paarse tij, gericht op maatregelen tegen een verslechterend genderbeleid. Deze golf breidde zich al snel uit naar protest tegen de wetten die mensen dwongen hun hypotheek af te betalen, inclusief rente en boetes, nadat ze op straat waren gezet en hun huis in beslag was genomen.
Zelfmoorden onder mensen die op het punt stonden hun huis kwijt te raken waren aan de orde van de dag
Zelfmoorden onder mensen die op het punt stonden hun huis kwijt te raken waren aan de orde van de dag en de Spanjaarden raakten al snel gewend aan journaalbeelden van wanhopige gezinnen die van het ene op het andere moment op straat stonden.
Maar steeds vaker waren er ook andere beelden te zien: die van een menigte, meestal onder leiding van een vrouw, die zich voor een huis verzamelde om de uitzetting van de eigenaars tegen te gaan. Een van die vrouwen: Ada Colau.
Niet iedereen die aan zulke acties meedeed, sympathiseerde met het feminisme. Sinds de jaren zeventig werd de Spaanse vrouwenbeweging steeds meer geïnstitutionaliseerd, waardoor ze geassocieerd raakte met vrouwen van hogere klassen.
De feministen die zich bij 15M aansloten, vertegenwoordigden juist heel andere groepen: radicaal en sociaal feministen, LGBTQ-activisten, sekswerkers, immigranten en vrouwen afkomstig uit een culturele of religieuze minderheid.
Zo ontstond er gaandeweg een nieuw soort feministische beweging, die zich verzette tegen alle soorten onrecht. Zo won deze beweging ook de steun van niet-feministische organisaties en won ze aan politieke invloed.
De politieke invloed van de beweging
Beatriz Gimeno, prominent activist en ‘hoofd gelijkheid’ van Madrid, weet dat als geen ander. ‘De sociale strijd in Spanje wordt aangevoerd door vrouwen. Zij staan aan het hoofd van sociale bewegingen als PAH en Las Mareas. Hun benadering van de problemen is fundamenteel anders, misschien doordat vrouwen beter in een team kunnen werken, meer openstaan voor dialoog en minder territoriaal en autoritair zijn.’
Lange tijd mengden politici zich nauwelijks nog in regionale politiek, vertelt Gimeno in het statige Madrileense gemeentehuis. ‘Maar wij zijn begonnen op straat. We hebben allemaal een activistisch verleden en zijn geen politici van oorsprong. Ada Colau is een van de beroemdste activisten van Spanje, maar evenmin als mijn andere collega’s afkomstig van een traditionele partij. Hun motto luidt dan ook: ‘Politiek is persoonlijk.’
Rey Pérez is het met haar eens dat de nieuwe vrouwelijke leiders een ‘andere sfeer’ hebben gebracht binnen de regering. Dat ze de politiek voorzagen van een ‘vrouwelijk vleugje.’ ‘Een groot verschil met eerdere vrouwelijke leiders,’ zegt ze, ‘is dat die vooruitgang probeerden te boeken door zich aan te passen aan de mannelijke manier. Deze vrouwen doen het op hun eigen manier.’
De vorming van een partij
Maar hoe doen ze dat? Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar werkten de feministen binnen de Ganemospartij samen met lokale organisaties en actiegroepen. Zo wisten ze door te dringen tot gebieden waaraan door de nationale politiek al lange tijd geen aandacht meer werd besteed.
Ze organiseerden namelijk buurtbijeenkomsten en werkten een manifest uit waarin de belangen van alle afzonderlijke bevolkingsgroepen die op die bijeenkomsten van zich lieten horen vertegenwoordigd moesten zijn. Later werd het nagegaan op gendergelijkheid.
Vrouwen hebben meer vertrouwen gekregen in de overheid
Het manifest vormde ook de basis van Ganemos’ alliantie met Podemos: Ahora Madrid. Manuela Carmena, eigenlijk al met pensioen, werd overgehaald de partij te leiden. Tot de campagnebeloften van Ahora Madrid behoorden de garantie op basisvoorzieningen als water en elektriciteit voor alle huishoudens, universele toegang tot gezondheidszorg en het ontwikkelen van een noodplan voor het scheppen van banen voor jongeren en langdurig werklozen.
Ahora Madrid werd bij de gemeenteraadsverkiezingen tweede en sloot een akkoord met de derde partij, PSOE, om bovenaan te komen. Maar de traditionele manier van politiek bedrijven werd door Ahora Madrid uit alle macht vermeden. De partij bleef regionale bijeenkomsten organiseren en wist door gebruik van sociale media en het organiseren van optochten met een klein budget een groot publiek te bereiken. Ook bleef Ahora Madrid, onder Carmena’s motto ‘Regeren is luisteren,’ hameren op de erkenning van de belangen van ieder individu en iedere gemeenschap.
De gevolgen zijn daar, meent Pérez: ‘Vrouwen hebben meer vertrouwen gekregen in de overheid. Ze laten eerder van zich horen en vragen om hulp. Ze durven nu rechtstreeks naar het stadhuis te gaan of naar de gemeenteraad van hun eigen district, omdat ze weten dat er naar hen geluisterd zal worden.’
Invloed op de levens van vrouwen
Ahora Madrid haalde op zeer uiteenlopende gebieden successen:
- de partij riep uithuiszettingen een halt toe,
- ging verdere privatisering van publieke dienstverlening tegen,
- stelde een adviesdocument op voor sociale oplossingen door middel van smart cities,
- en tijdens de eerste Prideweek die in de stad werd gehouden wapperde aan het stadhuis van Madrid de regenboogvlag.
Ook is er dankzij de partij breed begrip en aandacht gekomen voor de kwetsbare positie van vrouwen en werd er een site opgericht waarop melding kan worden gemaakt van agressief of ongewenst seksueel gedrag tegenover vrouwen of minderheden.
Volgens Rey Pérez is de beweging verder geslaagd in haar opzet ook die vrouwen te bereiken die het meest te lijden hebben gehad onder de crisis, geen opleiding hebben genoten of op het punt staan met pensioen te gaan en vrezen voor hun oude dag.
De strijd gaat verder
Maar er is nog veel te doen. Hoog op de prioriteitenlijst staat het aanpakken van huiselijk geweld. In 2015 werden meer dan vijftig vrouwen vermoord door hun (ex-)partner. In november vorig jaar trokken tienduizenden mensen de straten op als protest tegen deze cijfers.
Door het verhoogde aanzien dat vrouwenbewegingen de afgelopen jaren hebben verkregen, is het moeilijker geworden om openlijk tegen ze in opstand te komen
Maar zulke pogingen stuiten vaak op verzet. Op de site van Ahora Madrid, waar beleidsvoorstellen werden gedaan om huiselijk geweld tegen te gaan en de vraag werd gesteld of hier inderdaad publiek geld voor beschikbaar moest worden gesteld, begonnen mannen een agressieve lobby met het argument dat vrouwen als ze gelijkheid wilden, ook niet positief gediscrimineerd moeten worden.
‘De weerstand is er altijd geweest,’ zegt activiste Beatriz Gimeno. ‘Maar door het verhoogde aanzien dat vrouwenbewegingen de afgelopen jaren hebben verkregen, is het moeilijker geworden om openlijk tegen ze in opstand te komen.’
Wat gebeurt er na de verkiezingen?
Op 26 juni kiest Spanje voor de tweede keer in korte tijd een nieuw parlement. Toen ik Ganemos’ gendermedewerker Nieves Salobral voor het eerst ontmoette in mei 2015, stond ze afwachtend tegenover de samenwerking met Podemos, de bereidheid van de partij zich in te zetten voor feministische doelstellingen en het voeren van lokale politiek.
In de maanden die volgden, groeide haar vertrouwen in de partij, vooral nadat door Podemos een feministische kring werd opgericht, Podemos Feminismos, waaraan zij en andere vrouwen van andere groepen binnen Madrid werden gevraagd deel te nemen.
Bovendien gaf partijleider Pablo Iglesias zelf aan dat zijn politieke stijl ‘minder aanvallend’ was geworden dankzij Carmena, Colau en andere feministische leiders, die volgens hem ‘de toekomst van de politiek’ vertegenwoordigden.
Feministische leden van Podemos oefenden ook van binnenuit invloed uit op de partij. Podemos Feminismos zorgde er bijvoorbeeld voor dat zowel op regionaal als op nationaal niveau de verdeling van mannen en vrouwen in de partij maximaal 60/40 is, zowel in het voordeel van mannen als in dat van de vrouwen. De burgerraad van de partij bestaat standaard uit 31 vrouwen en 31 mannen.
Maar recent kreeg Podemos flinke kritiek te verduren toen partijleden Carolina Bescansa en Irene Montero, die tijdens een campagnebijeenkomst in de aanloop naar de verkiezingen op 26 juni naast Podemosleider Pablo Iglesias zaten, alleen op het eind aan het woord kwamen toen er een vraag werd gesteld over hoe vrouwen bij de campagne zouden worden betrokken.
Toen ik Salobral in december opnieuw sprak, maakte ze duidelijk dat ze hoe dan ook wil blijven focussen op wat vrouwen op gemeentelijk niveau bereiken kunnen, ook als Podemos de verkiezingen wint.
‘Natuurlijk zou het fantastisch zijn als Podemos wint. Maar er zijn ook andere manieren om veranderingen teweeg te brengen. Uiteindelijk gaat het erom dat we blijven doen wat we in Madrid begonnen zijn: allianties sluiten die de gemeenschap kunnen versterken.’
Deze productie kwam tot stand door bemiddeling van International Editor Maaike Goslinga. De vertaling uit het Engels is van Laura Weeda.
Correctie 24-6-2015: Een eerdere versie vermeldde dat Manuela Carmena de eerste vrouwelijke burgemeester was van Madrid. Dit is onjuist en aangepast.