Deze maand kwam een nieuw boek uit bij Oxford University Press, dat twee van mijn grootste interesses samenbrengt:

  1. Noodhulp
  2. Saaie oplossingen

Een kleine toelichting.

In 2014 reisde ik een jaar lang de wereld rond met fotograaf Pieter van den Boogert om in kaart te brengen hoe noodhulp werkt. Hulp na rampen is zoiets waar altijd kritiek op is: het is te traag, te weinig of te chaotisch. Ik wilde uitzoeken: hoe kan dat? Hoe werkt noodhulp, en hoe kan het beter? Het leverde een serie van zo’n op.

Dat is één.

Dan twee. Een paar maanden geleden gaf ik een met de titel Why saving the world is actually really boring. Ik hield voor een saaiere aanpak van ontwikkelingswerk: minder focussen op zielige kindjes met hongerbuikjes, en meer op technocraten onder systeemplafonds. Want de échte vooruitgang voor arme mensen zit in het verbeteren van de bureaucratie in hun land. De échte oplossingen, zijn vaak heel saai.

Het nieuwe boek van Daniel Clarke en Stefan Dercon, Dull Disasters? How planning ahead will make a difference, lijkt wel een frontale botsing van deze twee onderwerpen. ‘We willen noodhulp na rampen minder emotioneel, minder politiek en minder headline-grabbing maken,’ lees je in de inleiding. Met andere woorden: ‘rampen moeten saaier worden.’

Noodhulp als een verzekering

De auteurs doen een voorstel voor een nieuw soort noodhulp: overheden, hulporganisaties en de Wereldbank zouden voordat rampen plaatsvinden afspraken moeten maken over wie wat doet, en wie wat betaalt. Eigenlijk zoals een verzekeringsysteem. Het moet duidelijk zijn welke risico’s gedekt worden, wie er verantwoordelijk is voor de financiering en wie voor de uitvoering.

Klinkt logisch, maar gebeurt in de praktijk nu vrijwel nooit.

Wat Clarke en Dercon voorstellen is een wereld zonder de schokkende beelden op het journaal, de oproepen om geld te doneren en de chaos in een rampgebied

Op een paar mooie voorbeelden na. Neem Kenia. Daar biedt het Hunger Safety Net Programme zo’n 400.000 veehouders een verzekering tegen droogte: wanneer de regenval onder een voorafgesproken minimum zakt, krijgen alle veehouders een uitkering van een hulporganisatie. Op die manier zullen de veehouders niet doodgaan van de honger én kunnen ze met een gerust hart investeren in hun vee (zonder bang te zijn dat hun geiten en koeien doodgaan in de volgende droogte). In jaren dat er géén droogte is krijgen alleen de armste 100.000 boeren een uitkering, die betaald wordt door de Keniaanse overheid.

Nog een mooi voorbeeld: in Mexico hebben de overheid en bedrijven afspraken gemaakt over wie wat betaalt als infrastructuur beschadigd raakt in een aardbeving. Door verantwoordelijkheden van tevoren vast te leggen, heeft iedereen er belang bij dat de wegen, scholen en ziekenhuizen zó gebouwd worden dat ze zo min mogelijk risico op beschadiging lopen bij een aardbeving. En: de reconstructie gaat een stuk sneller.

Wat Clarke en Dercon voorstellen is een wereld zonder de schokkende beelden op het journaal, de oproepen om geld te doneren op Giro555 en de chaos van duizenden hulporganisaties in een rampgebied.

Wat zij voorstellen is een wereld van accountants, financiële managers, data, regels en goed voorbereide logistiek. Een wereld waarin rampen eigenlijk gewoon saai worden.

In die wereld wil ik wel leven.

Het boek online lezen? Dat kan! Het is gratis beschikbaar op de website van de Wereldbank. Hier vind je het volledige boek Wil je op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Conflict & Ontwikkeling ben ik op zoek naar manieren om de wereld een beetje beter te maken. Wil je weten wat ik zoal tegenkom op mijn zoektocht? In mijn tweewekelijkse nieuwsbrief tip ik je het beste wat ik lees, zie en hoor over mijn onderwerp. Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief Wat is oersaai en gaat de wereld redden? (Hint: wij hebben er een hekel aan) Wat hebben arme mensen het meest nodig? Voedsel? Gezondheidszorg? Onderwijs? Nee. Het antwoord is tegelijkertijd doodsimpel en verrassend. Wat arme mensen het meest nodig hebben, leeft onder tl-licht en systeemplafonds. Lees mijn verhaal hier terug Het noodhulpsysteem kan zelf wel wat hulp gebruiken Genève is een van de duurste steden ter wereld, en tegelijkertijd het hart van de humanitaire noodhulp. In de stad krioelt het van de organisaties die mensen in nood proberen te helpen. Maar het systeem is zo complex geworden dat het onderhand zelf hulp nodig heeft. Lees hier het onderzoek ter plaatse