Waarom ook wij de meest gelezen blogger van China moeten lezen
Han Han is de meest gelezen blogger van China. En succesvol autocoureur. Zestig van zijn blogposts zijn onlangs in het Nederlands vertaald en in boekvorm verschenen. Ik leg uit waarom ook wij in Nederland hem zouden moeten lezen.
Met meer dan 595 miljoen hits is Han Han (1982) de meest gelezen blogger van China en van de wereld. Daarnaast is hij een van China’s beste autocoureurs. Het racen leerde hij door middel van de inkomsten van zijn bestsellers. Zhu Jingshu, een Chinese onderzoeker aan de Universiteit Leiden, las Han Hans boeken stiekem in bed toen ze op de middelbare school zat. ‘Hij was voortijdig gestopt met school dus mijn ouders vonden hem geen goed voorbeeld. Maar wij vonden hem allemaal geweldig rebels.’ Een paar jaar later werd Han Han dankzij zijn populaire blog een publiek intellectueel die met zijn vlijmscherpe maatschappelijke kritiek verwoordde wat veel Chinezen dachten. Opeens lazen ook de ouders van Han Hans jonge fans hem.
Subtiele satire
Voor Chinese begrippen heeft Han Han uitzonderlijk veel lezers. De meeste maatschappijcritici schrijven voor een klein publiek, of worden volledig gecensureerd als ze te populair worden. Dat dit Han Han niet is overkomen, heeft hij waarschijnlijk te danken aan zijn subtiele satire. Hij omschrijft rampen en misstanden van een ironische afstand en laat zijn lezers zelf de verbanden leggen.
Han Han omschrijft rampen en misstanden van een ironische afstand en laat zijn lezers zelf de verbanden leggen
Een goed voorbeeld hiervan is zijn essay over de ramp met twee hogesnelheidstreinen in juni 2011. De autoriteiten stopten al snel met de reddingsoperatie en begroeven de ontspoorde wagons terwijl er nog iemand inzat. Op sociale media was ongelooflijk veel aandacht voor de ramp, ondanks dat autoriteiten de berichtgeving probeerden in te perken. In de blog ‘Ons land valt uit elkaar’ beschrijft Han Han het incident vanuit het oogpunt van China’s politieke leiders:
‘Als je vroeger met de trein van Shanghai naar Beijing wilde, deed je daar een dag en een nacht over, en nu – als je niet door de bliksem geraakt wordt tenminste – doe je er maar vijf uur over. Waarom ben je niet dankbaar? Waarom trek je alles zo in twijfel? Er doet zich inderdaad af en toe een veiligheidsincident voor, maar de hoogste leiders van de centrale overheid hebben hun betrokkenheid al getoond en er zijn zelfs mensen gestuurd om de vragen van jullie journalisten te beantwoorden.’
De zogenaamd verongelijkte toon van de Chinese autoriteiten, die zich onbegrepen voelen door een volk dat niet snapt dat een ramp af en toe ‘gewoon de prijs is die je betaalt voor ontwikkeling,’ raakte een gevoelige snaar. Han Hans blog verdween na een paar uur van zijn website, maar was al duizenden malen gedeeld.
Zo werkt Han Han altijd binnen het grijze gebied van de Chinese internetcensuur. En vertelt hij ook openlijk over hoe hij zelfcensuur toepast. Toch worden zijn meest kritische stukken vaak kort na publicatie verwijderd.
Niet radicaal
Han Han is nu voor het eerst in boekvorm in het Nederlands te lezen. Mijn generatie is een verzameling van zo’n zestig blogposts geschreven tussen 2006 en 2012. Hoewel Han Han juist betoogt dat ‘zijn’ generatie maar weinig collectieve kenmerken heeft, is hij uitgegroeid tot een belangrijke woordvoerder van jong China (na 1980). Met zijn kritische essays over de groeiende sociale ongelijkheid en de onverschillige houding die machthebbers daar tegenover aannemen, ontkracht hij de veelgehoorde kritiek dat de jongere generaties alleen maar zouden bestaan uit hyperconsumenten met een gebrek aan maatschappelijke betrokkenheid.
In veel posts uit Han Han kritiek op de krampachtige manier waarop China zijn reputatie probeert te controleren. Hij vraagt zich af wat nationalisme eigenlijk betekent en waarom China zo ‘snel beledigd’ is als het gaat om andere geluiden, zoals die van activisten voor een onafhankelijk Tibet. Dat komt hem geregeld op kritiek te staan.
Han Han vraagt zich af wat nationalisme betekent en waarom China zo ‘snel beledigd’ is als het gaat om andere geluiden, zoals die van activisten voor een onafhankelijk Tibet
De bundel eindigt met drie veelbesproken essays over revolutie, democratie en vrijheid die Han Han eind 2011 schreef. Han Hans denkbeelden blijken niet zo radicaal te zijn als veel van zijn fans hoopten. Zo zou revolutie slecht zijn voor China. ‘Hij zal zich wel inhouden vanwege de censuur,’ werd er in binnen- en buitenland gespeculeerd. Maar misschien lijkt Han Han ook hierin wel op de rest van zijn generatie, die politiek vrij gematigd is.
Sindsdien blogt Han Han minder. Eén van de redenen daarvoor zou zijn dat het hoogtepunt van het bloggertijdperk in China voorbij is. Han Han heeft de overstap naar nieuwere sociale media, zoals het twitterachtige Weibo, niet gemaakt. Die ‘eigengeilerij’ is niks voor hem. Daarnaast haakten veel lezers af toen Han Han er in 2012 van werd beschuldigd dat zijn blogs en boeken eigenlijk door zijn vader of zelfs door een team van ghost writers worden geschreven. Zijn vertalers zagen daar overigens geen tekenen van terug.
Waarom zou jij Han Han lezen?
Hoe interessant is Chinese actualiteit, vaak al van een paar jaar geleden voor Nederlandse lezers vandaag? Hoewel Han Han af en toe wat lang ingaat op een specifiek corruptieschandaal of celebritydrama, is de bundel wel degelijk toegankelijk, ook zonder veel voorkennis. Dit is te danken aan een uitstekende vertaling, rechtstreeks uit het Chinees en niet – zoals vaak gebeurt – via het Engels. Vertaalsters Annelous Stiggelbout en Mathilda Banfield weten Han Hans droge betrokkenheid, die vaak verstopt zit in ingewikkeld taalspel en gedachtesprongen, goed over te brengen zonder dat het de leesbaarheid in de weg zit.
En waarom zou jij, ‘jij daar achter de computer’, zoals Han Han zijn lezers aanspreekt, het lezen? Allereerst vanwege die directe toon, waarmee hij zich richt tot Chinese lezers en die in de vertaling scherp overkomt. Han Hans reflecties op wereldwijde thema’s, van de rol die nieuwe media spelen in ons leven tot ondoorzichtige politiek en onschuldig uitziend nationalisme, zijn ook hier relevant. Waarom is er een tv-programma dat ‘Ik hou van Holland’ heet? Wat bedoelen politici als ze ons vertellen dat ze ‘ook minder Europa’ willen? Han Han roept op tot zelfreflectie: ‘Willen we de waarheid, of willen we de waarheid die we willen?’
Han Han roept tot op zelfreflectie: ‘Willen we de waarheid, of willen we de waarheid die we willen?’
Daarnaast laat de bundel zien hoe zulke onderwerpen in China besproken worden. Zoals honderden miljoenen mensen het ’s avonds ter ontspanning achter hun computer willen lezen. Han Han vormt een welkome afwisseling op de, vooral oudere Chinese schrijvers en activisten als kunstenaar Ai Weiwei, die tot nu toe vooral in het buitenland te horen waren. Tot slot vormt het boek een ideaal aanknopingspunt voor een interessant gesprek met je Chinese vriend, kennis, collega of mede-student. Fan of niet, op de vraag ‘Wat vind je van de blogs van Han Han?’ zal zeker een lach en een antwoord volgen. Misschien ook een idee voor Gordon.