Voor wie op #EuroPride niet alleen wil feesten, maar ook wil lezen: dit was onze Roze Maand
Zo’n vijftig jaar na het uitbreken van de seksuele revolutie vonden we het tijd om de balans op te maken. Hoe gaat het eigenlijk met lesbiennes, homo’s, bi’s, transgenders en queers in Nederland? Lees hier wat onze ‘roze redactie’ hierover blootlegde.
De afgelopen maand stond in het teken van de homo-emancipatie. Hoe staat het daar eigenlijk mee? En dan niet per se in landen ver weg, maar in ons eigen deel van de wereld? We hoopten daarmee een aanzet te geven voor een nieuwe ‘roze’ agenda. Waar moet de emancipatie de komende vijftig jaar over gaan?
We begonnen met een oproep, want bij De Correspondent betrekken we onze leden zo vroeg en zo vaak mogelijk bij onze onderzoeken.
Vervolgens kondigden we eind juni onze ‘Roze Maand’ aan:
In de maand juli verschenen er vrijwel iedere dag nieuwe artikelen, podcasts en documentaires. Want, zo stelde initiatiefnamer Laurens Buijs in het openingsartikel van de maand:
‘Nederlanders zijn Europees koploper LHBTQIA-gemeenschap maar áls LHBTQIA’s dan onderling affectie tonen in het openbaar wordt dat nog altijd als veel aanstootgevender gezien dan wanneer hetero’s dat doen.’
‘Amsterdam staat wereldwijd nog altijd goed op de kaart als een gay capital, maar uit onderzoek naar antihomogeweld in de hoofdstad blijkt dat nog altijd tientallen keren per jaar aangifte wordt gedaan van discriminatoir fysiek geweld.’
‘Dit is precies wat ik in mijn werk als sociaal wetenschapper en activist ‘de Nederlandse paradox’ ben gaan noemen.’
Om te beginnen vroegen we ons - in week 1 - af:
Waar hebben we eigenlijk over als het over LHBTQIA hebben?
Lees om te beginnen ons lexicon, waar werkelijk ieder ‘roze’ begrip de revue passeerde:
Maar als je alleen maar via begrippen en definities naar dit onderwerp kijkt, dan mis je de essentie. We vroegen we ons dan ook af: is seksualiteit iets wat je doet of wat je bent? Dat leverde dit mooie, veel gedeelde stuk op van Clarice Gargard:
En er viel ons nog iets op: het zijn toch vaak de homomannen geweest die het gezicht van de homobeweging waren. Waar waren de lesbiennes al die tijd? Maaike Meijer is op precies die vraag gepromoveerd en schreef er voor ons een inzichtelijk stuk over:
Maar: hoe inclusief we ook probeerden te zijn, er is altijd wel een correspondent die nog een blinde vlek vindt. Watercorrespondent Tamar Stelling wees ons terecht: ‘Jullie hebben het alleen over mensen. Maar 70 procent van de seks vindt onder water plaats.’ We vroegen haar eens in de wereld van de onderwaterseks te duiken. Zij trof een wereld zonder taboes aan:
Aan het eind van onze eerste week gekomen rees ook bij lezers de vraag: wat moeten we eigenlijk bakken van al die variaties en definities? Tijd voor een goed gesprek, onder leiding van onze gendercorrespondent Lisa Peters:
In Week 2 onderzochten we de beeldvorming:
Hoe worden LHBTQIA’ers in beeld gebracht (en brengen ze zichelf in beeld)?
Misschien wel het meest stereotype beeld van een homo is dat van een exorbitant uitgedoste feestganger die zich uitleeft in het nachtleven vol wilde seks met vreemden. Met dat beeld trapten we deze week dan ook af.
Want: hoewel het voor lang niet voor iedereen opgaat, komt dit stereotype ook weer niet uit de lucht vallen. Wie diep in de Amsterdamse gayscene duikt kan een nachtleven vinden waarin seksuele grenzen worden opgezocht en overschreden. Laurens Buijs vroeg zich af: leidt dat nu tot vrijheid of verslaving?
Nog zo’n roze stereotype: de uitzinnig uitgedoste trannie. Correspondent Vooroordelen Vera Mulder keek naar RuPaul’s Drag Race. Haar conclusie: ‘De show is een feest op het gebied van diversiteit, creativiteit, drama, woordgrappen en popcultuur.’
Lees er hier meer over:
Maar wat is eigenlijk de keerzijde van het plaatsen van dit soort etiketten? Cultuurcorrespondent Nina Polak las het werk van Andreas Burnier, die transgender was in een tijd waarin dat woord nog niet bestond:
Gelukkig wordt de beeldvorming steeds diverser. In de tv-serie Transparent wordt een vader bijvoorbeeld vrouw. Henk van Straten vertelt waarom je deze serie niet mag missen:
Tv-programma’s en tv-series zijn nog altijd beeldbepalend, maar vanzelfsprekend is online beeldvorming minstens zo belangrijk. Dat riep bij ons de vraag op: hoe zien homo’s zichzelf eigenlijk? Op sociale media en dating-apps is sexy de norm. Lars Dellemann vraagt zich af of de emancipatie daar wel mee gediend is:
In week 3 vroegen we ons af: hoe ziet een nieuwe homoagenda er uit?
De roze agenda van de toekomst
We sloten onze ‘roze maand’ af met een blik op de toekomst. Waar valt nog winst te behalen? Dat is ook waar ons project verder gaat. Want met een ‘roze maand’ is onze aandacht voor dit onderwerp niet ineens verdwenen. Als schoten voor de boeg keken we alvast naar de positie van ‘roze gezinnen’, naar homo-acceptatie op de werkvloer en de emancipatie van moslimhomo’s.
En we vroegen aandacht voor misschien wel de meest onbekende uit het LHBTQIA-rijtje: de I van intersekseconditie:
We eindigden met twee stukken die een blik in de verre toekomst werpen. Simone van Saarloos draaide het om: wat als exclusieve heteroseksualiteit een fetisj wordt en queer de norm is?
En Nina Polak beschouwde tot besluit van deze maand het thema dat als een rode, pardon roze, draad door deze maand heen liep: helpen die hokjes nu, of niet? Het onderscheid tussen heteronormativiteit en queer is vals, leerde ze van schrijfster Maggie Nelson. Queer is iets voor iedereen.
Nog niet uitgelezen?
Nina Polak selecteerde drie tijdloze Engelstalige essays die het debat over een nieuwe roze agenda buiten ons taalgebied hebben bepaald. Ze schreef er deze aanbeveling over:
Liever luisteren?
Lex Bohlmeijer interviewde in zijn wekelijkse podcast twee veteranen uit de homobeweging over de vraag waar het volgens hun nu over zou moeten gaan: