Het is pas zes uur ‘s ochtends, maar een meisje loopt al naar school omdat de grond onder haar blote voeten later op de ochtend te heet zal worden. Haar kroeshaar is naar achteren gebonden in vlechten, haar schooluniform stijf geperst.

Af en toe stopt ze om van de schaduw onder een palmentak te genieten, of om te luisteren naar de knalgele om haar heen. Soms moet ze wegduiken voor een overrijpe die uit een boom valt.

Ze loopt richting Paramaribo, vanaf het park in de Bijlmer waar ik dit precies 7.739 kilometer richting het zuidwesten. Zes weken varen, als je de boot zou nemen. Vliegtuigen die kant op waren er nog niet: dit verhaal speelt zich af in 1940.

Het meisje komt aan op school, neemt plaats in haar bank. Het is een gebouw met ramen zonder ruiten, zodat de hitte een beetje weg kan. Eerste les van de dag: vaderlandse geschiedenis.

De kinderen staan op, ze hebben een lied geleerd en moeten dat nu voorzingen. En het klinkt in koor:

Waar de blanke top der duinenSchittert in de zonnegloedEn de Noordzee vriendelijk bruisendNeêrlands smalle kust begroetJuich ik aan het vlakke strand‘k Heb u lief, mijn Nederland!

Dat meisje op die zandweg was mijn oma. En dit is een van de liedjes die ze leerde op haar basisschool in Suriname.

Ze had nog nooit een duin gezien.

De Noordzee? Geen idee.

Maar dit lied kende ze uit haar hoofd, samen met nog een stuk of dertig Hollandse klassiekers. Verplichte kost. Ook wist ze van molens, van tulpen. Ze wist van de grote Hollandse zeevaarders. Van de successen van de VOC.

Van de slavernij en de kolonisatie van haar eigen land, direct de reden dat hier een zwarte schoolklas over duinen stond te zingen, wist ze ook. Maar dat leerde ze thuis.

Suriname was toen ze opgroeide nog een kolonie van Nederland, en op eenzelfde manier had ons land zich daar het onderwijs toegeëigend. Zorgvuldig samengesteld om de gemoederen rustig te houden, niet te veel te benadrukken hoe zwart de eeuw hiervoor was geweest en op welke manier de Surinaamse bevolking nog altijd onderdrukt werd door haar kolonisator.

Suriname is inmiddels los van Nederland, maar de overzeese band blijft bestaan: 400.000 Surinamers en hun kinderen en kleinkinderen wonen in Nederland.

Wat ik, haar kleindochter, zestig jaar later zelf over Suriname leerde op school?

Een groot gedeelte van gaat over de manier waarop de huidige Nederlandse rijksdelen verkeerd, of zelfs helemaal niet, gerepresenteerd worden in zogenaamd de miniatuurversie van ons koninkrijk. Maar waar is Willemstad dan? Die maquette een paar jaar geleden en kwam nooit terug.

Ook schitteren in afwezigheid, en van ‘typisch Nederlandse’ bezienswaardigheden wordt over hun soms gruwelijke ontstaan niet gerept. Het zou nou eenmaal superongezellig zijn om, ik noem maar wat, roodgekleurd water door de Amsterdamse minigrachten te laten lopen - als symbool voor het slavengeld waardoor ze konden worden uitgegraven.

Hierover discussiëren kun je lullig noemen: wat maakt het immers uit dat een amusementspark zich richt op wat léuk is?

Wat het ontbreken van (h)erkenning doet met je zelfbeeld

Toch legt deze discussie, letterlijk op microniveau, een groter probleem bloot. De manier waarop de huidige Nederlandse geschiedenis en culturele canon tekortschieten op het gebied van onze overzeese geschiedenis en alles wat daar uit voort is gekomen. Een groot deel van ons fortuin, wrange banden met landen over de hele wereld, en uiteindelijk ook voor een groot deel de multiculturele samenleving waar we al dan niet positief de mond van vol hebben.

Maar wat doet het met je zelfbeeld en de mate waarin je je thuisvoelt, als je als niet-witte Nederlander in Nederland woont en jouw geschiedenis of die van je ouders of grootouders simpelweg niet lijkt te bestaan?

Waar plaats je jezelf binnen een maatschappij waarin je cultureel erfgoed niet erkend wordt?

Het verhaal van mijn oma is er een voorbeeld van. Zij werd in Suriname voorbereid op het Nederland van Madurodam, het Nederland waarop onze geschiedenisboeken ook nu nog grotendeels zijn gebaseerd.

Wat mijn oma wel hoorde? Apengeluiden als ze het lef had in haar eentje naar de winkel te lopen

Een Nederland dat niet bleek te bestaan, zo ontdekte oma toen ze op haar twintigste verliefd werd op mijn Hollandse opa. Hij was in die tijd militair in Suriname en oma reisde hem achterna toen hij terug naar Nederland ging. Zes weken lang op een boot. 7.739 kilometer.

Maar ze was voorbereid. Ze zou aankomen in Nederland en daar de blanke top der duinen zien. De Noordzee zou vriendelijk bruisen, mensen zouden aan het vlakke strand staan, juichend: ‘Ik heb u lief, mijn vaderland!’

Die duinen heeft ze gezien, maar het was echt te koud om erbovenop te klimmen. Dat juichen heeft ze nooit gehoord.

Wat ze wel hoorde? Apengeluiden als ze het lef had in haar eentje naar de winkel te lopen. Afkeurend gesmoes als zij en mijn opa hand en hand over straat gingen. En het woord nee. Dat hoorde ze ook.

Nee, je krijgt geen werk. Nee, je mag hier niet wonen. Nee, je bent niet welkom. En, toen ze zwanger was van mijn moeder: nee, je mag niet blijven. Mijn opa werd aangeraden haar terug op de boot te zetten voor het te laat was. Hij weigerde.

Mijn oma was dus voorbereid op een niet-bestaand Nederland, en het Nederland dat wél bleek te bestaan was niet voorbereid op haar.

Voor het Nederland dat ze leerde kennen was haar kleur haar karakter. Niet haar schuine grappen, niet haar schoonheid, niet haar gulheid. Haar kleur was wie ze was, en wat ze mócht zijn.

Hoe anders was dat geweest als haar nieuwe witte landgenoten op hún bassischolen hadden geleerd over de slavernij? Over de koloniale jaren na de afschaffing daarvan? Of over de rijke cultuur en eigen geschiedenis van Suriname? Over de muziek, over de vechtlust, over de humor?

Was er dan meer begrip geweest? Had mijn oma zich thuisgevoeld?

Rapper en theatermaker Akwasi dat samenleven pas echt gaat lukken als elke Nederlander zich gerepresenteerd voelt. Dat begint bij een volledige geschiedenis, zodat mensen snappen hoe de multiculturele maatschappij tot stand is gekomen, en ook niet-witte Nederlanders zichzelf terug kunnen vinden in wat ze geleerd wordt op school.

En hij heeft gelijk: jezelf thuis voelen, erkend, valt of staat bij herkenbaarheid. Onze vaderlandse geschiedenis zou de geschiedenis moeten zijn van haar mensen. Al haar mensen.

Een slogan van Madurodam is ‘Ontdek de verhalen van Nederland’.

Dus laten we dat doen, dan. Laten we eerst beginnen met het opnemen van de taal, cultuur en geschiedenis van huidige rijksdelen in onze canon, geschiedenisboeken en miniatuurparken.

En laten we praten en schrijven over Indonesië, over Suriname. Eigenlijk wilde ik hier alle verschillende soorten Nederlanders noemen, maar ik heb uitgerekend dat ik daar ongeveer een kwartier mee bezig zou zijn.

Laten we dat niet-bestaande Nederland niet langer voorspiegelen. Dat land met gaten in de geschiedenis, waarin de identiteit van veel Nederlanders verdwijnt.

Het Nederland dat mensen ‘de ander’ maakt.

Laten we kappen met dat valse land van Campina-melk en honing, waar zoveel mensen die niet snappen wat ze aanmoeten met Nederland zoals het is, naar terugverlangen. Laten we van die blanke top ter duinen afklimmen. Dan strooien we elkaar vanzelf wat minder zand in de ogen.

Vaarwel dus, aan het Nederland waarover mijn oma valse beloftes werden gedaan. Waarover ze als klein meisje in de tropen zong:

Waar de blanke deugd der vaad’renNog een gastvrij plaatsje vindtEn de vrede in huis en hartenVorst en Volk tezamen bindtJuich ik, hetzij op veld of strand‘k Heb u lief, mijn Nederland!

Dit is een bewerkte versie van de column die ik voorlas op Kwaku Festival.


Al onze verhalen over o.a. media, maatschappij en beeldvorming in je mail ontvangen? Je kunt je hier inschrijven voor onze maatschappij & hiphopnieuwsbrief. We versturen hem om de week, met elke keer een overzicht van al onze eigen producties, plus een overzicht van de mooiste verhalen en video’s uit andere media. Schrijf je hier in Dit boek toont de zwarte kant van de Nederlandse geschiedenis. En wil zo een écht multiculturele samenleving mogelijk maken Negenhonderd zwarte bladzijden vaderlandse geschiedenis. Maandag verschijnt Roofstaat, een boek van Ewald Vanvugt. Ik sprak rapper, theatermaker en ambassadeur Akwasi Owusu Ansah over het belang van een volledige geschiedenis. ‘Samenleven gaat pas echt lukken als elke Nederlander zich gerepresenteerd voelt. Dat gaat nooit gebeuren zolang we vasthouden aan dit eenzijdige beeld van heldhaftigheid.’ Lees het verhaal van Vera hier terug Hoe je oma ervoor kan zorgen dat je jezelf beter leert kennen (zelfs als ze er niet meer is) Sommige schrijvers kunnen met een minimaal aantal woorden een verhaal zodanig vormgeven dat je het bijna kunt aanraken. Daarom raad ik - net op tijd voor de zomervakantie - boeken aan die prachtig zijn door wat er níet in staat. Vandaag mijn tweede leestip: Fansi’s stilte van Tessa Leuwsha, die op zoek ging naar de geschiedenis van haar Surinaamse oma. Lees het verhaal van Vera hier terug Op deze helden kan Suriname maandag niet stemmen Op 25 mei kiest Suriname een nieuwe president. Tijdens een verkiezing die, veertig jaar na de onafhankelijkheid, nog direct in verband staat met de gevolgen daarvan. Toch is Suriname vooral bezig met de toekomst. Te midden van het verkiezingscircus ontdek ik: de echte helden zitten niet in de politiek. Lees het verhaal van Vera hier terug Suriname en Nederland, het begin van een liefdesverhaal Dit jaar is Suriname veertig jaar onafhankelijk van Nederland. De komende maanden ga ik zowel in Nederland als in Suriname onderzoek doen naar wat dat betekent. Daarbij kwam ik een verslag tegen van een Nederlandse militair die vijftig jaar geleden naar Suriname ging. Ik las het samen met mijn opa, die eenzelfde reis ondernam en verliefd werd op mijn oma. Lees het verhaal van Vera hier terug