In 2014 kreeg ik bericht van de kleuterschool van mijn zoontje. Ze deden een “reloefening” met de driejarigen.

Het was november en in mijn stad, St. Louis, was de ‘noodtoestand’ afgekondigd. Reden: de naderende tegen Darren Wilson, de agent die Michael Brown, een zwarte tiener, in augustus dat jaar had doodgeschoten in Ferguson, wat leidde tot massale protesten tegen politiegeweld.

Het antwoord op de protesten tegen het politiegeweld was nog meer politiegeweld, toen agenten traangas inzetten en rubberen kogels afvuurden op rouwende menigten. Terwijl St. Louis die herfst gespannen de afwachtte, doken op drukbezochte plekken zoals winkelcentra tanks op en patrouilleerden soldaten voor dichtgetimmerde winkels. Het dagelijks leven raakte gemilitariseerd en inwoners van St. Louis, zowel zwart als wit, zetten zich schrap voor de gevolgen van wat onvermijdelijk leek: het uitblijven van

Waar iedereen bang voor was

In deze periode hadden de inwoners van St. Louis veel vragen, zoals: zou de stad in komen te staan? Zouden het eeuwenoude racisme en politiegeweld eindelijk een halt worden toegeroepen nu politiecorruptie internationaal op de agenda stond? En: hoe breng je kinderen groot in een stad als deze, in een land als dit?

Hoe breng je kinderen groot in een stad als deze, in een land als dit?

De “reloefening” van mijn zoontje was een wanhopige poging orde te scheppen in een tijd waarin alles onvoorspelbaar en onzeker leek. Mensen in St. Louis wisten niet meer wie ze konden vertrouwen als de autoriteiten de veroorzakers waren van het geweld dat diezelfde autoriteiten juist moesten zien te voorkomen.

Ook de aanstaande – die zoals iedereen vanwege de voorgeschiedenis al wist in het voordeel van de politie zou uitvallen – sprak tot de publieke verbeelding. Burgers waren bang voor grootschalige wetteloosheid en vernielingen. Activisten voorzagen hervormingen en gerechtigheid en hadden hoop dat de chaos in Ferguson de regering er eindelijk toe zou zetten politiemannen te straffen voor het geweld dat ze tegen zwarte burgers gebruikten.

Politieagenten tijdens een demonstratie van de beweging Black Lives Matter in New York op 8 juli 2016. Foto: Kena Betancur / AFP

Wat er echt gebeurde

Maar niets van dit alles. Wat er daadwerkelijk in St. Louis gebeurde was veel erger. Heel even werd de status quo omgekeerd, in het volle besef van wat die status quo was: systematisch, racistisch politiegeweld. Eén nacht stonden een paar blokken van Ferguson in brand. Daarna werden de straten schoongeveegd en de winkels weer geopend. Er werden onderzoekscommissies in het leven geroepen, die rapporten publiceerden waar vervolgens niets mee werd gedaan. En de noodtoestand werd weer opgeheven – waarna het vermoorden van zwarte mannen gewoon doorging.

Sinds augustus 2014, toen Michael Brown werd vermoord, zijn door agenten in St. Louis dertien mannen om dubieuze redenen gedood. Een van hen was wit. Vrijwel geen van de daders werd juridisch vervolgd. Sommigen werden geprezen, of kregen zelfs geld, zoals in het geval van Wilson, die bijna een miljoen dollar aan donaties binnenkreeg.

Dit patroon herhaalde zich door het hele land: de moord op Tamir Rice in Ohio, Freddie Gray in Maryland, Walter Scott in South Carolina en anderen leidden stuk voor stuk tot demonstraties maar nauwelijks tot maatregelen. Ook hier gold weer: de verantwoordelijke politiemannen werden zelden vervolgd, laat staan veroordeeld.

De Amerikaanse media benadrukten de tekortkomingen of fouten van het slachtoffer – zelfs in het geval van Rice, die twaalf jaar oud was en in het park aan het spelen toen hij door de politie werd doodgeschoten. De politiemoorden op zwarte mannen werden ofwel gerechtvaardigd ofwel afgedaan als ‘vergissing’, een term die het trauma van de betrokkenen ernstig tekortdoet. Iemands leven is weggenomen zonder dat er ook maar enig vooruitzicht op gerechtigheid is voor degenen die in rouw achterblijven.

Kort na 4 juli werden Alton Sterling uit Louisiana en Philando Castile uit Minnesota door de politie gedood. Beide moorden werden vastgelegd op video. In het geval van Castile deed zijn vriendin zelfs verslag van zijn dood op Facebook Live. De video’s waren niet alleen schokkend door de beelden die ze toonden, maar ook vanwege het besef dat er weinig kans was dat ze verschil zouden maken.

Veel Amerikanen herinneren zich dat vijfentwintig jaar geleden door een omstander werd vastgelegd hoe Rodney King in Los Angeles bruut in elkaar werd geslagen door de politie. De documentatie van politiegeweld was op dat moment nieuw en deed bij velen de hoop ontstaan dat de agenten gestraft zouden worden. Maar die werden vrijgesproken – waarop in Los Angeles de rellen losbarstten.

Deze nachtmerrie herhaalt zich in Amerika keer op keer. De technologie mag zich dan verder ontwikkelen, het geweld van politiemannen tegen zwarte burgers blijft onveranderd.

Politieagenten tijdens een demonstratie van de beweging Black Lives Matter in New York op 8 juli 2016. Foto: Kena Betancur / AFP

Wat een oud-slaaf in 1852 al zag

Op 5 juli 1852 hield Frederick Douglass, een sociaal hervormer die als slaaf was geboren maar erin slaagde naar New York te ontsnappen, een toespraak over wat 4 julivoor Amerikanen betekent:

Amerika is oneerlijk over haar verleden, oneerlijk over haar heden en hard op weg oneerlijk te zijn over haar toekomst

‘Ik zal deze dag en wat hem kenmerkt beschouwen vanuit het oogpunt van de slaaf. En als ik me vereenzelvig met de slaven van Amerika, zodat hun onrecht het mijne wordt, kan ik niet anders dan vanuit het diepst van mijn ziel verklaren dat het karakter en het gedrag van deze natie me nooit zwarter toeschenen dan op deze Fourth of July! Of we nou kijken naar de verklaringen uit het verleden of naar de ontwikkelingen van nu, het gedrag van de natie is steeds even afschuwelijk als weerzinwekkend. Amerika is oneerlijk over zijn verleden, oneerlijk over zijn heden, en verbindt zich er plechtig toe oneerlijk te zijn over zijn toekomst.’

Alton Sterling werd exact 164 jaar na Douglass’ toespraak vermoord – in een Amerika dat nog altijd oneerlijk is over zijn verleden, oneerlijk over zijn heden en hard op weg is oneerlijk te zijn over zijn toekomst.

Politieagenten tijdens een demonstratie van de beweging Black Lives Matter in New York op 8 juli 2016. Foto: Kena Betancur / AFP

"Het gesprek" dat elke zwarte Amerikaan met zijn kind moet voeren

In de nasleep van de schietpartijen van de politie op zwarte burgers roepen prominente Amerikanen doorgaans op tot een ‘conversation on race.’ Maar daarin bedienen ze zich vooral van eufemismen. Politici verwijzen naar de moorden als ‘politie-gerelateerde incidenten,’ een beschrijving die zo vaag is dat ze zou kunnen slaan op vrijwel alles waar enige vorm van rechtshandhaving aan te pas komt. De politie geeft verklaringen af waarin ze dingen zegt als ‘er werden schoten gelost,’ alsof schoten zomaar ineens vanuit ijle lucht ontstaan, en niet door een politieman werden afgevuurd op het lichaam van een zwarte man, die vervolgens stierf. De waarheid benoemen – ‘Amerikaanse politiemannen kunnen zonder reden zwarte mannen doodschieten, en worden daarvoor niet gestraft’ – zou medeleven met de slachtoffers opwekken en de betreffende politiemannen neerzetten als wat ze feitelijk zijn: door de staat gesanctioneerde beulen. En dat is niet de bedoeling.

Geen enkele Amerikaan wil het gevoel hebben dat degenen die ons moeten dienen en beschermen ermee wegkomen als ze ons in plaats daarvan doden. Alleen hebben niet-zwarte Amerikanen de keuze om zich hier al dan niet druk om te maken, terwijl het voor de zwarte Amerikanen een kwestie van overleven is. Niet-zwarte Amerikanen kunnen het onderwerp vermijden, terwijl zwarte Amerikanen gedwongen zijn “het gesprek” met hun kinderen te voeren en van generatie op generatie lessen door te geven over hoe je confrontaties met de politie overleeft. De kloof tussen zwart en niet-zwart Amerika die Douglass in zijn toespraak beschrijft duurt voort tot op de dag van vandaag, en dit is mede het gevolg van de weigering van niet-zwarte Amerikanen om gericht geweld tegen hun zwarte medeburgers te beschouwen als een gedeeld probleem. Dit maakt dat ze medeplichtig zijn.

Niet-zwarte Amerikanen hebben de keuze om zich er druk om te maken, voor zwarte Amerikanen is het een kwestie van overleven

Diezelfde week waarin mijn driejarige zoontje “reloefeningen” kreeg op de crèche, was mijn dochter, die toen in groep 3 zat, bij de bushalte aan het spelen met andere, zonder uitzondering zwarte kinderen van haar school. (We leven in een overwegend zwarte buurt in St. Louis.) Terwijl ze op de bus wachtten renden ze lachend achter elkaar aan met stokken, totdat een van de jongere kinderen riep: ‘Laat me gaan of ik bel de politie!’

‘Niet de politie bellen!’ riepen de andere kinderen in koor. Het spel was in één keer afgelopen. Een tienjarig meisje vertelde dat haar familie een keer de politie had gebeld voor hulp, wat erop uitliep dat een agent haar oom zonder aanleiding mishandelde en arresteerde. De oudere kinderen knikten. Nooit de politie bellen, waarschuwden ze. De politie is niet te vertrouwen. Mijn dochter, de enige witte, keek me verdwaasd aan.

De buurt waar ik woon is niet gevaarlijk of crimineel. Het is een heel gewone buurt, maar de zwarte kinderen die er wonen hebben blijkbaar genoeg verhalen gehoord over het wangedrag van de politie om bang te worden van het onschuldige grapje van de tweedegroeper. Mijn dochter kende zulke verhalen niet, en die avond voerde ik met haar de witte versie van “het gesprek”, waarin ik vertelde wat er nog geen tien kilometer bij ons vandaan met Michael Brown was gebeurd in Ferguson, en dat zij en haar broertje als witte Amerikanen geen risico liepen. Toen ze me huilend vroeg of wat Michael Brown was overkomen haar klasgenootjes op een dag ook zou kunnen overkomen, kon ik niet anders dan bevestigend antwoorden.

Politieagenten tijdens een demonstratie van de beweging Black Lives Matter in New York op 8 juli 2016. Foto: Kena Betancur / AFP

Het probleem dat witte Amerikanen weigeren te onderkennen

Bij de moord op Sterling en Castile ging veel aandacht uit naar het videomateriaal waarop hun dood te zien was – harde documentatie die bewijst wat zwarte Amerikanen al zo lang zeggen. Amerikanen weten inmiddels dat het vastleggen van politiegeweld geen garantie biedt voor gerechtigheid. Maar hoewel het inderdaad een gotspe is dat videomateriaal als bewijslast niet doorslaggevend is, is nog veel erger dat we zulk materiaal nodig blijken te hebben. Al eeuwenlang spreken zwarte Amerikanen zich uit over misbruik van de politie – niet alleen als slachtoffers, ook als getuigen. Het probleem was nooit een gebrek aan bewijs. Het probleem is de weigering van het niet-zwarte publiek om iets met de getuigenissen te doen.

Achter in Philando Castiles auto keek een vier jaar oud meisje toe hoe haar moeder verslag deed van zijn dood. Ze werd getuige van een door de staat gesanctioneerde moord. Als er geen video bestond, zouden mensen haar verhaal dan geloven? Zouden ze haar moeder geloven? Zouden ze verhalen geloven van andere zwarte kinderen wier families te maken hadden met racisme, mishandeling of zelfs moord door de politie? Of zijn ook onze kinderen de dupe van wat Douglass in zijn toespraak benoemde – een Amerika dat oneerlijk is over zijn toekomst, door te weigeren zijn eigen fouten en tekortkomingen onder ogen te zien?

Dit verhaal is vertaald uit het Engels door Laura Weeda

Update: In een eerdere versie was per abuis een alinea over Rodney King weggevallen. Deze is in de huidige versie toegevoegd.

Eerder stond dat St. Louis de beslissing "van de rechter" afwachtte in de zaak-Wilson, dit moet zijn: van de grand jury.Deze jury besliste of Wilson vervolgd moest worden."In het proces" moet dan ook "in de zaak" zijn. Ook dit is na de eerste publicatie aangepast.

We publiceren Sarah ook in het Engels

On the ground in Flyover Country Much of our news comes from the East or the West Coast. But what about that vast space in between, the ‘Flyover Country’? Home to more than half the nation’s people, it is here in the American heartland that presidents are made. Join me in the run-up to the November election, as I report on the U.S. from Middle America. Lees het verhaal van Sarah hier terug What I had to tell my daughter about the America of her black classmates For centuries, black Americans have been systematically brutalized. Now that we have video evidence – going viral – you would expect things to change. But even video cannot open the eyes of those who refuse to see. Lees het verhaal van Sarah hier terug

Meer lezen over onze correspondent Amerika voor Europeanen?

Volg je onze nieuwe correspondent Amerika voor Europeanen al? Met een prachtige en vaak ook vileine pen beschrijft onze nieuwe correspondent Sarah Kendzior het Midden-Westen, het ‘vergeten’ deel van Amerika. Ze verklaart de gebeurtenissen in haar land waar veel analisten maar geen verklaring voor kunnen vinden. Lees hier waarom de hoofdredacteur zo blij is met onze nieuwe correspondent Wat je niet begrijpt van Amerika, als je er alleen overheen vliegt Journalistiek over Amerika komt meestal van een van de twee kusten. Daartussenin ligt ‘Flyover Country,’ het deel van Amerika waar ook Amerikanen zelf nauwelijks iets van weten. Toch is het daar, in het hartland van Amerika, dat verkiezingen worden beslist. De komende maanden ben ik jullie gids in een land dat zich in verwarde toestand opmaakt voor de Presidentsverkiezingen. Lees hier hoe Sarah zich voorstelt Interview: Wie het Amerika (én Nederland) van nu wil begrijpen, moet @sarahkendzior volgen Schrijver en antropoloog Sarah Kendzior beschreef de voedingsbodem voor de onrust in Ferguson lang voordat Ferguson wereldnieuws werd. Ze is een van de interessantste stemmen om te volgen als je het huidige Amerika wil begrijpen - of het Nederland van nu. Naar aanleiding van haar nieuwe boek sprak ik met haar over ongelijkheid, de oorlog tegen pechvogels en de schoonheid van klagen. Lees het interview van Arjen met Sarah