De Nintendo 64 in de backstageruimte is bezet. Woodie wijst ernaar met de anderhalveliterfles Fanta in zijn hand. ‘That’s fucked up. I wanna play Mario Kart, man.’ Maar al waren de zitzakken voor de kleine televisie leeg geweest, hij heeft geen tijd om te spelen.

Hij moet richting het café waar hij straks interviews geeft. Daarna handdoeken regelen bij de stagemanager ‘‘cause I’m a sweaty bastard’ en richting het podium van een glazen gebouw midden in de botanische tuinen van Brussel, waar hij vanavond optreedt. ‘Er hangt een skelet in die zaal, hè? Van een actual dinosaur. That’s crazy.’

Woodie Smalls (20), die eigenlijk Sylvestre Salumu heet en uit het Vlaamse Sint-Niklaas komt, spreekt de helft van de tijd Engels. ‘Ik hou gewoon niet van Vlaams. Zeker niet om in te rappen. Mensen worden boos als ik dat zeg, maar je kunt niet overal van houden. Purple shoes, for example. Fuck purple shoes.’

In afwachting van de interviews zakt hij steeds dieper weg in zijn stoel, tot zijn benen onder tafel de mijne raken. ‘Sorry. Long legs. Meisjes verschieten als ze me voor het eerst in het echt zien, omdat ik ‘Smalls’ heet.’ Woods is bijna twee meter lang, met brede, hoekige schouders. Een voormalig basketballer; hij stopte ermee om zich vol op de muziek te storten.

Die klinkt als de hiphop uit het gouden tijdperk van de jaren negentig: klassieke boom bap-beats, soulvolle melodieën, woordspelingen in accentloos Engels. Eerder dit jaar mocht hij ermee optreden op het Amerikaanse een van de grootste festivals ter wereld.

YouTube
Beluister hier zijn de single waarmee hij doorbrak: ‘Champion Sound.’

Hij voelde zich thuis in Amerika. ‘Daar, en in Nederland op een bepaalde manier ook, is hiphop iets natuurlijks. Het is er gewoon, je hoeft het niet uit te leggen. In België heb je bijna niks, en als ik hier al optredens heb, is het vaak op evenementen waar ik de enige rapper ben. Soms gaat dat goed, dan kun je mensen verrassen, maar soms tref je zalen waarin iedereen elkaar aan staat te kijken van: ‘The fuck that nigga doin’?’

In Amerika was alles anders. ‘Als je als groep zwarte jongens door Sint-Niklaas loopt, word je constant aangestaard. Op de middelbare school was ik de enige zwarte jongen, toen ik een bijbaantje ging zoeken kreeg ik nergens de kans - mijn witte vrienden werden aangenomen voor baantjes waarvoor ik eerder afgewezen werd. Intussen zaten mijn vader en moeder op me te zagen.’

Via een vriend kreeg hij uiteindelijk een baantje in een ramenfabriek. ‘Ik verplaatste honderd ramen per dag. Weet je hoe zwaar die zijn? En mijn baas, man. I hated that nigga. Toen mijn single ‘Champion Sound’ uitkwam en het goed bleek te doen, dacht ik ineens: Maybe I don’t need to be carrying windows no more.’

YouTube
De eerste single die hij daarna uitbracht was ‘About the Dutch’, check hem hier

Aandacht voor Woodie Smalls

Sony Music was het met hem eens en gaf hem een platencontract. Sinds het uitkomen van zijn eerste album vorig jaar, staat hij continu in de belangstelling. Bij waar hij na zijn aankondiging eerst een selfie met Matthijs van Nieuwkerk nam. In de immense Lotto Arena in Antwerpen, waar hij afgelopen woensdag na de EK-wedstrijd tegen Zweden optrad voor duizenden voetbalfans die er op groot scherm naar de pot hadden gekeken. Op de tientallen festivals in Nederland, België en Frankrijk waar hij deze zomer staat.

Na zijn show op Paaspop in Schijndel, afgelopen maart, waar hij als een bezetene over het podium stuiterde en de hele zaal ‘Fuck Donald Trump’ liet scanderen, sprak ik hem aan in de coulissen. Hij dacht dat ik een fan was en ik kreeg een knuffel, maar ik wilde hem volgen, interviewen, ontdekken hoe een bizar getalenteerde jonge rapper uit een Belgische slaapstad opereert.

‘Of het niet raar is om zo jong al succesvol te zijn. Hoe beantwoord je dat? Ik weet niet hoe het anders zou zijn’

En nu hoor ik in de verte de Nintendoërs juichen in een Brusselse backstage terwijl Smalls wat zweet wegveegt en speelt met de dop van zijn Fantafles. Hij waarschuwt een man even verderop, die op een kapotte stoel dreigt te gaan zitten. Vertelt me over zijn zusje van twaalf, dat mooie verhalen schrijft maar te verlegen is om ze voor te lezen. Over zijn broer, die professioneel basketballer is voor BC Oostende. Over waarom hij denkt dat aliens bestaan.

Een journalist komt het café binnen. Woodie zwaait, fluistert me toe: ‘Ze vragen altijd hetzelfde. Altijd over mijn leeftijd. Of het niet raar is om zo jong al succesvol te zijn. Hoe beantwoord je dat? Ik weet niet hoe het anders zou zijn.’ Woods is net twintig geworden.

De eerste journalist komt en gaat, de tweede journalist komt en gaat. Een derde gaat nu tegenover hem zitten. Hij legt het derde volgeschreven notitieblok op tafel en maakt dezelfde grap als zijn twee voorgangers. ‘Niet schrikken. Ik heb veel opgeschreven, maar ik ga dit niet allemaal vragen hoor, ha-ha.’

Dan, voor de derde keer sinds we hier zitten, dezelfde vragen. Geen gekke vragen, maar Woods beantwoordt ze intussen op de automatische piloot, steeds glimlachend. Hoe oud hij was toen hij begon met rappen (acht, zijn oom had een studiootje in huis en ontdekte zijn talent). Waarom hij in het Engels rapt (hij kan zich zo beter uitdrukken, het klinkt mooier en het internationale potentieel is groter). Wanneer zijn nieuwe album komt en wat zijn toekomstdromen zijn (internationaal doorbreken, gelukkig zijn).

Als de journalist vraagt hoe dat nu is voor hem, om zo jong al zo succesvol te zijn, kijkt Woods eerst even mijn kant op voor hij antwoord geeft. Hij grijnst.

Waar het Woodie Smalls om te doen is

Mensen blij maken, dat wil hij met zijn muziek. Hij zegt het tegen mij, en tegen de andere journalisten, met zo’n grote glimlach dat het cliché hem is vergeven. Want Woodie Smalls predikt positiviteit. Hij rapt over kleine, tastbare onderwerpen: van school gaan en niet weten of je het gaat redden in de muziek. Over wiet, over meisjes, over zijn vrienden. En over zijn vader, die een tijd kanker had en hem inspireerde om nog harder te gaan werken.

Ik loop het café uit, waar zijn vrienden op een trap zitten. Een reus in een shirt met ijscoprint reikt me een joint aan. ‘You smoke? Ik ben Badara, trouwens.’ Badara Niasse, beter bekend onder zijn artiestennaam K1D, staat elk optreden naast Woodie Smalls. Niet zijn , niet zijn backing vocalist, maar een minstens zo begenadigd artiest die in alle nummers meerapt - en die het voorlopig geen probleem lijkt te vinden om zijn vijf jaar jongere ‘broertje’ alle eer te geven. Na de zomer komt hij met een eigen plaat.

YouTube
Beluister hier ‘Trilllogy’ van K1D

Niasse is een van de beste vrienden van Woods en maakt deel uit van een die betrokken is bij alle optredens. Ze zijn allemaal tussen de twintig en de vijfentwintig en kennen elkaar van kinds af aan.

Younes ‘Jones’ Badrani groeide op in dezelfde straat als Woodie Smalls. Intussen is hij zijn dj, tourmanager en als enige van de vrienden in het bezit van een auto - dus hij is meestal ook de chauffeur van en naar optredens.

Mounsiff ‘Regulator’ Azmani is de producer van Woodie Smalls’ nummers. Een nonchalante jongen in een Guns ‘n Roses-shirt, met een joint achter zijn oor en een charmante grijns. Twee meisjes die langslopen kijken hem aan alsof ze ter plekke hun broek gaan laten zakken.

De vierde vriend is Denis Gieskes, een jongen in een Standaard Luikshirt met Yannis MboMbo’s naam op de rug. Hij is verantwoordelijk voor de merchandise en zijn komische timing is ongeëvenaard. Wacht steeds af tot zijn vrienden klaar zijn met de grote verhalen die ze elkaar vertellen en gooit er dan met uitgestreken gezicht een nog betere grap bovenop.

Het verschil tussen België en Nederland

Woodie is klaar met zijn interviews, de Nintendo 64 is nog steeds bezet, de handdoeken zijn gebracht. In een kleedkamer van twee bij twee, met een rode wasbak, een krappe douchecabine en een handtekening van Stromae op de muur, maken de jongens zich klaar voor hun optreden. Een bus deo gaat rond, schoenen worden aan- en weer uitgetrokken, Badara draagt een stuk uit voor als ware het een gedicht. Er wordt gelachen, geschreeuwd, het gesprek gaat van complottheorieën naar meisjes en van muziek naar racisme; er ontstaat een discussie over in hoeverre afkomst en kleur een rol spelen in de Vlaamse hiphop in vergelijking met de Nederlandse.

‘Elke fan is een blessing, maar dit is niet voor iedereen’

Als Smalls erachter komt dat mijn moeder zwart is, springt hij uit z’n stoel: ‘Je bent net als Aan hem zie je het ook niet. Maar jullie Nederlanders hebben veel nigga’s man. En jullie hebben ook racisme, maar de hiphopgame is zo groot dat het vaker wordt besproken. Jullie hebben en België heeft…

De stagemanager stuurt de jongens richting podium voor hun show. Woodie Smalls rent snel de trap richting het podium op, maar de vrouw die hem kwam halen heeft het even gemist. Ze staat in de gang te roepen naar Badara, waarvan ze denkt dat het Smalls is. ‘Je moet op!’ Woods roept van bovenaan de trap terug dat hij er al is, maar ze hoort hem niet. ‘She don’t know who’s who, this is so funny.’

Ervan uitgaan dat mensen hem kennen doet hij sowieso niet. Dat mensen zijn muziek kennen, of waarderen, evenmin. ‘Elke fan is een blessing, maar dit is niet voor iedereen.’ Als het tijd is om op te gaan en er maar tien mensen (en een dinosaurusskelet) in de zaal staan, roept hij: ‘We gaan gewoon doen wat we altijd doen.’ Tien minuten later staat de zaal vol.

YouTube
Bekijk hier de 101Barz sessie van Woodie Smalls en K1D

Het mooiste optreden

Na het optreden: eten. Er komt soep op tafel. We hadden het net over Smalls’ woonplaats Sint-Niklaas, waar hij nauwelijks mensen kent maar sinds zijn bekendheid een gezellige schare haters blijkt te hebben. Hij duwt de soep een stukje van zich af, trekt zijn telefoon uit zijn zak en laat een foto zien. ‘Dit is bij het skatepark in mijn stad.’ Op de zijkant van een ramp staat met zwarte graffiti: ‘Fuck Woodie.’

Hij vindt het prachtig. ‘Dit is gewoon part of the madness: haat, speculaties, roddels.’ Over die roddels: toen er een paar maanden geleden op Snapchat van Woods, samen met een van Amerika’s grootste rappers, ging even het verhaal dat ze samen een track hadden opgenomen.

Zijn ogen worden groot als ik hem ernaar vraag, hij buigt lachend naar me toe. ‘Nooo. I wish. Ik was gewoon in Amsterdam en we kwamen hem toevallig tegen. Hij wist niet hoe Snapchat werkte dus ik liet het hem zien.’ Ook op de vraag of ze samen iets gaan doen op het grootste hiphopfestival van Nederland, slaat hij zijn handen voor zijn mond. ‘Ik vraag me af, als ik hem daar tegen mag komen, of hij me nog herkent. Ik heb niet eens tegen hem gezegd dat ik muziek maak, I’m too shy.’

Woo Hah! dus, het optreden waar Woodie Smalls het meeste naar uitkijkt van allemaal. Zijn naam gedrukt op hetzelfde affiche als die van zijn grote helden uit Amerika. In 2015 wilde hij al gaan, maar hij had geen geld voor een kaartje.

Als we na het eten in de botanische tuin staan, stelt een meisje met vlechtjes zich voor aan de rapper. Ze vond zijn show heel goed. Dan gaat ze een stukje verderop staan, bij haar vrienden. Smalls tikt me aan. ‘She cute.’ Toch durft hij niet naar haar toe te lopen. Zij blijft oogcontact met hem zoeken, maar hij kijkt naar de Vans aan zijn voeten. Na een paar minuten loopt ze weg, Younes stompt zijn vriend op de bovenarm. Denis haalt zijn schouders op en lacht. ‘Hij is verlegen. Hij heeft nog niet in de gaten wie hij is.’

Al onze verhalen over o.a. media, maatschappij en beeldvorming in je mail ontvangen? Je kunt je hier inschrijven voor onze maatschappij & hiphopnieuwsbrief. We versturen hem om de week, met elke keer een overzicht van al onze eigen producties, plus een overzicht van de mooiste verhalen en video’s uit andere media. Schrijf je hier in

Lees ook:

Hoe rapgroep Broederliefde elkaar overeind hield en nu op nummer 1 staat Hun album kwam op één binnen in de Nederlandse Album Top 100 en hun muziek klinkt in Rotterdam overal op straat. Ik ging langs bij Broederliefde, een voetballende vriendengroep uit Spangen en een van de populairste acts van dit moment. Lees het verhaal van Saul van Stapele hier terug Zeven momenten waarop hiphop de geschiedenis veranderde (en andersom) Hiphop wordt vaak geassocieerd met agressie, criminaliteit, seksisme. Maar het is óók een van de politiekste en invloedrijkste muziekgenres ter wereld. Hoe werd hiphop de muzikale taal van talloze verzetsbewegingen? Ik tekende een kleine geschiedenis op. Lees het verhaal van Malique Mohamud hier terug Niemand kent de Nederlandse achterbuurten zo goed als Hef Geen enkele Nederlandse rapper kan zo soepel en beeldend vertellen over het straatleven in Nederlandse achterbuurten. En niemand weet er zoveel mensen mee te bereiken. Zonder twijfel is Hef een van de toonaangevendste artiesten in de Nederlandse rapwereld. Nu net zijn nieuwe album uit is, loop ik een dag met hem mee. Lees het verhaal van Thomas Heerma van Voss hier terug