Dit betekent vlees eten voor onze planeet

Evert Nieuwenhuis
Journalist, gespecialiseerd in duurzaamheid
Een man zit klaar om een grote kalkoen te verorberen rond 1945. Foto: Lambert / Getty Images

Twee flinke entrecotes leiden tot evenveel broeikasgassen als een autorit van Amsterdam naar Barneveld. Maar eet je 80 procent plantaardig en 20 procent vlees of vis, dan bespaar je 9 procent van jouw totale CO2-uitstoot voor voeding. Wat zijn de gevolgen van vlees eten voor klimaat en milieu?

De conclusie van dit artikel kan ik alvast verklappen: vlees heeft een disproportioneel grote

Geen wereldschokkende stelling, maar voor naar een duurzame voedselproductie wil ik zo precies mogelijk omschrijven hoe groot de ecologische gevolgen van een plakje ham, kipfilet of biefstuk zijn.

In komende artikelen ga ik op zoek naar hoe duurzame veeteelt eruit kan zien en hoe consumenten aangezet kunnen worden

Maar nu eerst de cijfers. Wat is de milieubelasting van vleesconsumptie en hoe verhoudt die zich tot andere eiwitbronnen? En hoe zou de wereld eruitzien als iedereen flexi- of vegetariër wordt?

De impact van de vee-industrie op het klimaat

Het produceren van voedsel kost veel grondstoffen (zoals kunstmest, brandstof voor landbouwvoertuigen, et cetera) en is goed voor meer dan een kwart van alle door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen.

Een overgroot deel van die uitstoot – volgens tot wel 80 procent – is het gevolg van Volgens de Wereldvoedselorganisatie (FAO) is de mondiale veeteelt verantwoordelijk voor bijna 15 procent van alle aan menselijk gedrag gerelateerde broeikasgassen.

De FAO verwacht dat de wereldwijde consumptie van vlees per persoon in 2050 met 40 procent is toegenomen

De milieulast van veeteelt zal bovendien toenemen. De FAO verwacht dat de wereldwijde consumptie van vlees per persoon in 2050 met 40 procent is toegenomen ten opzichte van 2010 (in opkomende landen zal die groei zelfs 70 procent zijn, is De wereldbevolking is dan naar verwachting ruim 9,6 miljard zielen groot, wat betekent dat de mondiale veestapel fors

Infographic: De Correspondent. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving

Dan de Nederlandse situatie. Volgens het is 11 procent van de totale hoeveelheid broeikasgassen die Nederland uitstoot (lachgas, methaan en koolstofdioxide) afkomstig uit de veeteelt. Overigens eten we al dat vlees niet zelf op: ruim driekwart van in Nederland geproduceerd vlees is voor Maar: ‘Als je de Nederlandse veestapel verdeelt over de inwoners, dan zou elke inwoner bijna 5 kippen en een eigen varken hebben; per 4 personen zouden we een koe bezitten,’ schrijft

Per jaar wordt er voor elke Nederlander circa 76 kilo vlees geproduceerd (rund, varken en kip samen), ruim twee keer zoveel als vijftig jaar De laatste jaren eten Nederlanders wel steeds minder vlees. De afgelopen tien jaar was de daling circa 5 procent en nog maar een kwart eet iedere dag vlees bij

Hoe gaan we al die dieren voeden?

Veeteelt vraagt veel ruimte. Niet zozeer het houden van het vee, als wel het produceren van het voer voor de dieren. Voor de productie van een kilo biefstuk is gemiddeld 25 kilo voer nodig, en dat moet Van het mondiale landbouwareaal is 75 procent in gebruik voor de productie van veevoer en

Dit is veel, want vlees, zuivel en eieren leveren slechts 17 procent van alle calorieën die de wereld tot zich neemt. Helaas heeft de wereld niet heel veel geschikte landbouwgrond over, tenzij we nog meer regenwoud kappen.

Ook de Nederlandse vleesconsumptie (dus niet wat we produceren en exporteren) vraagt relatief veel grond, met name in Brazilië. In totaal is voor het produceren van alle Nederlandse consumptie circa 10 miljoen hectare grond nodig – drie keer het Nederlandse landoppervlak.

Infographic: De Correspondent. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving

Bijna de helft van onze voetafdruk betreft zo landbouwgrond voor de productie van voedsel. De productie van vlees, zuivel en eieren vraagt bovenproportioneel veel ruimte:

De uitstoot van broeikasgassen en het dreigende ruimtegebruik zijn niet de enige schadelijke gevolgen van onze vleeslust. Zo leidt de huidige manier van veeteelt ook tot overmatig gebruik van en vragen al die dieren en het telen van hun

Welk dier vervuilt dan het meest?

Het ene dier is het andere niet: runderen eten meer en ander voer dan kippen. Runderen (of preciezer geformuleerd: de productie van rundvlees) vragen ook de meeste ruimte en stoten de meeste broeikasgassen uit (met name omdat ze veel methaan produceren), gevolgd door varkens en kippen. Een biefstuk heeft dan ook een grotere milieu-impact dan een kipfiletje.

De schade kan overigens aardig in de papieren lopen: twee flinke entrecotes leiden tot evenveel broeikasgassen als een autorit van Amsterdam naar kippenepicentrum Barneveld.

Infographic: De Correspondent. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving

Hierboven zie je dan nog de uitstoot van broeikasgassen en landverbruik van enkele vleessoorten en Het gaat om gemiddelden: Braziliaans rundvlees leidt tot meer broeikasgassen (43 kilo CO2-equivalenten per kilo vlees) dan Nederlands rundvlees (31 kilo CO2-equivalenten per kilo

Wat nu als we allemaal flexi- of vegetariër worden?

Hoe lekker veel mensen vlees ook vinden, het is helaas een weinig efficiënte manier om aan calorieën of eiwitten te komen. In de woorden van hoogleraar Voedingsleer Martijn Katan: ‘Als we granen of bonen zelf opeten kun je daar veel meer mensen mee voeden dan als we ze eerst aan dieren voeren ter productie van

Minder vleesconsumptie is dan ook onvermijdelijk om te proberen de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius en een groeiende wereldbevolking te voorzien van voldoende veilig en betaalbaar voedsel. Concreter: wanneer alle Europeanen vegetarisch zouden eten (geen vleesproducten en eieren), behaalt de EU al voor 2020 de helft van haar milieudoelstellingen.

Mínder vlees eten zet trouwens ook al flink wat zoden aan de dijk. Recent onderzoek berekende dat als de wereldbevolking zou overstappen op een vleesarm dieet (maximaal 43 gram rood vlees per dag), de mondiale uitstoot van voedselgerelateerde broeikasgassen in 2050 met 7 procent is toegenomen, in plaats van de voorspelde 51 procent (waarbij aangenomen wordt dat de mondiale vleesconsumptie met 75 procent toeneemt, in lijn met de voorspellingen van de

Infographic: De Correspondent. Bron: Planbureau voor de Leefomgeving

Dus, wat moet ik hiermee?

Laten we het nog concreter maken. Wat nu als jij minder ham, biefstuk en

In het gemiddelde Nederlandse dieet komt ruim de helft van de CO2-uitstoot voor rekening van dierlijke producten: 32 procent voor vlees en en 19 procent voor en eieren. Minder vlees en zuivel en meer plantaardige producten eten kan dus heel wat uitmaken.

Verschuif je deze verhouding van 80 procent plantaardig en 20 procent vlees of vis, dan bespaar je 9 procent van jouw totale CO2-uitstoot voor voeding

Neem het avondeten. Een gemiddelde Nederlandse maaltijd bestaat voor 70 procent uit groenten en aardappel, pasta of rijst en voor 30 procent uit vlees. Verschuif je deze verhouding van 80 procent plantaardig en 20 procent vlees of vis, dan bespaar je 9 procent van jouw totale CO2-uitstoot voor voeding. Doe je dit een jaar, dan staat je besparing gelijk aan zeven jaar koken op een elektrische kookplaat of vijf jaar lang je koelkast aan laten Kassa.

Een verschuiving van 30 naar 20 procent vlees op je bord zul je nauwelijks proeven, maar misschien heb je geen tijd om je gehaktballen en hamlapjes nauwkeurig te wegen. Je kunt het ook eenvoudiger houden en bijvoorbeeld twee dagen per week vegetarisch eten. Je vermindert dan je voedinggerelateerde CO2-uitstoot met ruim 6 procent. Eet je elke dag vegetarisch, dan is de besparing .

Cijfers zijn ook maar… cijfers

Cijfers zijn belangrijk, maar hebben ook hun beperkingen, zeker als het om de milieulast van voedsel gaat. Verschillende onderzoeken, hoe degelijk uitgevoerd ook, komen tot andere cijfers. Hier zijn meerdere oorzaken voor, waaronder:

  • Regionale verschillen: de resultaten van een onderzoek uitgevoerd in het ene land zijn niet altijd toepasbaar op een ander land. Ik heb daarom zo veel mogelijk cijfers gebruikt die aansluiten bij de Nederlandse situatie.
  • Een bekend twistpunt is ‘Land Use Change’ (LUC). Als regenwoud gekapt wordt om veevoer te telen, heeft dat effect op de totale hoeveelheid uitgestoten en opgenomen CO2. Sommige onderzoeken nemen deze effecten mee, andere niet. Daarnaast bestaat er onenigheid over hoe groot die effecten zijn.
  • Bottum-up versus top-down: Maak je een lijstje van alles wat je eet (bottom-up) en vermenigvuldig je dit met de CO2-uitstoot per product die berekend is in life cycle analysis (LCA’s), dan kun je tot de helft lager uitkomen dan wanneer je uitrekent wat jouw aandeel in het totale voedselsysteem is (top-down). Er is discussie over wat de beste manier van berekenen is.
  • Koeien leveren vlees maar ook zuivel en leer; schapen geven melk, vlees en wol en kippen produceren naast eieren ook vlees. Aan welk van deze producten schrijf je de uitstoot van broeikasgassen toe? Niet elk onderzoek doet dat op dezelfde manier.
  • Als mensen minder vlees eten, leven ze langer en gezonder – en eten tijdens hun leven dus ook meer voedsel. Hoe verreken je dit effect? De meningen verschillen.

Met andere woorden: onderzoeksresultaten kunnen van elkaar verschillen, maar de conclusie blijft: steeds meer mensen gaan meer vlees eten, en de ecologische voetafdruk van die vleesconsumptie is groter dan de aarde aankan.

Kan veeteelt duurzamer en zo ja, hoe? En hoe kunnen we mensen minder vlees laten eten? In de komende artikelen ga ik hier dieper op in.

Lees ook: