De Shelldialogen (5): ‘Ik wil windmolens, maar werk in het walhalla van de olie- en gasindustrie’

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat
Foto: Anna Klevan (voor De Correspondent)

Haar vrienden vonden dat ze haar ziel aan de duivel verkocht toen ze voor Shell ging werken. Ze hoopte windmolens te gaan bouwen, maar ze werkt in Aberdeen, ‘het walhalla van de olie- en gasindustrie.’ In de vijfde editie van De Shelldialogen: een medewerker die waarschijnlijk vertrekt als Shell de komende jaren niet duurzamer wordt.

In een met Shellmedewerkers onderzoek ik hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering. Vandaag een medewerker die tijdens een diner werd overtuigd om voor Shell te gaan werken. Ze kreeg heftige reacties uit haar omgeving, maar voorlopig zet ze door.

(Hieronder haar volledige verhaal. Weinig tijd? Klik dan door naar

‘Als je mij drie jaar geleden had gevraagd waar ik zou gaan werken, was de kans groot dat ik had gezegd: niet bij Shell. Vooral omdat het beeld dat ik van Shell had niet echt overeenkomt met mijn idealen. Het beeld dat ik had was niet erg positief. Ik wist eigenlijk twee dingen: dat Shell bijna alle duurzame activiteiten afgestoten had - dat vond ik geen goed nieuws. En dat het een van de grootste olie- en gasbedrijven ter wereld was. Dat linkte niet met mijn ideaalbeeld: dat er op dit moment een hele grote push moet zijn naar meer schone energie uit bijvoorbeeld wind en zon.’

Foto: Anna Klevan (voor De Correspondent)

‘Dus ik heb nooit meegedaan aan early recruitment-activiteiten van Shell. Maar ik heb wel in Delft gestudeerd, dat is een vijver waarin veel wordt gevist. En tijdens een bedrijvendiner kwam ik aan een tafel te zitten met een hoge baas van de hr-afdeling van Shell. Die vroeg of ik interesse had om bij Shell te werken. En ik zei: ‘Nee, ik vind het allemaal niet zo goed wat jullie doen.’ Maar toen heb ik best lang met hem gepraat. Hij zei: ‘Als er alleen maar mensen bij ons komen werken die het fantastisch vinden hoe de huidige business eruitziet, dan komen we nooit echt verder. Eigenlijk hebben we wel behoefte aan mensen die niet 100 procent samenvallen met wat we nu doen.’ En dat is ook zo. Een bedrijf dat zo de nadruk legt op diversiteit in etniciteit, man-vrouwverhoudingen, enzovoort - dan is het ook belangrijk om een diversiteit in de mindset van mensen te hebben en hoe ze over de energietransitie denken.’

‘Dat heeft me wel aan het denken gezet en toen dacht ik: ja, het is heel makkelijk om ervan weg te lopen, maar je kunt ook je hersens gebruiken om een bijdrage te leveren om er wel voor te zorgen dat het de juiste kant opgaat. Mijn redenering was: if you can’t beat them, join them. Het is natuurlijk ook een balans, want een aantal aspecten van Shell trokken me wel heel erg aan. Bijvoorbeeld het feit dat het ontzettend divers en multicultureel is en er veel mogelijkheden zijn om in het veld te werken.’

‘Ik zit een beetje in een spagaat’

‘Uiteindelijk heb ik gesolliciteerd en ben ik aangenomen voor een graduate programme. Ik heb best geworsteld met de reactie van mijn vrienden. Die zeiden: ‘Goh, we hadden niet verwacht dat je daar terecht zou komen.’ ‘Verkoop je ziel niet aan de duivel.’ ‘Weet je zeker dat je je hersens voor dit bedrijf wil inzetten?’ Ik schrok behoorlijk van dat negativisme, dat raakte me wel. Zeker als je in het begin nog niks verandert nadat je daar bent gaan werken. In de eerste maanden leer je het bedrijf kennen, leer je veel over de industrie en zag ik weinig duurzame activiteiten. Maak je dan wel de juiste keuze? Ik heb toen iets gezegd in de trant van: ik begin er in elk geval en als ik over een paar maanden het idee heb dat het niet goed uitpakt, dan kan ik altijd weer weggaan.’

Ik wilde op het allerduurzaamste plekje beginnen. Dat is dus niet gelukt

‘Mijn ideaalbeeld was natuurlijk: ik ga op het allerduurzaamste plekje beginnen en ga dan bijvoorbeeld werken aan een windmolenproject van Shell. Dat is dus niet gelukt. Ik heb in mijn eerste jaar aan veel verschillende projecten gewerkt. Ik zit nu in de ontwikkeling van een olieproject, we bouwen een drijvend productieplatform. Het team, de uitdaging en het technische aspect van het project zijn fantastisch. Maar het draait wel om olie. Daardoor zit ik eigenlijk een beetje in een spagaat. Ik ben niet bezig met hetgeen waar ik eigenlijk van dacht: ja, dit wil ik doen. Waarmee ik niet wil suggereren dat ik mijn baan niet leuk vind. Ik vind het enorm leuk en leer erg veel. Het zou alleen nog beter zijn als het een duurzaam project zou zijn.’

‘Ik werk in het walhalla van de olie- en gasindustrie’

‘Ik werk vanuit Aberdeen, Schotland. Ik woon daar nu bijna een jaar. Aberdeen is een van de olie- en gaswalhalla’s. Hoe ik daar terecht ben gekomen? Ik zat in een technisch opleidingsprogramma en ik heb zelf aangegeven dat ik een rol wil waarin ik dicht bij de praktijk sta. Er zijn een paar plekken waar dat goed kan; denk in Nederland aan Moerdijk, Pernis, of offshore op de Noordzee. In Aberdeen was een plek beschikbaar bij een uitdagend project.’

Foto: Anna Klevan (voor De Correspondent)

‘Bijna ieder groot oliebedrijf heeft een substantieel kantoor in Aberdeen. De boringen op een groot deel van de Noordzee worden daarvandaan gemanaged. Vrijwel iedereen die er woont heeft wel een link met de industrie. Sommigen werken niet direct voor een olie- en gasbedrijf, maar voor een pijpleidingbedrijf of een IT-serviceleverancier. Het is echt een wereldje.’

‘Ik sprak een taxichauffeur die vertelde dat zijn klandizie met 60 procent is afgenomen sinds de olieprijs is gedaald. De lage olieprijs betekent weinig projecten, dus weinig werk. De werkloosheid stijgt en je hoort veel pessimistische geluiden over de toekomst van de olie- en gasindustrie. De meeste platformen zijn gebouwd in de jaren zeventig en er worden weinig nieuwe projecten opgestart.’

‘Je kunt het ook zien als kans: het waait daar heel hard, het ligt aan de kust - dus veel ruimte voor windparken. Maar in Aberdeen leeft dat nog nauwelijks. Olie en gas voeren echt nog de boventoon, vergeleken met bijvoorbeeld Nederland of andere steden in het Verenigd Koninkrijk of Schotland. In de kantoren in Nederland hoor je meer verhalen over nieuwe energievormen en is er veel interesse in de duurzame kant.’

‘In Aberdeen werken veel natuurliefhebbers die niet met duurzaamheid bezig zijn’

‘De stad Aberdeen is niet heel inspirerend, maar de natuur is fenomenaal. Ik ga elk weekend de natuur in. Wat ik opvallend vind: bijna alle mensen die ik ken die voor de olie- en gasindustrie werken, vinden de natuur daar ontzettend fijn. Ze vinden het fantastisch om met een rugzak op en een boterham mee te gaan, de Schotse Hooglanden in. Of te gaan kanoën, hiken, dat soort dingen.’

Ik was verrast toen ik hoorde dat de sjeik van Saoedi-Arabië een langetermijnvisie heeft waarin zonne-energie de hoofdrol speelt

‘Ik vind het wel een interessante tegenstelling: dat veel mensen die het fijn vinden om buiten te zijn en van de natuur te genieten en te wandelen, weinig met duurzaamheid bezig zijn. Voor mij gaan die dingen hand in hand: je geniet van de natuur en je wilt dat graag zo houden, dus je maakt je er druk om. Ik ben bezig met duurzaamheid – geen auto, vrijwel geen vlees, geïnteresseerd in de vele start-ups en ontwikkelingen op dit gebied. Maar dat geldt lang niet voor iedereen. Er zijn ook heel veel mensen die gesprekken over duurzaamheid niet zoveel uitmaken. Het boeit ze niet zo en ze laten de verwarming altijd aanstaan, bij wijze van spreken. Ze zien dat verband misschien niet, hebben er nog weinig over nagedacht. Het speelt gewoon niet zo. Ik had niet verwacht dat er wat dat betreft nog zoveel te winnen valt in Aberdeen.’

‘Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Ik heb bijvoorbeeld ook vrienden uit het Midden-Oosten, die er juist wel heel erg mee bezig zijn. Ik was verrast toen ik hoorde dat de sjeik van Saoedi-Arabië een enorme langetermijnvisie heeft waarin zonne-energie de hoofdrol speelt. Het is heel leuk als je blootgesteld wordt aan dat soort geluiden. Shell is ontzettend divers en multicultureel. In alle teams waarmee ik heb gewerkt leer je heel veel van andere nationaliteiten.’

‘Ik leer ontzettend veel voor later’

‘Ik ben wel echt blij met de keuze om naar Aberdeen te gaan. Het is heel leuk om de praktijk te zien. Ook al linkt het niet helemaal met mijn mindset, het project is fantastisch en het is juist soms heel leuk om in een andere wereld te leven dan je zelf zou kiezen. Ik zie het als een investering in de lange termijn. Ik merk gewoon dat ik veel leer over hoe het allemaal werkt. Zowel op technisch gebied als op non-technisch gebied zijn er aspecten die ook toepasbaar zijn op projecten in de duurzame sector. Als je bijvoorbeeld windmolens zou gaan bouwen moet je ook kijken: in welke fabriek moeten de rotorbladen gefabriceerd worden, hoe zorg je dat ze de juiste kwaliteit hebben? Hoe installeer je zo’n ding? Welke kraan heb je nodig? Dat vind ik het leukste, de uitvoering van zo’n project - daar ben ik nu ook mee bezig. Dat je met je helm op rondloopt op zo’n plek en ervoor moet zorgen dat het allemaal goed gaat.’

Foto: Anna Klevan (voor De Correspondent)

‘Dat ik nu leer hoe je iets in de Noordzee bouwt, dat is nuttig, wellicht ook voor duurzame projecten in de toekomst. Maar waar ik het meest van leer is: hoe manage je een project waar veel verschillende mensen aan werken, met verschillende stakeholders, contractors en subcontractors, met senior mannen die altijd verschillende ideeën hebben en niet altijd met elkaar willen praten. Ik vind het interessant om te zien wat de effectiefste manier is om dat op te lossen. Het is een uitdaging om iedereen tevreden te houden en ervoor te zorgen dat we vooruitgaan. Ik leer skills waar ik heel veel aan heb en die ik ook kan inzetten voor projecten in de duurzame sector.’

‘Het doet me denken aan een studieproject over waterstof als autobrandstof van de toekomst. En een deel van dat project was een statistische analyse van de perceptie van mensen over een waterstoftankstation. U woont nu naast een benzinestation, was de vraag, zou u het prettig vinden als we daar een waterstoftankstation van maken? De acceptatie was hoog in wijken met jonge mensen, maar veel lager in gebieden met veel senioren. Er was veel pessimisme over de veiligheid van zo’n station. Mensen denken bij waterstof aan explosies. Dan kan je nog zo goed zijn en een enorm superduurzaam waterstoftankstationnetwerk uitrollen. Maar dan moet je ook over dat soort dingen nadenken en veel aandacht besteden aan de maatschappelijke acceptatie, daar werd ik me toen bewust van. Het is niet alleen de technologie ontwikkelen en neerzetten, je moet ervoor gaan zorgen dat je ook de maatschappelijke kant niet vergeet.’

‘Ik denk dat Shell goed kan zijn in duurzame energie. Shell heeft de capaciteit om grootschalige projecten te doen. Een aantal technische vaardigheden heb je in mindere mate nodig bij duurzame projecten, maar de overall skills van samenwerking in multidisciplinaire en geïntegreerde projecten, daar heeft Shell al heel erg lang ervaring mee en processen voor - daar is goed over nagedacht. En als je op grote schaal duurzame projecten wil doen dan is dat ontzettend nuttig.’

‘Ik kan bijdragen aan een bredere mindset’

‘In mijn dagelijkse job heb ik weinig directe impact op de verduurzaming van het bedrijf. Ik kan niet zeggen: ik heb vijf dingen veranderd en dat heeft deze impact gehad. Maar ik kan wel bijdragen aan een bredere mindset. Ik denk dat dat een belangrijke stap is in die verandering, al is het misschien niet heel tastbaar. Door gesprekken met collega’s neem je mensen mee in jouw wereldbeeld. Ik zie steeds meer interesse en bijval voor het duurzame verhaal.’

Door gesprekken met collega’s neem je mensen mee in jouw wereldbeeld

‘Het is heel belangrijk iets goeds te doen voor de wereld, maar het is ook belangrijk dat je een uitdaging hebt en goed in je vel zit, dat je werk doet waar je blij van wordt. Voor mij is die technische uitdaging ook wel belangrijk. De nadruk ligt voor mij nu op leren, op het team en de uitdagingen binnen het project. Op een ander moment kan ik misschien wat meer mijn ideaalbeeld nastreven.’

‘Als je hogerop groeit en meer bevoegdheid krijgt, dan kun je door middel van jouw beslissingen er wel voor zorgen dat dingen de goede kant opgaan. Dat kan op een aantal manieren. Als je naar de levenscyclus van een project kijkt, dan heb je een aantal stadia. Helemaal aan het begin heb je de analyse van verschillende concepten. Stel je hebt drie concepten waarvan er één minder geld oplevert, maar wel duurzaam is. En een ander project is economischer, maar olie of gas. Als jij aan de tafel zit bij die beslissingen, dan kun je daar invloed op uitoefenen. Zeker nu het budget beperkt is en een klein percentage van alle projecten door kan gaan.’

‘Vergelijk het met veiligheid. Shell heeft veiligheid als value driver number one. Ik geloof dat Shell bepaalde licenties heeft gekregen omdat overheden vertrouwen hebben in de kwaliteit, betrouwbaarheid en veiligheid van dit bedrijf. Voor sommige projecten is Shell misschien niet de allergoedkoopste optie. Het feit dat je dan toch de voorkeur krijgt is een samenspel van vertrouwen, kwaliteit, veiligheid en het economische plaatje. Dat is een langetermijneffect van het feit dat je altijd zo veilig bezig bent. Ik geloof echt dat veiligheid over een paar jaar nog net zo belangrijk is, maar dan is een tweede pijler voor overheden om vergunningen te verlenen: hoe goed ben jij bezig met duurzame ontwikkeling en hoe goed kun jij duurzame projecten neerzetten? Om daar groot in te worden moet je je bewijzen en laten zien dat je dat niet alleen doet om je reputatie een beetje groen te maken. Ik denk dat je op basis van deze redenering projecten kunt doen waarvan het huidige economische plaatje minder aantrekkelijk is dan een olie- en gasproject, maar die dus op de lange termijn beter zijn. Je hoort mensen binnen Shell er op deze manier over praten, het leeft. Dat vind ik een heel goed teken.’

‘We kunnen fossiele brandstoffen in de grond laten zitten’

‘Shell is nog niet groen. We zitten in een groeiproces, dus er is een balans tussen duurzaam en niet-duurzaam en ik weet 100 procent zeker dat die balans steeds meer naar duurzaam gaat. Ik weet niet wanneer, maar op een gegeven moment kun je fossiele brandstoffen in de grond laten zitten. Ik geloof niet dat we alles nodig hebben en op gaan maken, absoluut niet.’

Foto: Anna Klevan (voor De Correspondent)

‘Ik begrijp wel dat Shell niet alle olie- en gasactiviteiten afstoot, en dat het bestaande velden helemaal leeg wil pompen. Je hebt de put geboord, dus je wilt die olie produceren, die keuze snap ik vanuit economisch perspectief volledig. We zijn nu op plek A en we moeten naar plek B. Ik zie het als een spectrum. Je hebt nu kolen, olie en gas, dan biobrandstof en dan alle hele duurzame goede technieken. Nu zijn alle duurzame dingen maar een paar procent, en je moet dus een shift maken waarbij je stapje voor stapje die andere kant op groeit. Of je het leuk vindt of niet: er zit voorlopig een stukje Aberdeen bij. Maar ik hoop dat het aandeel olie uiteindelijk zo klein mogelijk is. Ik zou het ook niet ‘zonde’ vinden als die olie in de grond bleef zitten.’

‘Het systeem dat we nu hebben, functioneert op prikkels en die kun je beïnvloeden. Het gaat niet snel, maar je kunt het systeem wel veranderen. Dan gaat het niet alleen om Shell. Je kunt een enorm causaal model maken van alles wat op elkaar inspeelt. Je hebt wat Shell doet, wat overheden doen, wat de investeerders doen. Als alles een beetje in de juiste richting pusht, dan versterkt dat elkaar. Ik denk dat de verandering ook wel sneller zal gaan als de jongere generatie meer invloed krijgt. Ik heb er wel goede hoop op dat de prikkels voor Shell in de komende jaren meer de goede richting opgaan als de jonge generatie steeds meer beslissingsbevoegdheid krijgt.’

‘De groene mindset binnen Shell groeit, nu de investeringsbeslissingen nog’

‘De uitdaging voor Shell is om niet achter die ontwikkelingen aan te lopen maar een voorloper te zijn. Dat mag wat mij betreft wel wat sneller gaan. Je ziet dat er nu al behoorlijk veel gebeurt. Je hoort van binnenuit al veel interesse in duurzame projecten. In de conceptfase hoor je nu dat er aandacht voor is, daar word ik heel blij van. Ik zou helemaal blij zijn als ik over drie jaar zie dat die mindset, die nu aan het opkomen is, wordt omgezet in echte investeringsbeslissingen. Het is heel leuk om mensen enthousiast te maken, maar uiteindelijk moeten er wel beslissingen worden gemaakt. Dan zie ik het wel goedkomen. Ik zeg niet: in vijf jaar moet het gebeurd zijn, maar ik wil dat die stijgende lijn doorzet en dat die over vijf jaar stijgender is dan dat-ie nu is. Anders ben ik weg.’

De uitdaging voor Shell is om niet achter de ontwikkelingen aan te lopen, maar een voorloper te zijn

‘Waar ik dan zou gaan werken? Mijn ideale rol is nog steeds wel dat ik aan de technische kant van een duurzaam project zit. Dat is nog een beetje een niche, maar ik denk dat je daar door ervaring door de jaren heen wel naartoe kunt groeien. Als ik kijk naar mogelijke posities voor na mijn huidige baan, kijk ik altijd: staat er al iets op het intranet van Shell over wind? Staat er al iets over zon? Ik heb ook wel gekeken naar projecten van de Wereldbank. Die doet veel infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden. Daar komen uitdagingen op technisch en sociaal gebied samen. Ik zou er denk ik veel energie van krijgen als ik daar ter plekke een bijdrage aan kan leveren.’