Gezocht: slachtoffers van de strijd tegen drugs
Wie drugs gebruikt, maakt of verhandelt wordt meestal neergezet als dader. Ik vind dat niet terecht: hebben we het niet gewoon over een subcultuur die wordt onderdrukt? Daarom wil ik graag mensen spreken die zijn ontslagen, hun huis zijn uitgezet of in de cel hebben gezeten vanwege drugs. Helpen jullie mij slachtoffers van de War on Drugs te vinden?
Een van de moeilijkste dingen van het schrijven over drugs in Nederland, is dat het drugsbeleid van ons land zó ver voorloopt, dat de problemen ervan onzichtbaar zijn geworden. De War on Drugs wordt toch vooral gezien als een buitenlandse aangelegenheid, een mislukte dwaling van de Amerikanen die het leger inzetten tegen verslaving en drugsbaronnen.
Ik blijf me afvragen of dat terecht is. Hoe meer ik in het onderwerp van drugsgebruik duik en de verhalen hoor, hoe meer mij het gevoel bekruipt dat we het ook hier in Nederland hebben over een subcultuur die op grote schaal wordt onderdrukt, om mensen tegen zichzelf te beschermen.
Wie er last hebben van het drugsverbod
Tal van drugsgebruikers krijgen een proces-verbaal, omdat ze drugs bij zich hebben. En degenen die deze consumenten voorzien van de middelen waar ze om vragen komen er nog slechter vanaf. Er zitten 1.362 mensen in Nederland in een cel voor het overtreden van de Opiumwet, 18 procent van het totaal aantal gevangenen.
Bedenk maar eens hoeveel miljoenen euro’s aan belasting de staat zou kunnen innen als drugs niet verboden waren
Ook heeft het verbod sociale gevolgen. Het stigma op drugsgebruik zorgt ervoor dat gebruikers worden vervreemd van familie en vrienden (die vaak al oordelen over drugsgebruik zonder dat dat per se gelegitimeerd is.) Honderden mensen, ook hele gezinnen, worden hun huis uitgezet omdat ze een wietplantage in huis hebben, vaak in sociaal-zwakkere wijken. Zesduizend plantages worden er per jaar vernietigd en ongeveer vijftig tot zestig labs worden per jaar ontmanteld, met bijbehorende economische kosten voor de eigenaar van de spullen.
Maar ook mensen die zich niet direct met de productie inlaten hebben last van het verbod op deze subcultuur. Bedenk maar eens hoeveel miljoenen euro’s aan belasting de staat zou kunnen innen als drugs niet verboden waren. Of hoeveel huiseigenaren opdraaien voor de kosten als blijkt dat een huurder een wietplantage heeft.
En zelfs de politici die het verbod op drugs aangemoedigd hebben, zijn niet immuun voor het drugsverbod. Zo was het uiteindelijk een deal tussen toenmalig officier van justitie Fred Teeven en hashhandelaar Cees Houtman die de val van justitieminister Ivo Opstelten inluidde. Op die manier kan je zelfs Opstelten als een slachtoffer van het drugsverbod zien.
Maar je hoort ze nooit
Hoewel vaak geschreven wordt over al deze problemen, krijgen ze zelden een gezicht. Drugsgebruik is toch vooral iets waar mensen hun mond over houden, ook al blijkt dat honderdduizenden, zo niet miljoenen Nederlanders, de keuze hebben gemaakt om wel eens wat te proberen dat verboden is. Maar de gebruikers hebben geen zin in het stigma, en de handelaren hebben geen zin in een rechtszaak, en dus zie je zelden of nooit mensen met naam en toenaam in de media verschijnen.
Graag spreek ik de komende tijd met mensen die zich slachtoffer voelen van de strijd tegen drugs. Ik zie de discussie over dit onderwerp vaak neerkomen op dezelfde centrale vraag: mogen mensen beslissen wat ze met hun eigen lichaam doen, net als bij de discussie over abortus? Je kan het ermee eens of oneens zijn, maar als we het vergelijken met die discussie leven we grotendeels nog in de tijd van de breinaald. Ik vind het tijd dat dat probleem zichtbaar wordt.
Zelden kijken we naar drugsconsumenten en -handelaren als een onderdrukte tak van onze samenleving
Zelden kijken we naar drugsconsumenten en -handelaren als een onderdrukte tak van onze samenleving, terwijl dat vanuit het oogpunt van mensenrechten wel legitiem zou zijn. Zelfs minister-president Mark Rutte zei: ‘Mensen moeten zelf beslissen wat ze wel of niet met hun leven doen - met alle voorlichting of ze wel of niet die troep gebruiken.’
En als je de mening is toegedaan dat mensen zelf moeten weten wat ze - met de juiste voorlichting - met die ‘troep’ doen, waarom zijn de leveranciers van die mensen dan wel immoreel bezig? Is het opsluiten van een mdma-maker niet hetzelfde als het opsluiten van de eigenaar van een bordeel, iets wat we tegenwoordig ook niet meer doen?
Daarom: slachtoffers gezocht
Daarom ben ik op zoek naar iedereen die zijn huis is uitgezet voor wietplanten, een boete heeft gekregen voor bezit, ontslagen is vanwege gebruik, wiens medailles zijn afgenomen omdat ze een voorbeeldfunctie zouden hebben, iemand die zinloos een nacht in de cel zat voor eigen bestwil, verstoten is door familie, een taakstraf kreeg voor het produceren van ghb. En ook een minister die moest aftreden vanwege een misgelopen deal met een hasjhandelaar mag bij mij z’n beklag doen.
Wie ‘uit de kast’ wil komen, mag dat bij mij doen. Misschien is het nog te veel taboe om dit meteen helemaal in het openbaar te vertellen, dus het mag natuurlijk ook anoniem. Het doel is om het onnodige leed te beschrijven, niet om mensen onnodig problemen te bezorgen. Daarom gaan we zorgvuldig om met de verhalen die we binnenkrijgen.
Kletsen kan via Whatsapp, Signal en Telegram op +31-628502280, eventueel kan ook via Wickr; stuur dan even je username. M’n PGP-key kan je hier downloaden en m’n mailadres is thijs@decorrespondent.nl - afspreken in het echt kan ook.